|
|
Het is nu vr apr 19, 2024 5:15 am
|
Toon onbeantwoorde berichten | Toon actieve onderwerpen
Auteur |
Bericht |
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Hendrik BOXMA (37 jaar). Foto: Spoor- en Tramwegen, 7 november 1946 Geboren dinsdag 19 maart 1907 te Loppersum (GR). Zoon van Jacob BOXMA en Hendrikje Jantje KOENDERINK. Nieuwsblad van het Noorden, woensdag 10 april 1907 Het gezin van Jacob en Hendrikje bestond uit elf kinderen waarvan er drie op zeer jonge leeftijd overleden. Hendrik was de oudste, na hem kwamen nog vier jongens en drie meisjes. Hieronder een foto van het gezin. Deze foto is genomen na het overlijden van vader Jacob Boxma op 6 maart 1931. Hij is vanuit een andere foto in deze foto geplakt. Van links naar rechts: Uge, Willem, [vader Jacob], Grietje, Albert Jan, Hendrika, Hendrikus Willem en Aleida, het tweelingzusje van Willem. Vooraan zittend [moeder Hendrikje] en oudste zoon Hendrik. Foto: Foto Boxma Hendrik huwde op zaterdag 23 mei 1931 te Loppersum met Ida BLOK. Nieuwsblad van het Noorden, donderdag 28 mei 1931 Uit dit huwelijk twee zoons, Jacob (Jaap) geboren 29 september 1931 en Freerk (Fré) geboren 11 april 1937. Hendrik was rangeerder bij de Nederlandse Spoorwegen (NS) en werkzaam op station Sauwerd gelegen aan de spoorlijn Groningen - Delfzijl. Foto: Stuut Het gezin woonde te Sauwerd, Schoolstraat S 111. In november 1941 volgde verplaatsing van Hendrik naar staion Haren (GR). Nieuwsblad van het Noorden, zaterdag 8 november 1941 Het gezin verhuisde later in Groningen aan de Bedumerweg 91a. Hendrik was lid van het verzet. 1944 Spoorwegstaking. Op 17 september 1944 ging het personeel van de NS in staking. De Nederland- se regering in ballingschap te Londen wilde dit, omdat ze zo de Duitsers konden hinderen. Als de NS niet werkten, kon er immers niets vervoerd worden voor de Duitsers. Na een oproep van Radio Oranje op 17 september 1944, met het codebericht: "De kinderen van Versteeg moeten onder de wol",legden 30.000 personeels- leden van de NS het werk neer. Veel mensen die bij de NS werkten moesten onderduiken, omdat de Duitsers ze anders zouden dwingen weer aan het werk te gaan. De spoorwegstaking viel samen met het begin van Operatie Market Garden. Via het Nationaal Steun Fonds heeft de Nederlandse regering in Londen een belangrijk deel van deze staking kunnen financieren. In Noord-Nederland werd de financiering van de staking door de NS aanvankelijk georganiseerd via de Groep-De Groot totdat deze groep in januari 1945 vrijwel geheel werd opgerold. De Duitse propaganda benadrukt dat de spoorwegstaking alleen maar honger en ellende veroorzaakt voor de eigen bevolking. De Duitsers hebben er niet veel last van want de soldaten worden met Duitse treinen vervoerd. De staking wordt toch doorgezet tot aan de bevrijding ondanks de executies van gearresteerd ondergedoken NS personeel. Duitse propaganda affiche Foto: Collectie Verzetsmuseum Amsterdam Ook Hendrik Boxma dook onder. Enige dagen later werd Hendrik gearresteerd op zijn onderduikadres door de Nederlandse SD-handlanger Harm (Harry) Bouman (1917-2001). Op het perron van station Groningen is Hendrik BOXMA op zaterdag 23 september 1944 voor de ogen van zijn NS collega’s door een vuurpeloton doodgeschoten. Foto: Stuut Hendrik is begraven te Groningen Hij werd eerst begraven op de Zuiderbegraafplaats en een jaar later herbegraven op het middenvak van de 1e Noodbegraafplaats. Met de nabestaanden was de afspraak gemaakt dat zodra de begraafplaats Selwerderhof klaar zou zijn, hij dan daar herbegraven zou worden. In 1987 is zijn vrouw Ida Blok overleden en gecremeerd. In 1990 is het grafmonument met grafkelder overgebracht naar de huidige locatie op Selwerderhof in vak IX, rij 5, nr. 1. Tegelijkertijd is de asbus van mevrouw Boxma-Blok bijgezet in de grafkelder. In 2013 is hun zoon Fré overleden, ook zijn asbus is bijgezet in de grafkelder. Het monument is in opdracht van de Protestants Christelijke Bond van Spoor en Tramwegpersoneel gemaakt. Foto's: Elvesham, 10 mei 2015 (Wikimedia) Hoofdstation te Groningen. De naam van Hendrik Boxma staat genoemd op de plaquette “TER GEDACHTENIS AAN HEN DIE VIELEN 1940 – 1945” De plaquette hangt op het eerste perron van het stationsgebouw van de Nederlandse Spoorwegen te Groningen. Foto: G. Vos (4 en 5 mei) Foto: Elvesham, 15 april 2014 (Wikimedia) Monument te Utrecht. De naam van Hendrik Boxma komt voor op het monument van de Nederlandse Spoorwegen te Utrecht. Het monument voor het gevallen spoorwegpersoneel is een oorlogsmonument in Utrecht ter nagedachtenis aan in de Tweede Wereldoorlog omgekomen personeel van de Nederlandse Spoorwegen. Het beeld is geplaatst bij De Inktpot, het voormalig Hoofdadministratiegebouw III van de Spoorwegen, aan het Moreelsepark. Foto: A.J. van der Wal, 2002 (Wikimedia) Het beeld werd gemaakt door de Groninger beeldhouwer Willem Valk. Hij werd daarin geassisteerd door Rinus Meijer en Wladimir de Vries. Het monument werd onthuld op 17 september 1949, vijf jaar na het begin van de Spoorwegstaking. Op twee gedenkplaten zijn de namen van 477 omgekomen spoorwegambtenaren aangebracht. De naam van Hendrik staat op de 1e naamplaat. Foto's: Romaine 2 mei 2014 (Wikimedia) Enkele Bronnen: "Represailles in Groningen 1940 – 1945", In de schaduw van het Scholtenhuis M. Brinks, J. Kooistra en A. Piersma Uitgeverij Louise, Grou 2013 aanhendievielen.wordpress.com commons.wikimedia.org foto.boxma.com nl.wikipedia.org oorlogsgravenstichting.nl www.4en5mei.nl www.4meigroningen.nl www.archieven.nl www.focusgroningen.nl www.genealogieonline.nl www.nicospilt.com www.ovcg.nl www.stuut.biz www.tweedewereldoorlog.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo sep 23, 2018 12:00 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Johannes Cornelis (Jan) VERBERKT (23 jaar). Foto: Brabants gesneuvelden Geboren donderdag 22 september 1921 te Boxmeer (NB) Zoon van Christiaan VERBERKT en Gertruda Petronella Maria BROEKMANS Boxmeersch Weekblad, zaterdag 24 september 1921 Religie: Rooms-katholiek Beroep: Landbouwer Ongehuwd Woonplaats, Boxmeer Rijkevoortseweg 2 De ouders van Jan hadden een gemengd boerenbedrijf. Zij waren gezegend met negen kinderen, van wie vijf zoons. Jan was de tweede zoon. Zo vanzelfsprekend vonden zij het hun vee en land te verzorgen, even zo logisch achten zij het om voor hun land en landgenoten in nood op te komen. Vanaf eind augustus 1942, na de eerste razzia’s op de joden en na april 1943, de vervolging van werkweigeraars, gaven zij op hun boerderij onderdak aan joodse onderduikers en weigeraars van de ‘Arbeitseinsatz’. Jan en zijn broer Cor raken door deze onderduikers betrokken bij het verzet. Verschafte de boerderij onderdak aan joden en werkweigeraars, omgekeerd kreeg Jan werklegitimiteit elders. De missionaris- sen van Mariannhill van het Missiehuis Sint Paul te Arcen (LB) werden zijn werkgever. Veel van deze kloosterlingen hadden de Duitse nationaliteit en waren voor krijgsdienst opgeroepen. Op deze manier vervulde Jan zijn "Arbeitseinsatzpflicht" in Arcen, vrijdag dicht bij huis zodat hij zijn vrije dagen thuis kon doorbrengen en de contacten met zijn verzetsgroep kon voortzetten. Bewijs van vrijstelling voor werk in Duitsland Foto: Lang geleden Begin september 1944, nog voor ‘dolle dinsdag’, vertoefde de Duitse veldmaarschalk Model op het klooster te Arcen om de verdediging van de Westwall te organiseren. Toen Jan aldaar vernam dat Limburg, van Gennep tot Roermond, zou worden ingelijfd bij Duitsland, inclusief de invoering van de Reichsmark, besloot hij definitief het hazenpad te kiezen. Om niet opgemerkt te worden, stak hij in de avond zwemmend de Maas over in de buurt van de veerpont Arcen – Broekhuizen. Hij meldde zich direct bij zijn verzetsgroep en hield zich hoofd- zakelijk bezig met het strooien van spijkerkoppen en het omzet- ten van verkeersborden. Jan zit in deze periode als het ware ondergedoken in zijn ouderlijk huis, de boerderij. Foto: Lang geleden De bevrijding van Boxmeer 1944
De geallieerden bereikten op 25 september 1944 de linkeroever van de Maas tussen Cuijk en Boxmeer. De hele winter heeft de linkeroever onder het bereik van Duits artillerie- en mortiervuur gelegen, de rechteroever lag onder geallieerd vuur.
Rond 12 uur in de middag op dinsdag 26 september 1944 was Boxmeer zonder gevechten bevrijdt. Op de zelfde dag werd door ooggetuigen gezien dat honderden vliegtuigen hun bommenlast op de oostelijke Maasoever uitgeworpen hebben. Dit was in de omgeving van Gennep. Iedere avond trokken de geallieerden zich terug achter de westelijk van Boxmeer gelegen spoorlijn. Hierdoor kwamen de Duitsers ’s nachts terug om te roven en te plunderen. Ook legden ze in die periode nog veel mijnen.
De oostelijke oever van de Maas en de stad Venlo waren nog stevig in Duitse handen. Vanuit deze posities werd Boxmeer regelmatig beschoten. Deze situatie heeft tot februari 1945 geduurd.
De nachtelijke patrouilles van de Nederlandse stoottroepen lagen tijdens hun inzet vrijwel continue onder Duits mortiervuur. De geallieerden schoten vanaf de westoever mogelijke observatieposten op de oostoever kapot. De Duitsers bliezen in dezelfde periode tijdens nachtelijke oversteken van de Maas menig kerktoren op, die als observatieposten voor de geallieerden dienst konden doen.
Na 26 september 1944 werd Kasteel Boxmeer door Duitse soldaten bestookt met granaten.
Op vrijdag 29 september 1944 lag Boxmeer vanaf ’s middags onder aanhoudend granaat- vuur. Op deze en de navolgende dagen werd ook de Mazenburg (ook bekend als Kasteel Boxmeer) zwaar onder vuur genomen van de Duitse soldaten op de oostelijke Maasoever.
Op deze vrijdag, 29 september wordt de uitspanning Mazenburg voor het eerst door het verzet bezocht. De bewoners, de familie Verdijk, worden on dekking van een witte vlag geëvacueerd. Ook dan vallen er schoten van de overkant. De volgende dag, zaterdag 30 september wil men terug. Zeer waarschijnlijk niet op aan- raden van de Engelsen uit Sint Anthonis. Zij zijn deze dag afwezig en worden afgelost door de Amerikaanse 7e Pantserdivisie. Deze verschijnen laat in de middag en hebben geen weet van de aanwezigheid van de groep op Mazenburg. De groep, inmiddels onder gezag van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (N.B.S.) afdeling Boxmeer, heeft versterking gekregen van een aantal 'mensen van buiten'. Ook Jan bevindt zich bij de groep Mazenburg. Nog steeds eerst in ruiterkledij, rijbroek en kaplaarzen en later in blauwe overall gaat hij mee op verkenning. Hij krijgt als contactman tussen diverse posten aan weerszijden van Mazenburg het gevaarlijkste baantje. Zonder morren kwijt hij zich van zijn taak en pendelt tussen de posten. Zaterdag 30 september 1944 … De ochtend verliep probleemloos. Totdat - omstreeks het middaguur – plotseling een schot kraakte. Jan, die net de twee uitgezette observa- tieposten langs is geweest, wordt geraakt. Hij valt, maar weet daarop toch nog met inspanning van zijn laatste krachten kruipend de drempel van het huis te bereiken. De anderen van zijn groep zijn verbijsterd. Ze willen dolgraag helpen, maar beseffen dat ze in feite niets meer voor Jan kunnen doen. Machteloos moeten ze zien hoe hun makker voor hun ogen sterft …Het schieten vanaf de overkant was ondertussen gewoon doorgegaan. De kameraden van Jan beginnen onder vuur aan de terugtocht richting Boxmeer en worden daar door een afdeling doorgebroken Duitse militairen krijgsgevangen gemaakt en naar oosten afgevoerd. Tijdens hun terugtocht steken de Duitsers Mazenburg in brand om zo onder dekking van het ont- stane rookgordijn de oostelijke oever van de Maas te bereiken. Het stoffelijk overschot van Jan blijft achter. Die avond is er een lege plek aan de keukentafel bij moeder Verberkt, de tafel waaraan zo velen zich laafden. De gehele winter door zal onrust en onwetendheid hun deel blijven over wat hun zoon Jan en met hem menig ander is overkomen.... Midden maart 1945, na terugkeer van evacuatie, begeeft Toon Verdijk zich naar zijn ouderlijk huis aan de Maas om poolshoogte te nemen over de be- woonbaarheid van Mazenburg. Op verzoek gaan twee militairen met mijndetectoren voorop; zij worden vergezeld door de Boxmeerse politieman Habets. Aan de noordelijke zij- kant op de drempel van het huis vinden zij de overblijfselen van een voor de helft verkoold menselijk lichaam. Zonder de identiteit te kunnen vaststellen, worden de resten op de vind- plaats ter aarde besteld. Wie was deze man?
Wat is het geval: Jan Verberkt had als lid van het verzet zijn ruiterkledij inmiddels vervangen door de voorgeschreven blauwe overall met sala- mander armband en was daarom niet te identificeren geweest. Van de negen vermisten leden van de verzetsgroep is er nu één geloka- liseerd. Angst en onzekerheid blijven echter onverminderd voortduren.
Eind mei 1945 komt aan het martelende wachten van velen een einde. Een volkomen vreemde jongeman staat aan de deur van de familie Verberkt aan de Rijkevoortseweg: Onno Pieters uit Geleen. Hij is een van de mensen van 'buiten' en behoorde tot de groep Mazenburg. In een werkkamp in het oosten van Duitsland heeft hij de oorlog overleefd. De vreselijke boodschap komt als een mokerslag; de identiteit van het naast de muur begraven slachtoffer is definitief die van Jan Verberkt ....
Boxmeersch Weekblad, zaterdag 16 juni 1945 Op woensdag 13 juni 1945 wordt Jan met militaire eer begraven op het Rooms Katholieke Begraafplaats te Boxmeer. Boxmeersch Weekblad, zaterdag 16 juni 1945 Veel belangstelling bij de begrafenis van Jan Foto: Lang geleden Bidprentje Jan Foto: Lang geleden Gedeelte van de 2e grafsteen van Jan Foto: Graftombe - 4 maart 2009 Jan Verberkt heeft uiteindelijk zijn laatste rustplaats gevonden op het Nationaal Ereveld te Loenen (Gl) in vak E grafnummer 1416 Foto's: André Reijniers - 25 december 2016 De naam van Jan Verberkt staat vermeldt op één van de, later bijgeplaatste, panelen bij het Joodse oorlogsmonument te Boxmeer. Foto: Theo Seijs (4en5mei) Enkele Bronnen: "Lang geleden", Boxmeerse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog C. Peters Stichting Boxmeerse Oorlogsslachtoffers ’40-’45, Boxmeer 2004 www.4en5mei.nl brabantsegesneuvelden.nl oorlogsgravenstichting.n stamboom-lamers.mioweb.nl www.bhic.nl www.boxmeersweekblad.nl www.tracesofwar.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo sep 30, 2018 12:30 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Alida (Alie) CONTENT - LEVIE (20 jaar). Alida met haar jongste broertje Max, 6 juni 1940 Foto: Joods Monument Geboren vrijdag 11 november 1921 te Meppel (DR) Dochter van Jozef (Jopie) LEVIE en Marianne FINSI. Het echtpaar kreeg 9 kinderen, waarvan er 2 binnen een jaar na hun geboorte overleden. Alida was het oudste kind, daarna volgende Benjamin (1923), Grietje 1926), Mozes (1928), Salomon (1932), Herman (1933) en Max (1940). Het gezin had een Joodse afkomst. Vader Jopie had in de 1e Hoofdstraat nr. 29, pal naast het gemeente- huis een Winkel van Sinkel (Huishoudelijke artikelen). Deze winkel heette "De Goedkope Bazar". Links de winkel van Levie met daarnaast het gemeentehuis, trapje met bordes Foto: Oud Meppel Jopie Levie reisde ook met zijn 'handel' naar markten in de omgeving van Meppel. Hij ging daar heen met zijn hondenkar. Tevens stond Jopie met een kraam galanterieën op de markt te Meppel. Alie was regelmatig als verkoopster van deze galanterieën op de markt achter de stal van haar vader te vinden. Zeer waarschijnlijk heeft zij op deze markt haar latere echtgenoot Eliazer (Eli) ontmoet. Zijn moeder, Jetje Content - de Leeuwe, stond ook op de markt met een kraam textielwaren. MEPPEL Meppel was aan de vooravond van de Duitse inval in mei 1940 een middelgrote joodse gemeente. De meeste joden woonden in de belangrijkste winkelstraten en waren werkzaam in de handel en industrie. Uit hun midden werden enige wethouders, gemeenteraadsleden en loco-burgemeesters gekozen. In de jaren dertig verwierf Meppel de bijnaam 'Klein Rotterdam', dankzij de grote econo- mische activiteit. De bezetting Registratie Joodse inwoners. Middels de beruchte Verordening 6/1941 werden alle joden vanaf 10 januari 1941 door de bezetter geregistreerd. In hun persoonsbewijs werd een 'J' geplaatst en men werd verplicht een jodenster te dragen. Vanaf 29 april 1942 moesten alle joden zo’n ster dragen wanneer ze naar buiten gingen. Foto: Joods Monument Meppel Isolatie – Roof – Deportatie De volgende stap van de bezetter was een verdere isolatie van de rest van de Meppeler bevolking: zo werden bijvoorbeeld de joodse winkels gesloten, kinde- ren mochten niet meer naar school en het zwembad werd verboden terrein. Na die isolatie ging de bezetter over tot roof van hun bezittingen, en uiteindelijk volgde: de deportatie. Eerst naar werkkampen, daarna naar Kamp Westerbork. Dit alles was slechts het begin van het uiteindelijke doel: hun liquidatie in de vernietigingskampen. Ondanks de vele Duitse anti joodse maatregelen, waaronder verlies van de winkel, huwde Alie te Meppel, medio juni 1942, met Eliazer (Eli) CONTENT uit Zwolle (OV). Drentsch Dagblad, woensdag 3 juni 1942 Tijdens het huwelijk was Alie in blijde verwachting van hun kind, dat nooit geboren zou worden. V.l.n.r. Lion Content, Jetje Conten - de Leeuwe, Eli Content, Alie Levie, Marianne Levi - Finsi, Jopie Levie Foto: Joods Monument Huwelijk Alie en Eli Zoals gebruikelijk staan op op de foto naast de bruid haar ouders en naast de bruidegom die van hem. Op de foto is te zien dat het dragen van de Jodenster al verplicht was. Typisch is het overigens dat alleen de vader van de bruid de ster draagt. Waarschijnlijk hebben de andere familieleden de ster voor deze ge- legenheid afgedaan en heeft de vader Jopie dat niet gewaagd of niet nodig geacht. In de beginjaren van de oorlog stroopten Duitse militairen uit Assen op hun eigen houtje joodse huizen af. Op de dag van het huwelijk van Alie en Eli zouden ze ook het huis van Jopie Levie zijn binnen gedrongen. Jopie en zijn vrouw hadden alles gedaan om nog wat ingrediënten voor het bruiloftsmaal bij elkaar te krij- gen. Juist op dat moment dat men aan de maaltijd zou beginnen, vielen de Duitse rovers binnen en namen alles mee wat van hun gading was. Zelfs de soep was niet veilig voor hen. Schrijnend is te bedenken dat slechts vier maanden daarna, in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 het hele gezin Levie, zoals bijna alle Meppeler joden, is opgepakt en via Westerbork in Auschwitz is terecht gekom- en. WERKKAMPEN In de zomer van 1942 moesten veel joodse mannen en jongens hun huizen verlaten. Ze hadden een brief van de gemeente gekregen waarin stond dat ze de volgende dag naar een werkkamp ergens in Drenthe zouden gaan. De gemeente had zelfs bussen gehuurd om ze daar allemaal heen te brengen. In die werkkampen was het eten heel slecht en dat terwijl ze erg zwaar werk moesten doen. Bijvoorbeeld: sloten graven, heiplaggen steken en aardappels rooien. Vader Jopie kreeg ook een brief. Hij moest naar het werkkamp in Orvelte. Dit was één van de veertien werkkampen in Drenthe. Op 2 oktober 1942 kwam Jopie thuis uit het werkkamp voor een paar dagen verlof. In de avond van 2 oktober 1942 meldden SS-ers zich bij de Joodse werkkampen, zogenaamd om er te overnachten. Sommige Joodse mannen roken onraad en pro- beerden te ontvluchten. De familieleden van de kampbewoners waren inmiddels al door de Duitsers van huis gehaald en ook op transport gesteld naar kamp Westerbork. Op de ochtend van 3 oktober 1942 werden alle Joodse werkkampen leeggehaald en werd iedereen naar kamp Westerbork gebracht. Het merendeel van de joodse inwoners van Meppel werd begin oktober 1942, op Grote Verzoendag, met medewerking van de Nederlandse politie opgepakt en gedeporteerd. Ook de familie Levie, Vader, moeder en zes van hun kinderen, waaronder Alie, vertrok- ken op 3 oktober 1942 uit Meppel. Naar het station De Meppeler joden werden in de nacht van 3 oktober 1942 naar het station gebracht. ’s Ochtends, om ongeveer acht uur, stapten ze in de trein die hen naar Westerbork zou brengen. Vrijwel alle 250 joodse inwoners van Meppel uit hun huis gehaald en naar het doorgangs- kamp Westerbork vervoerd. De meesten zijn uiteindelijk in Auschwitz vermoord. Slechts achttien van hen keerden terug. Op weg naar Auschwitz Westerbork was een soort ‘tussenstation’. De meeste mensen bleven daar maar een paar dagen. Sommigen wat langer, maar meestal werden ze meteen in goederenwa- gons weggevoerd naar Auschwitz. Foto: Anne Frank In Auschwitz De reis van Westerbork naar Auschwitz duurde drie dagen en was meer dan verschrikkelijk. De mensen zaten in een vieze, donkere, volgepakte trein met een ton als toilet. Er was geen eten en maar een klein beetje te drinken, uit een soort regenton. Toen de trein in Auschwitz aankwam werden de joodse mensen met stokken uit de trein geslagen. Daarna moesten ze in rijen gaan staan tot de kamparts kwam. Auschwitz: wachten op selectie, na aankomst en het verlaten van de trein .… De kamparts zocht uit wie meteen dood gemaakt moest worden en wie nog een poosje mocht blijven leven. Zieken en oude van dagen werden op vracht-auto’s geladen terwijl de vrouwen en kinderen moesten lopen naar de gaskamers waar zij direct werden vermoord....... Auschwitz: vrouwen en kinderen "ongeschikt om te werken" gingen rechtstreeks naar de gaskamer …. Foto's: Yad Vashem Alleen de volwassen mannen en jongens werden niet meteen vermoord omdat ze eerst nog een poos voor de Duitsers aan het werk werden gezet. Uiteindelijk vonden ook zij de dood. Er is geen Meppeler jood uit Auschwitz of de andere vernietigingskampen in Meppel teruggekomen. Er zijn geen aanwijsbare laatste rustplaatsen van hen die in Auschwitz zijn vermoord. Alie is, met haar ongeboren kind, op woensdag 7 oktober 1942 omgebracht. De naam van Alida Content-Levie is bijgeschreven in Gedenkboek nr. 9 van de Oorlogsgravenstichting. De overige familieleden, Moeder Marianne (43 jaar), Grietje (15 jaar), Mozes (14 jaar), Salomon (10 jaar), Herman (9 jaar) en Max (2 jaar) vonden op donderdag 8 oktober 1942 de dood in Auschwitz. Vader Jopie (46 jaar) liet het leven op dinsdag 31 augustus 1943 ergens in Midden Europa. Zoon Benjamin (21 jaar) kwam op vrijdag 31 maart 1944 om het leven ergens in Midden Europa. Lion Content, de vader van Eli stierf op zondag 28 februari 1943 te Auschwitz. Auschwitz Foto: City-Discovery Alleen Eli Content, de man van Alie, wist net als zijn moeder - de dans te ontspringen. Eli bleef tot begin 1945 in Blechhammer. Het kamp werd op 21 januari 1945 geevacueerd naar het concentratiekamp Gross- Rosen, waar men op 2 februari 1945 arriveerde. Ongeveer 800 gevangenen werden gedood door de SS tijdens de dodenmars van Blechhammer naar Gross-Rosen. Eli Content overleefde die dodenmars. Joods monument te Meppel Het 'Joods monument' in Meppel is opgericht ter nagedachtenis aan 232 joodse medeburgers die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de bezetter zijn gedeporteerd en in concentratiekampen zijn omgebracht. De namen van de slachtoffers staan op de 16 panelen. Oprichting De oprichting van het oorspronkelijke monument was een initiatief van de heer H. Bakker. Eind jaren negentig ontwikkelde de Stichting Joods Monument Meppel een initiatief om het bestaande gedenkteken uit te breiden. Onthulling Het monument is onthuld in 1970. Het gedenkteken is in 1999 uitgebreid en op 30 september van dat jaar opnieuw onthuld. Foto's: Pa3ems, 24 november 2010 (Wikimedia) Foto: Joods Monument Meppel Stolpersteine Sinds 20 april 2011 zijn in Meppel in de bestrating voor de laatst bekende adressen van 67 Joden Stolpersteine geplaatst. Op de Stolpersteine staan de naam, geboortedatum en de datum en de plaats waar hij of zij is vermoord. De 9 Stolpersteine van de familie Levie zijn geplaatst voor het huis 1e Hoofdstraat 29 te Meppel. Foto's: Pa3ems, 11 oktober 2012 (Wikimedia) Bronnen: alledrenten.nl nl.m.wikipedia.org oorlogsgravenstichting.nl www.4en5mei.nl www.annefrank.org www.city-discovery.com www.drentheindeoorlog.nl www.dvhn.nl www.joodsmonument.nl www.joodsmonumentmeppel.nl www.joodsewerkkampen.nl/ www.maxvandam.info www.oudmeppel.nl www.yadvashem.org
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo okt 07, 2018 10:00 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Tommy George Egberts (Tom) BELLONI (21 jaar). ===== Geen foto beschikbaar ===== Geboren dinsdag 24 october 1922 te Batavia, Java, Nederlands Oost Indië (NOI). Bataviaasch Nieuwsblad, woensdag 25 october 1922 Zoon van: George Ferdinand BELLONI en Antoinette Johanna Amalia Angelina VERHAGE. In het gezin was Tommy de jongste zoon van vier kinderen. Tom was in dienst van de Koninklijke Marine als matroos der 3e klasse met als stamboeknummer 20662. Na de capitulatie van de strijdkrachten in NOI is hij met vele anderen door de Japanner krijgsgevangen gemaakt. Na geruime tijd in Makassar op Celebes geïnterneerd te zijn geweest is Tom met ongeveer 500 Nederlandse marinemannen en 300 Engelse overlevende van HMS Exeter overgebracht naar Japan aan boord van het Japanse troepentransportschip Asama Maru 1. De Asama Maru 1 (1929-1944) van 16.975 ton, was een luxe-passagiersschip van de lijn Yokohama-San Francisco met een maximum snelheid van 17 knopen. Het schip was in 1941 door de Japanse marine in gebruik genomen als troepentransportschip. Het vertrok op 14 october 1942 met ongeveer 800 krijgsge- vangenen uit Makassar naar Japan. De groep krijgsgevangenen bestond bijna geheel uit overlevenden van de Slag in de Java-Zee, waaronder ongeveer 500 Nederlanders en 300 Engelsen. Het schip werd in de Straat van Makassar nog geëscorteerd door een Japans fregat, maar daarna voer het zonder escorte, westelijk van de Filippijnen, af en toe zig-zag varend. De Asama Maru in oorlogskleuren 1942-1944 Foto: Pinterest Op 23 october 1942 kwam het schip aan in de haven van Nagasaki; op 24 october 1942 gingen de krijgs- gevangenen met landingsvaartuigen aan wal en kwamen aan in het krijgsgevangenkamp Fukuoka 2B (ook wel aangeduid als Koyagi Shima), een scheepswerf op het eilandje Koyagi Shima in de baai van Nagasaki. Hier moesten de mannen dwangarbeid verrichten in de scheepsbouw, de scheepsreparatie en bij de aanleg van een dok in een rotsformatie. In totaal hebben circa 36.000 geallieerde krijgsgevangenen in Japan moeten werken. Daaronder bevonden zich circa 8000 Nederlanders en Indische Nederlanders. De krijgsgevangenenkampen waren over heel Japan verspreid. De meeste kampen bevonden zich evenwel in de omgeving van de stad Nagasaki op het op twee na grootste eiland Kyushu. Alle kampen op dit eiland behoorden tot het legeronderdeel dat in de stad Fukuoka zijn hoofdkwartier had en droegen daarom de naam Fukuoka gevolgd door een nummer. Zo lag het kamp Fukuoka 14 in Nagasaki en kamp Fukuoka 2 op het eiland Koyagi in de baai van Nagasaki. De mannen van Fukuoka 14 waren aangewezen om te werken op de Mitsubishi werf en die van Fukuoka 2 moesten dat doen op de Kawamina werf. Vanuit andere kampen moesten de krijgsgevangenen werken in zeer oude gebrekkige kolenmijnen. De meeste hebben ’s winters onder bittere kou geleden en kregen weinig te eten. Zij waren in tropenkle- ding in Japan gearriveerd en kregen vrijwel geen aanvullende kleding. Ten gevolge daarvan stierven velen aan longontsteking. In totaal zijn er 91 Nederlandse marinemannen als gevolg van ontberingen, bedrijfs- ongevallen, ziekten en geallieerde luchtaanvallen in Japan overleden, waarvan 41 in kamp Fukuoka 2. POW kamp Fukuoka 2 (5 september 1945) Foto: Mansell De Japanners registreerden alle krijgsgevangenen. Veel gegevens waren echter onvolledig. Het Rode Kruis probeerde de familie in te lichten middels advertenties in vrijwel alle landelijke en regionale kranten. De Tijd, zaterdag 1 mei 1943 Tom BELLONI is op verleden op zaterdag 14 october 1944 als gevolg van een darmziekte in het krijgsgevangenenkamp Fukuoka 2 te Japan. Het stoffelijk overschot van Tom is gecremeerd. Zijn asresten zijn na de oorlog overgebracht naar het Nederlandse Ereveld Menteng Pulo te Jakarta op Java, Indonesië. Zijn asbus is geplaatst in het Columbarium O 7. Foto: Oorlogsgravenstichting, 2005 Monument slachtoffers van krijgsgevangenkamp Fukuoka 2. Op zondag 13 september 2015 is in de Japanse stad Nagasaki een monument onthuld ter herinnering aan de 73 slachtoffers uit het krijgsgevangenkamp Fukuoka 2. Deze slachtoffer kwamen uit Nederland, Amerika, Australië en Engeland. Onder de krijgsgevangenen bevonden zich enige honderden voornamelijk jonge Nederlandse marine- mannen en KNIL-militairen die in maart 1942 krijgsgevangen werden gemaakt. Deze gevangenen wer- den eerst in Makassar geïnterneerd en in october 1942 overgebracht naar Nagasaki, waar zij indertijd gedwongen werden om, onder zeer slechte omstandigheden, in de scheepsbouw te werken. Van de Nederlandse krijgsgevangenen zijn er 41 gestorven gedurende de periode van hun gevangen- schap. In de loop van 1945 kwamen de overlevenden van Fukuoka-2 thuis. Velen daarvan kwamen pas in december. Uniek en bijzonder aan het gedenkteken is de grondslag ervan. Het is namelijk geïnitieerd en verder uitgewerkt door Japanse burgers en gefinancierd door Japanse en Nederlandse donateurs en sponsoren. Het is daarmee een gedenkteken dat in alle openheid het leed dat door het Japanse leger aan krijgsge- vangenen en hun familie is aangedaan herdenkt en dat blijvend zichtbaar zal zijn. De onthulling vondt plaats in aanwezigheid van o.a. overlevenden van Fukuoka 2, nabestaanden van krijgsgevangenen, Japanse burgers waaronder schoolkinderen en vertegenwoordigers van de verschillende betrokken overheden. Op de locatie van Fukuoka 2 bevindt zich nu de Koyagi Jima Junior High school. Daarmee is ook de locatie van het herdenkingsmonument symbolisch. Hiermee zal het een tastbaar bewijs van erken- ning vormen van de feiten en daarmee bijdragen aan de juiste geschiedschrijving én aan verzoening. Fukuoka 2 POW memorial Foto's: Mansell Prinses Laurentien is donderdagmorgen haar tweedaagse bezoek aan Japan begonnen met herdenken en heeft op 23 november 2017 het gedenkteken voor de slachtoffers van het krijgsgevangenenkamp Fukuoka 2 in Nagasaki bezocht. Foto: Blauwbloed, 23 november 2017 Enkele Bronnen: "Gedenkrol van de Koninklijke Marine 1939-1962" en het niet gepubliceerde "Supplement" op deze gedenkrol. H.J. Floor †, Weesp, 2004. blauwbloed.eo.nl indisch4ever.nu oorlogsgravenstichting.nl www.awm.gov.au www.derbysulzers.com www.japansekrijgsgevangenkampen.nl www.pinterest.ch
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo okt 14, 2018 4:00 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Johan Willem Yoshitaro (Taro) ROEPER BOSCH (26 jaar). ===== Geen foto beschikbaar ===== Geboren zondag 31 januari 1915 te Den Haag (ZH). Rotterdamsch Nieuwsblad, donderdag 4 februari 1915 Zoon van: Pieter Antonie ROEPER BOSCH en Agneta Helena Julia RENS Het gezin bestond naast Taro uit de dochters Sophia Wilhelmina (1917) en Eva Helena (1920). Taro was van oorpsrong reserve 2e luitenant bij het Korps Rijdende Artillerie. Nederlandsche Staatscourant, nr. 251, woensdag 28 december 1938 Algemeen Handelsblad (A.B.) maandag 20 februari 1939 Tijdens de mobilisatie 1939-1940 volgde hij de opleiding tot leerling vlieger en was geplaatst bij de elementaire Vliegschool te Vlissingen, op vliegveld Vlissingen, beter bekend als vliegveld Souburg. Op deze vliegschool bracht men de leerlingen de eerste beginselen bij van de vlieg- kunst. Dat ging niet altijd even goed zoals hieronder is te lezen. De Zeeuw, dinsdag 24 october 1939 De elementaire vliegschool beschikte over lestoestellen van het type Fokker S-IV (1924-1940) en het type Fokker S-IX (1937-1940). Het is niet duidelijk met welk type toestel het ongeval in october 1939 heeft plaats- gevonden. Zierikzeesche Nieuwsbode, zaterdag 18 november 1939 Fokker S-IX nr. 37 van de vliegschool te Vlissingen in 1939. Op de voorgrond leerling vlieger, sergeant G. Emmens Foto: Beeldbank NIMH Mei 1940 Evacuatie van de elementaire vliegopleiding vanaf vliegveld Souburg. Kort na de Duitse inval op vrijdag 10 mei 1940, was een vliegplan voor de eventuele evacuatie opgemaakt voor de toestellen van de vliegschool met als bestemming het Franse vliegveld Berck- sur-Mer, op circa 45 kilometer ten zuiden van Boulogne. Daar er geen Belgische en Franse kaar- ten beschikbaar waren, moest het vliegveld worden gevonden door de kustlijn te blijven volgen. Op 14 mei omstreeks tien uur ontving kapitein Janssen, de vliegpark commandant, opdracht van de Commandant in Zeeland, de Schout bij nacht H.J. van de Stad, om de vliegtuigen en de leer- lingen van de vliegschool onmiddellijk naar Frankrijk te laten vertrekken. De overige militairen van het vliegpark zullen de toestellen volgen met de auto colonne over de weg richting Caen. Op 14 mei 1940 vertrokken er in totaal 23 vliegtuigen: 15 Fokker S-IX’s (s/n 32, 34, 35, 36, 37, 38, 40, 41, 43, 44, 45, 46, 47, 48 en 49) en 8 Fokker S-IV’s (s/n 103, 104, 107, 112, 116, 117, 126 en 128). De vliegtuigen werden bemand door instructiepersoneel en een aantal leerling vliegers, aangevuld met technisch grondpersoneel. De Fokker S-IX nr. 37 werd gevlogen door Taro Roeper Bosch met als passagier de leerling vlieger, reserve 2e luitenant Hendrik Jan Voorspuy. Uit het verslag van Taro Roeper Bosch:
Bij mijn toestel, de Fokker S-IX s/n 37, brak boven de Franse grens de krukas van de motor, waardoor ik genoodzaakt was het toestel bij Bray-Dunes op het strand te zetten.
Verder vernam ik later dat er een Fokker S-IV ergens bij Bay-Dunes in de duinen moest liggen, doch daar mijn opdracht Berck was, heb ik mij ten spoedigste daarheen begeven per auto van het 310e Franse Regiment infanterie, het aan hen overlatend mijn toestel te zoeken.
Te Berck zijn hedenmorgen 17 toestellen gestart in opdracht van de commandant aldaar met bestemming Tours (tussenlanding te Chartres).
Daar er voor ons geen toestel vliegklaar was, ben ik per trein naar Parijs gegaan met mijn passagier, de luitenant Voorspuy, op weg naar Tours.De Fokker S-IX nr. 37 door Taro achtergelaten op het strand in Frankrijk, met enige Duitse soldaten Foto: Luchtvaart Te Parijs melden de twee vliegers zich bij de Nederlandse militaire attaché. Voorspuy reist enige tijd later door naar Tours. Taro blijft ter beschikking van de militaire attaché om teruggetrokken Neder- landse militairen die zich komen melden door te sturen naar de Franse kustplaatsen om vandaar uit over te steken naar Engeland. Op 21 mei is er door Taro nog telefonisch contact met het detachement van de vliegschool in Frankrijk. Hij geeft aan dat hij naar Londen vertrekt. Hoe Taro de oversteek naar Engeland maakt is niet duidelijk. In ieder geval niet met het overige per- soneel van de vliegschool. Taro krijgt in Engeland aangekomen bij de RAF een vervolg opleiding als vlieger en wordt na het einde van de opleiding, begin 1941, geplaatst bij het 611 RAF Squadron. Ook enkele andere Nederlandse vliegers zijn geplaatst bij dit squadron. Veel van de Nederlandse vlie- gers kregen een 'koosnaam', niet in de laatsteplaats omdat het uitspreken van hun namen voor veel Britse vliegers moeilijk was. In het 611 Squadron stonden Nederlanders vliegers Jan Bruinier bekend als Bruno, André Buys als Vice, Dick van den Honert als Honey en Taro Roepert Bosch als Ropy. Zomer 1941 Het 611 Squadron is vanaf 27 januari 1941 tot 20 mei 1941 gestationeerd op RAF Station Hornchurch in Essex. Na een korte stationering op RAF Rochford, ook in Essex, is men vanaf 16 juni 1941 weer op Hornchurch terug. Het squadron vliegt met Spitfire's Mk. Vb en is vrij actief met operaties in het kanaal en aan de Franse kust. Een gedeelte van de 611 Squadron vliegers op RAF Station Hornchurch in mei 1941 Foto: 611squadron Model van een Spitfire Mk. Vb, W3257, zoals gebruikt door 611 Squadron, zomer 1941 Foto: spitfiresite October 1941 Taro (Ropy) vliegt als Pilot Officer bij het Squadron, met als servicenr. 89295. Op dinsdag 21 october 1941 is er een Sweep boven het kanaal en bij de Franse kust. Taro vliegt in zijn Spitfire nr. W3227. Tijdens deze Sweep wordt hij neergeschoten door een Duitse Messerschmitt Bf 109 nabij het Franse Hardelot in departement Pas-de-Calais. De gemeente maakt deel uit van het arrondissement Boulogne-sur-Mer. Het toestel stort in zee. Het lichaam van Taro wordt geborgen en begraven in Berck-sur-Mer op de gemeentelijke begraafplaats. De familie ontvangt via het Rodekruis in december 1941 het bericht over het sneuvelen van Taro op dinsdag 21 october 1941. Algemeen Handelsblad (A.B.), maandag 22 december 1941. In januari 1950 wordt Taro bijgezet in het familiegraf op de begraafplaats Oud Eik en Duinen te Den Haag. Haagsche Courant, donderdag 26 januari 1950 Foto: ww2cemeteries Enkele Bronnen: "Nederlandse Spitfires", In cijfers en letters H. van der Meer Uitgeverij Lanasta, Emmen, 2016 "Eenige Wakkere Jongens", Nederlandse oorlogsvliegers in de Britse luchtstrijdkrachten 1940 – 1945 E. van Loo Uitgeverij Boom, Amsterdam. Tweede druk: december 2013 "De Luchtverdediging mei 1940", Band I en Band II F.J. Molenaar Staatsuitgeverij, ’s-Gravenhage, 1970. "Het Wapen der Militaire Luchtvaart in de Engelse periode 1940 - 1945", J. Tammes Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf, 's-Gravenhage 1961. "Naam- en Ranglijst der Officieren - 1940" Departement van Defensie J. Noorduyn en Zn., Gorinchem 1940 allspitfirepilots.org db.wingstovictory.nl en.wikipedia.org nimh-beeldbank.defensie.nl oorlogsgravenstichting.nl www.611squadronrauxaf.co.uk www.nederlandseluchtvaart.nl www.ww2cemeteries.com
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo okt 21, 2018 10:30 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Miente VIERSEN (34 jaar). Foto: Werelate Geboren woensdag 16 maart 1910 te Lutjegast, gemeente Grootegast (GR). Zoon van Folkert VIERSEN en Maria Wilhelmina DIJKSTRA. Op vrijdag 20 mei 1938 te Grootegast gehuwd met Hiltje SNIP. Hiltje en Miente in 1938 Foto: Stamboom Snip Uit dit huwelijk geboren Folkert, Aly, Marie, Femmy en Henk. Het gezin woonde te Een-West, gemeente Norg (DR) op de Schansweg 5. Miente was binnen de plaatselijke gemeenschap een bekend persoon. Hij hield zich o.a. bezig met werk voor de gereformeerde kerk en was lokaal bestuurder van de Nederlandse Christelijke Landarbeidersbond. Miente is betrokken geraakt bij een mislukte wapendropping in september 1944. Aan het eind van de zomer van 1944 werden door de geallieerden in de buurt van het Drentse dorp Een wapens gedropt t.b.v. het verzet. Dat was bij Allertsoog op een locatie in het wat verder weg gelegen Fochteloërveen. Bij de dropping bij Fochteloo was de Knokploeg (KP) Noord-Drenthe betrokken, samen met die van Smilde. Ook een aantal gestichtwachters, verbonden aan de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen, nam er aan deel. De dropping vond plaats op maandag 11 september 1944. Doordat vermoedelijk het afwerpmechanisme in het vliegtuig haperde, kwamen de containers helaas niet op de juiste locatie neer, maar veel verder weg. De opvanggroep verliet teleurgesteld het aangewezen terrein, ze wisten niet dat de wapens wel waren afgeworpen. Miente Viersen die dag een vracht turf ophalen voor o.a. bakker Fokkema uit Haulerwijk en stuitte daarbij op parachutes en containers met wapens. Geholpen door Aitze Hoks en Andries Veen, beide uit Haulerwijk, laadden ze de wapens op de wagen. Ze stapelden de turf er bovenop om hun vondst te verber- gen. Alledrie de mannen hebben een deel van de gevonden wapens meegenomen naar huis. Andere vervoerder en veenarbeiders waren getuige hiervan en het duurde niet lang of het werd al snel in brede kring bekend. Ook de namen van Hoks, Veen en Miente Viersen werden daarbij genoemd. Dit kwam ook de Landwacht ter ore en daardoor uiteraard ook de Duitsers. In de tweede helft van september 1944 zou Miente zijn verhoord door de Duitser, al menen sommigen dat het ondergrondse verzet, verkleed in Duitse uniformen aan de deur was geweest, op zoek naar de wapens. Het zelfde zou gebeurd zijn bij Derk ter Veld en andere inwoners in Een-West. Dat was natuurlijk al een waar- schuwing en vrienden raadden Miente met klem aan om onder te duiken. Miente wilde dat niet, misschien omdat er in zijn gezin kort daarvoor een kleine was geboren. Door loslippigheid en waarschijnlijk verraad waren de namen Ter Veld, Veen en die van Miente, bekend geworden bij de Sicherheitsdienst (SD) en de Landwacht. In de ochtend van zaterdag 21 october 1944 werden Miente Viersen en Derk ter Veld opgepakt. Bij beiden werden wapens aangetroffen. Diezelfde morgen werd in Haulerwijk Andries Veen gearresteerd. Alle drie werden naar het beruchte Scholtenhuis in Groningen gebracht. De mannen moeten vreselijk zijn mishandeld om zo een bekentenis af te dwingen. Al na enkele dagen werden de drie overgebracht naar het Kamp Westerbork. Daar is Miente met zes andere verzetsmensen op zaterdag 28 october 1944 gefusilleerd en op dezelfde dag gecremeerd. De slachtoffers: Iman van den Bosch, 53 jaar, Jochem Gorter, 39 jaar, Henk Ridder, 26 jaar, Henri Rots, 46 jaar, Adriaan Veen, 23 jaar, Derk ter Veld, 24 jaar, en Miente Viersen, 34 jaar. Een oproep om inlichtingen te verstrekken ... Ons Noorden, donderdag 21 juni 1945 Het droevige bericht dat Miente al in october 1944 is overleden. Dinsdag 30 october 1945 (onbekende krant) (Werelate) Op vrijdag 2 november 1945 werd een urn met daarin de as van 45 slachtoffers, waaronder Miente Viersen, met militaire eer bijgezet in vak S op de begraafplaats Esserveld aan de Esserweg in Groningen. Provinciale Drentsche en Asser courant, zaterdag 3 november 1945 Het Oorlogsmonument Esserveld is een gedenkteken op begraafplaats Esserveldin de stad Groningen, dat is opgericht ter herinnering aan ruim veertig tijdens de Tweede Wereldoorlog in Westerbork gefusilleerde Nederlandse verzetsstrijders. Het monument werd ontworpen en vervaardigd door de Groninger beeldhouwer Willem Valk (1898-1977). Het monument is een in witte natuursteen uitgevoerde sculptuur van een uit een urn verrijzende vrouwen- figuur, die het uit de dood oprijzende leven symboliseert. Het beeld staat op een zandstenen sokkel, waar- op een ingelijst gedicht is geplaatst. Om het voetstuk heen staat een eveneens grotendeels uit zandsteen vervaardigde u-vormige muur. Hierop zijn aan de binnenzijde gedenkstenen met de namen van 43 verzets- strijders aangebracht. Het monument op het Esserveld werd op 4 mei 1948 op sobere, doch treffende wijze onthuld. Dat werd gedaan door mevrouw M.H.J. Stouten-de Wilde, een van de drijvende krachten achter de totstandkoming van het gedenkteken. Foto's: Wutsje,6 april 2010 (Wikipedia) In februari 1951 werden, deze keer in alle stilte, urnen met de as van nog negen in Westerbork gefusilleer- de verzetsstrijders in het monument bijgezet. Op de begraafplaats te Een, aan de Vennootsweg 2, is een oorlogsmonument geplaatst ter herinnering aan de gevallenen uit Een en Een-West. Het monument heeft de vorm van een grafzerk waarop de namen staan vermeld van de slachtoffers. Boven de namen staat een kruis, links en rechts van de namen de jaartallen 1940 en 1945. De grafzerk is gemaakt van graniet. Het monument is onthuld op 4 mei 1953. Foto: Mejala, 17 april 2014 (Wikipedia) Een gedeelte uit: De Laatste Nedernazi, door Arnold Karskens, 5 februari 2013 De gebroeders Faber Het rustige bestaan van de gebroeders Faber werd in juni 1944 wreed verstoord toen vader Pieter Faber, een notoire NSB-er, werd doodgeschoten door verzetstrijdster Hannie Schaft, bekend als ‘het meisje met het rode haar’. Bij Klaas en zijn twee jaar oudere broer Pieter ontstond ‘een laaiend wraakgevoel’ volgens een Nederlands reclasseringsrapport. Ze gingen zich te buiten aan martelingen en liquidaties toen ze als Wachtmeesters der Staatpolitie werden gedetacheerd in Groningen bij een regionale afdeling van de Duit- se geheime politie, de Sicherheitspolizei(SIPO) en de geheime dienst, de Sicherheitsdienst (SD). Zo begeleidde Klaas-Carel Faber vijf verzetsmensen; Johannes Borgdorff, Derk Breukelaar, Roelof Raders- ma, Johan Wagenaar en Andries Wedzinga naar hun executieplaats in Exloo op 19 september 1944. Aan gekomen moesten de arrestanten op hun buik liggen waarna het vuurpeloton, onder wie Klaas-Carel, zich opstelde. ‘Ik durfde echter de consequentie van niet schieten eigenlijk niet te aanvaarden. Zodoende had ik mijn pistool dus ook gereed’, verklaart hij later. Zijn broer Pieter zou in zijn plaats hebben geschoten. Mede- schutter Helmut Schäper wijst echter naar Klaas-Carel Faber die volgens hem ‘één’ persoon doodschoot. Ook een ander lid van het executiepeloton wijst in zijn richting. ‘Ik ben van mening dat Faber ook één persoon heeft doodgeschoten.’ Een maand later, op 28 oktober 1944, werkte Klaas-Carel Faber in het Drentse gevangenenkamp Wester- bork samen met zijn broer opnieuw mee aan een executie. Omdat ze niet over de vereiste karabijn en staalhelm beschikten, werden die snel gezocht. In een latere verklaring aan de Duitse justitie meldt Klaas- Carel Faber: ‘Tegenover werd op ongeveer vijf meter afstand de arrestanten opgesteld. Ik heb mee geschoten, of ik een van de arrestanten heb geraakt kan ik niet zeggen. Nadat het executiepeloton had geschoten, zijn de gevangenen door leden van de Ordnungspolizeidoor pistoolschoten in het hoofd nachgerichtet.’ De lijken van de verzetsmensen Iman Van den Bosch, Jochem Gorter, Hendrik Ridder, Henri Rots, Adriaan Veen, Derk ter Veld en Miente Viersen werden verbrand in het crematorium van Westerbork. In een litanie aan terreur was Faber verder onder andere betrokken bij de executie van de verzetslieden Esmeé van Eeghen, Luitje Kremer, Krijn van der Helm en elf arrestanten op 8 april 1945 in Norg. Ook nam Klaas-Carel Faber deel aan razzia’s, zoals op 3 maart 1945 in Grijpskerk waarbij twee onderduikers werden doodgeschoten. Tussen de bedrijven door leefde hij zich met knuppels en stokken, samen met broer Piet, uit op verdachten in het SIPO en SD-hoofdkwartier, het Scholtenhuis, op de Grote Markt in Groningen. In de rechtszaak na de oorlog werd hem het medeplegen van 22 moorden ten laste gelegd. Volgens justitie hebben de broers ‘belangrijk meer moorden en doodslagen op hun geweten… Ze waren in feite beroeps- moordenaars geworden, die nog op een heel ander niveau stonden dan onze Silbertanne-klanten. De Silbertanne–moorden waren represailles op anti-Duitse elementen waarvan er ruim 50 werden gepleegd. Het verweer van Faber dat de executies rechtmatig waren omdat het partizanen betrof, houdt geen stand, want de geëxecuteerden hebben nooit een proces gehad. En evenmin dat vanaf september 1944 Hitlers Niedermachungsbefehl bestond waarbij op verdenking van verzetsactiviteiten al de kogel stond. Nieuwsblad van het Noorden, maandag 9 juni 1947 Op 9 juni 1947 werd tegen Klaas-Carel Faber de doodstraf uitgesproken wegens ‘hulp aan de vijand’ en ‘meervoudige moord tezamen en in verenging na kalm beraad en rustig overleg, opzettelijk en met voor- bedachten rade van het leven te beroven.’ De straf werd op 14 januari 1948 omgezet in levenslang. Pieter Faber werd op 10 juli 1948 geëxecuteerd voor de moord op 27 personen. Zelf verhuisde Klaas-Carel naar de Koepelgevangenis in Breda. Tweede Kerstdag 1952 tijdens het draaien van een film sloop hij met zes andere veroordeelde oorlogsmisdadigers, onder wie SS’er Herbertus Bikker, naar het kolenhok, pakte twee ladders en klom over de muur. Handlangers met auto’s vervoerde het zeven- tal linea recta naar Duitsland. Nederland vroeg om uitlevering en tussen half januari en begin april 1953 zit Faber vast, maar het Duits gerecht in Düsseldorf verwierp het verzoek, onder andere omdat Faber door een verordening ‘Erlass des Führers’ van 19 mei 1943 aanspraak kon maken op de Duitse nationaliteit. Alleen Duitse getuigen. Haarlems Dagblad-verslaggever Cees van Hoore meent echter dat Faber die heeft vergaard omdat twee functionarissen van de zogenaamde Einwanderer Zentralstelle voor de rechter een valse verklaring afleg- den over niet-bestaande Duitse voorouders van Faber. ‘Daarover is een uitgebreid rapport gemaakt door een hoogleraar in München, waarmee nooit iets is gedaan.’ In 1957 kreeg Klaas-Carel een nieuw proces voor het landgericht in Düsseldorf en werd vrijgesproken van Totschlags. De vraag rijst of er sprake was van een rechtmatige rechtsgang. Niet alleen was Faber in Nederland al veroordeeld voor moord en de deel- name aan moord, wat een tweede proces voor dezelfde feiten volgens internationaal recht onrechtmatig maakt. In het proces in Düsseldorf werden alleen Duitse getuigen gehoord die niet onwelwillend tegenover Faber stonden. Belastende verklaringen van Nederlanders kwamen niet voor in het dossier. Na deze dubieuze vrijspraak vond Klaas-Carel Faber emplooi bij de Audi-fabfrieken in het Beierse Ingolstadt en sindsdien woonde hij in de wijk Piusviertel in een flatgebouw in de Rossinistrasse. Hij overleed in mei 2012. Spijt heeft hij nimmer betuigd...... Enkele bronnen: "Represailles in Groningen 1940 - 1945" M.Brinks en J. Kooistra Uitgeverij Louise, Grou 2013 "Het Scholtenhuis 1940 -1945", Deel 1: Daden M. Brinks Profiel Uitgeverij, Bedum 2009 "Een in de Oorlog", Kroniek van een Noord-Drents dorp J. van den Berg Uitgeverij Noordboek, Groningen 2005 alledrenten.nl allegroningers.nl nl.wikipedia.org oorlogsgravenstichting.nl reportersonline.nl roderjournaal.nl thekarskenstimes.com www.archieven.nl www.historischlutjegast.nl www.openarch.nl www.werelate.org
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo okt 28, 2018 3:45 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Arie APPELDOORN (38 jaar). Foto: Westbetuwe Geboren maandag 12 februari 1906 te Herwijnen (GL). Zoon van Gerrit APPELDOORN en Sientje COUZIJN. Arie was het 6e kind van in totaal 9 kinderen. Van de 9 kinderen zijn er 4 op zeer jonge leeftijd zijn overleden. Arie Appeldoorn is 28 maart 1925 vanuit Gorinchem vertrokken naar Den Helder en in dienst getreden bij de Koninklijke Marine als matroos. Hij kreeg stamboek- nummer 9043. Na zijn opleiding in Den Helder ging hij op 6 mei 1926 naar Vlissingen waar hij zijn vervolgopleiding kreeg. Hij werd geplaatst op het Wachtschip. Vlissingsche Courant, woensdag 19 mei 1926 Wachtschip te Vlissingen Foto: Legerplaats Na het einde van zijn opleiding is hij naar Nederlands Indië vertrokken om daar aan boord van diverse schepen te varen. Vlissingsche Courant, dinsdag 5 juli 1927 In juli 1929 was zijn term in de Oost volbracht en kwam hij als matroos der 1e klasse terug naar Nederland aan boord van het ss Koningin der Nederlanden. Op 11 augustus 1929 was hij terug in Vlissingen. Heldersche Courant, donderdag 25 juli 1929 ss Koningin der Nederlanden (1932) Foto: Stoomvaart Maatschappij Nederland Heldersche Courant, zaterdag 17 augustus 1929 Op woensdag 23 october 1929 is Arie op 23 jarige leeftijd te Vlissingen gehuwd met de Vlissingse 20 jarige Catharina Tannetje de JONGE. Middelburgsche Courant, zaterdag 26 october 1929 Arie en Catharina woonden te Vlissingen. In november 1929 gaat Arie naar de Marine kazerne in Amsterdam voor het volgen van de opleiding tot telegrafist. Heldersche Courant, zaterdag 2 november 1929. Na zijn opleiding volgen er varende plaatsingen en weer een term naar Indië. In juli 1934 keert Arie terug vanuit de Oost in Vlissingen. Heldersche Courant, donderdag 17 mei 1934 ms Indrapoera Foto; Derbysulzers Vlissingsche Courant, zaterdag 4 augustus 1934 Per 1 augustus 1935 volgt zijn bevordering tot Korporaal-telegrafist. Heldersche Courant, zaterdag 28 december 1935 Na de bevordering volgt een term naar Nederlands West-Indië, geplaatst aan boord van de Hr.Ms. Jan van Brakel. Heldersche Courant, zaterdag 10 april 1937 Heldersche Courant, dinsdag 30 november 1937 Hr.Ms. Jan van Brakel Foto: Ebay Na terugkeer in Nederland met de Van Brakel volgt er een plaatsing op het Wachtschip te Vlissingen en later een plaatsing aan boord van de kruiser Hr.Ms. Tromp op 11 mei 1939. Heldersche Courant, woensdag 25 januari 1939 Heldersche Courant, zaterdag 25 maart 1939 De Tromp vertrekt in augustus 1939 naar Nederlands Indië vanwege de gespannen toestand in de wereld. Kruiser Hr.Ms. Tromp Foto: Dutchfleet Na aankomst van de Tromp te Soerabaja werd één derde van de bemanning overgeplaatst naar andere schepen. Waar Arie geplaatst is geworden is niet meer te achterhalen. Mogelijk op de kazerne, een van de vele radiostations in de archipel of als telegrafist bij een van de kustbatterijen op de eilanden. Na de Japanse inval in Nederlands Indië is Arie als krijgsgevangene in een van de Japanse kampen terecht gekomen. Door ziekte werd hij opgenomen in het hospitaal te Batavia. Na te zijn verplaatst naar het hospitaal Mater Dolorosa is hij aldaar op zaterdag 4 november 1944 overleden. Brief n.a.v. het overlijden van Arie Appeldoorn
Wijlen den Korporaal-telegrafist Appeldoorn, stamboeknummer 9043 werd vanuit het hospitaal Sint Vincentius overgebracht naar het hospitaal Mater Dolorosa met Buik Dysenterie terwijl hij reeds lijdende was aan suiker ziekte. Hij werd verpleegt op de zaal waar als geneesheer optrad den officier van gezondheid IIe klasse K.M.R. J.V.C. Cohen. Toen hij een paar dagen lag, ben ik hem gaan opzoeken. Op mijn vraag hoe gaat het met je, antwoordde opgewekt, O goed hoor. Ik heb hem nadien nog 5 maal opgezocht en met hem wat zitten praten. Hoewel helder van geest, was mijn indruk dat hij hard achteruit ging. Met de luitenant ter zee der IIe klasse K.M.R. W. Vader ook verpleegd wordende in bovengenoemde inrichting besprak ik de toestand van Appeldoorn en deze zeeofficier vond de toestand zeer ernstig. In de ochtend van den 4de november kwam luitenant Vader mij nog waarschuwen dat wilde ik van Appeldoorn afscheid nemen, ik mij moest haasten. Toen ik bij hem kwam was hij reeds buiten kennis. Ik ben toen tegenwoordig geweest bij het afleggen van het lijk. Op mijn vraag aan een zaalgenoot hoe dat verscheiden heeft plaats gehad vertelde deze man mij het navolgende. In den vroege ochtend was Appeldoorn naar de W.C. gegaan. Even later kwam hij wankelend daarvan terug en trachtte zijn bed te halen, wat hem evenwel niet gelukte. Hij viel voor zijn bed neer. De verpleger van de wacht geholpen door een patiënt hebben hem op zijn bed gelegd en toen begon doodstrijd. Het lijk was muisgrauw hetgeen volgens deskundige wees op suikerziekte in de ergste graad. Door het verplegend personeel werden de bezittingen van hem ingepakt waarbij ik meen dokter Cohen tegenwoordig was. Ik ben tegenwoordig geweest bij de begrafenis welke op de bekende Nippon manier werd verricht. Ik ben overtuigd dat gebrek aan medicijnen en goede voeding het ziekte proces van Appeldoorn hebben verhaastigd. De behandeling van de geneesheer als ook het verplegend personeel is boven alle lof. Zij deden alles wat in hun vermogen lag om het lijden van den patiënten te verzachten.
Gedaan den 15den November Marine Vliegkamp Tj. Priok De sergeant hofmeester was getekend A.C.W. van der Ent.
Voor een eensluidend afschrift De luitenant ter zee IIe klasse A.P. Ferwerda
Het droevige bericht dat Arie al in november 1944 is overleden. Provinciale Zeeuwsche Courant, dinsdag 27 november 1945 Arie is na de oorlog herbegraven op het Nederlandse Ereveld Menteng Pulo te Jakarta in Indonesië. Het graf van Arie Appeldoorn Foto: Geneanet 2005 Enkele bronnen: "Van Morse tot E-mail", 100 jaar Marineverbindingsdienst J. Buzepol en A.A. Lemmers (red.) Uitgave Koninklijke Marine, 2004 "De Tromp en haar Trompers" G.H. Kleinhout e.a. Uitgeverij Lanastas, Emmen 2003 "Gedenkrol van de Koninklijke Marine 1939-1962" en het niet gepubliceerde “Supplement" op deze gedenkrol. H.J. Floor †, Weesp, 2004. "Naamboek Koninklijke Marine 1940" Uitgave: Departement van Defensie, ’s-Gravenhage 1940 gw.geneanet.org oorlogsgravenstichting.nl www.derbysulzers.com www.dutchfleet.nl www.indischekamparchieven.nl www.legerplaats.nl www.oorlogsslachtofferswestbetuwe.nl www.stoomvaartmaatschappijnederland.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
ma nov 05, 2018 12:52 am |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. George Herbert JOHNSON (41 jaar). Foto: Lounghborough Roll of Honour Geboren in 1903 te Loughborough, County Leicestershire (Leics), Engeland. Zoon van John Edward en Louisa JOHNSON. Op donderdag 7 september 1939 is George (35 jaar) te Wymeswold (Leics) gehuwd met Kathleen Mary SMITH (26 jaar). Flying Officer Royal Air Force Volunteer Reserve Service number 108410. Flying Officer George Herbert Johnson, is tijdens zijn actieve dienst bij de Royal Air Force Volunteer Reserve overleden. Hij kreeg zijn vooraf- gaande schoolopleiding aan de Carre Grammar School te Sleaford, en het University College of Nottingham, waar hij ook speelde als centrale middenvelder in het eerste elftal. Hij gaf als onderwijzer zeven jaar les in een van de lagere scholen te Nottinghamshire. Na het behalen van zijn opleidingscertificaat als leraar te Nottingham, sloot zich aan bij de staf van de Loughborough Grammer School, waar hij de leiding kreeg van de voorbereidende afdeling. Zijn levendige en krachtige persoonlijkheid maakte hem tot een goede leraar en later, toen op het school terrein een gymnastiek lokaal werd gebouwd, nam hij de leiding van de fysieke training en atletiek coach- ing op zich. Hierin legde hij al zijn vitaliteit en energie in en inspireerde daardoor iedereen die onder zijn leiding kwam sporten. George was een natuurlijk atleet en hij speelde alle wedstrijden met veel enthousiasme. Een aantal jaren later speelde hij voetbal in de Leicestershire Nomads (1935-1939) in de Midland Amateur Alliance. Ook veel cricketers zullen hem herinneren door zijn levendig loop tussen wickets en zijn grote in- zet tot wicket behoud in de wedstrijden op het speelveld van de school. Net na het uitbreken van de oorlog, op 7 september 1939, trouwde hij met Miss Kathleen Smith uit Wymeswold, die werkzaam bij de staf van de Rosebery Primery School. Toen George vrijwillig in dienst ging bij de R.A.F. ging, nam Kathleen Johnson zijn baan over op de voorbereidende afdeling van de Loughborough Grammer School, waar ze net zo effectief te werk ging als haar man. Dat leverde veel genegenheid op van al haar collega's en ook van de leerlingen. Sinds de invasie van Normandië in juni 1944 was George Johnson op het vasteland van Europa met zijn eenheid, waar hij bezig was met de organisatie en opbouw van rust- en ontspanningscentra achter het de frontlinie, voor de rust en het welzijn van het R.A.F personeel. De dood van George, in een verkeersongeval, op 11 november 1944 was een groot verlies voor zijn collega's en ondergeschikten bij zijn eenheid in de R.A.F. en werd zeer betreurd door zijn collega’s in het onderwijs en door al zijn oud leerlingen. George Herbert Jonhson is herbegraven in Plot KK. Grave 216 van de Gemeentelijke Begraafplaats Woensel "De Oude Toren" Foto: Gravenstichting Brabant - 13 mei 2014 De oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest te Eindhoven-Woensel bevat circa 686 oorlogsslachtoffers waarvan 543 vliegers die tijdens bomaanvallen op Duitsland gedood werden. De overige 143 militairen kwamen van twee militaire hospitalen die van oktober 1944 tot het einde van de oorlog in Eindhoven waren gestationeerd. De graven zijn van 570 Britten, 50 Canadezen, 38 Australiërs, 9 Nieuw-Zeelanders, 1 Zuid-Afrikaan, 14 Polen en 4 Nederlanders. Foto: WW2 Cemeteries - 17 april 2013 Op diverse plaatsen in de County Leicestershire zijn meerdere War Memorials waar de naam van George Herbert JOHNSON op is aangebracht. Glenfield, County Hall Foto's: Leicestershire County Council - 15 oktober 2013 Loughborough, War Memorial, Bell Tower Foto's: Leicestershire War Memorials Loughborough, Hodson Hall at the Grammar School Foto's: Lounghborough Roll of Honour - 26 januari 2017 Wymeswold, Memorial Hall Foto: Leicestershire County Council - 14 juni 2013 Wymeswold, St. Mary the Virgin Church Foto's: Leicestershire County Council - 14 juni 2013 Enkele Bronnen: gravenstichtingbrabant.nl oorlogsgravenstichting.nl www.cwgc.org www.leicestershirewarmemorials.co.uk www.loughborough-rollofhonour.com www.tracesofwar.n www.ww2cemeteries.com
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo nov 11, 2018 4:00 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Jannes (Jan) de JONGE (49 jaar). Foto: Oorlogsgravenstichting Geboren donderdag 15 december 1892 te Amsterdam (NH) Zoon van Jannes de JONGE (1855 - 1904) en Jacoba SLEGT (1856 - 1897) Algemeen Handelsblad (AB), dinsdag 20 december 1892 Het gezin woonde in Amsterdam en bestond naast Jannes nog uit vijf andere kinderen, waarvan er drie voor hun 7e verjaardag kwamen te overlijden. Na het overlijden van Moeder de Jonge, trok Jannes (13 jaar) in op het adres van zijn oudere broer Albert. Jannes de JONGE is als beroepsmilitrair, met stamboeknr. 76168, in dienst van het Koninklijk Nederlands Indische Leger (KNIL) bij de het onderdeel Militaire Administratie. Op vrijdag 24 juli 1920 huwde Jannes 28 jaar te Padang Pandjang op West Sumatra, met 22 jarige Charlotte an HAACK. Uit dit huwelijk werden 6 kinderen geboren alle te Indië, twee zonen en vier dochters in de periode 1921 - 1932. Jannes diende in de jaren 30 als Adjudant Onderofficier op verschillende plaat- sen in de Archipel. Soerabaiasch-Handelsblad, zaterdag 23 november 1935 Na een lange looptijd als adjudant werd hij op 29 januari 1936 benoemd tot Onderluitenant. De Indische Courant, dinsdag 21 januari 1936 Vanwege zijn langdurige onafgebroken dienst mocht hij voor 8 maanden met verlof naar Europa. Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië, dinsdag 16 maart 1937 Het gehele gezin met de 6 kinderen, vertrekken met het motorschip Johan van Oldenbarnevelt (1930 - 1963) op 15 december 1937 vanuit Batavia naar Nederland. De Sumatra Post, woensdag 15 december 1937 Foto: Stoomvaart Maatschappij Nederland De famile is aangekomen in Amsterdam, woont vanaf 11 januari 1938 in de Warmondstraat 187 te Amsterdam. Vanaf dit adres vertrekken zij weer op 5 juli 1938 richting de Oost. De terugreis maakt men wederom aan boord van de Van Oldenbarnevelt, het schip vertrekt op 13 juli 1938 vanuit Amsterdam en zal naar verwachhting op 11 augustus 1938 aankomen te Tandjong-Priok, de haven van Batavia. De Indische Courant, maandag 1 augustus 1938 De Van Oldenbarnevelt op een uitreis, passage bij de Hembrug Foto: Stoomvaart Maatschappij Nederland Het schip is nauwelijks vertrokken uit Nederland of bij het KNIL heeft men al een nieuwe standplaats voor Jannes in de pen zitten. Hoe snel zo'n nieuwe standplaats zich kan wijzigen zien wij hieronder in de volgende twee krantenberichten. Bataviaasch Nieuwsblad (AB), woensdag 20 juli 1938 Bataviaasch Nieuwsblad (AB), woensdag 22 juli 1938 Jannes blijft geruime tijd dienst doen te Weltevreden een voorstad van Batavia. De Indische Courant, vrijdag 24 februari 1939 Oorlog in de Oost. Na het uitbreken van de Japanse vijandelijkheden in het verre oosten, de invasie en later de capitulatie van de strijdkrachten op Java op 8 maart 1942 is Jannes geplaatst op het hoofdkwartier van het KNIL te Bandoeng op Java. Vrouw en kinderen wonen ook te Bandoeng aan de Cannalaan 12. Of Jannes nog afscheid van hen heeft kunnen nemen is niet bekend. Hij wordt op 17 maart 1942 gevangen genomen en op 15 augustus 1942 overgebracht naar het Krijgsgevangenenkamp Java Branch camp 1. In october 1942 gaat Jannes de Jonge op transport met ongeveer 1700 andere krijgsgevangenen. De Tacoma Maru 1 (3000 ton) vertrok op 16 october 1942 met ongeveer 1700 Nederlandse krijgsgevan- genen (waaronder 500 reserve-officieren van het KNIL) uit Tandjong Priok naar Birma; deze groep krijgs gevangenen kwam uit het 10e Bataljon in Batavia. De krijgsgevangenen zaten in overvolle ruimen. De volgende dag brak er bacillaire dysenterie uit. Omdat isolatie van de zieken niet mogelijk was verspreid- de de ziekte zich snel: er waren spoedig honderden zieken. De Tacoma Maru 1 (1909 - 1944) voor de oorlog Foto: Combined Fleet Op 19 october 1942 bereikte het schip de rede van Singapore; hier mochten 63 ernstig zieke patiënten aan wal gebracht worden. De overige krijgsgevangenen bleven aan boord. Op 24 october 1942 vertrok het schip en voer langs de kust van Malakka in een convooi van 6 schepen. Even voorbij Pinang werd het convooi aangevallen door twee geallieerde onderzeeërs: één escorte-schip werd getorpedeerd. Het convooi vluchtte op 25 october 1942 de haven van George Town te Pinang bin- nen; hier bleef het schip negen dagen voor anker liggen. De hitte in het ruim was een verschrikking. De ernstig zieke patiënten mochten aan dek gelegd worden. Er werden geen medicijnen beschikbaar gesteld, de dysenterie breidde zich verder uit. Op de dag van vertrek overleed aan boord het eerste slachtoffer, hij werd in Pinang ter aarde besteld. Op 4 november 1942 begon de overtocht naar Rangoon; onderweg overleden iedere dag één of meer krijgsgevangenen; zij kregen een zeemansgraf. Bij aankomst in Rangoon op 7 november 1942 waren 12 man overleden; 14 zeer zwaar zieke patiënten werden direct opgenomen in het Japanse Hospitaal. De overige, waaronder Jannes, werden overgebracht naar de Gevangenis te Rangoon; er waren op dat moment ongeveer 600 dysenterie patiënten. Op donderdag 9 november 1944 wordt Jannes ernstig ziek. Hij is een van de dysenterie patiënten. In de gevangenis te Rangoon vinden 220 krijgsgevangenen de dood. Er waren geen medicijnen beschik- baar. De vier Nederlandse doktoren (waaronder Van Hasselt, D.Brouwer en Reeling Knap) konden de ziekte uiteindelijk enigszins onder controle krijgen door de zieken streng te isoleren in de ziekenzalen. Op zaterdag 18 november 1942 om 01.01 uur LT komt Jannes te overlijden aan de gevolgen van dysenterie. Zijn stoffelijk overschot wordt in een collectieve uitvaart nabij het logistieke crematorium te Rangoon, Birma begraven. Japanse internerigskaart Jannes (Jan) de Jonge (voorzijde) Japanse internerigskaart Jannes (Jan) de Jonge (achterzijde) Foto's: Nationaal Archief Na de oorlog is het stoffelijk overschot van Jannes de Jonge herbegraven op het Nederlands ereveld Menteng Pulo te Jakarta, Indonesië. Foto: Oorlogsgravenstichting - 2005 NB: De naam van Jannes de Jonge komt voor op de dodenlijst van de gevangenis te Rangoon als nummer 135 van de totaal 326 doden op deze lijst (lijst P.Harkema). Op het grafmonument staat Art. (Artillerie), dit moet zijn Adm. (Administratie). Enkele Bronnen: "Naam- en Ranglijst der Officieren en Reserve-Officieren van het Koninklijke Nederlandsche Leger en van de Officieren van het Koninklijke Nederlandsch- Indische Leger 1940" Uitgave, met voorkennis van het Departement van Defensie, J. Noorduyn en Zoon N.V., Gorinchem 1940 archief.amsterdam indearchipel.com nl.wikipedia.org oorlogsgravenstichting.nl www.gahetna.nl www.japansekrijgsgevangenkampen.nl www.shbss.org/birma-siam-spoorweg www.stoomvaartmaatschappijnederland.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo nov 18, 2018 7:00 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Czeslaw GEBACKZA (28 jaar). Foto: Niebieska eskadra Geboren vrijdag 14 juli 1914 te Bukowiec Gorny, Leszno te Polen. Een jaar vóór zijn opkomst als dienstplichtige, bood hij zich aan voor vrijwillige militaire dienst, omdat vrijwilligers zelf hun krijgsmachtonderdeel konden kiezen. Czeslaw wilde piloot worden. Hij diende zijn militaire diensttijd in het 3e luchtvaart- regiment in Ławica in Poznań. Hij zou graag permanent als vlieger bij de luchtmacht willen blijven, maar vanwege de spat- aderen die hij tijdens het harde werken in de smederij van zijn vader had gekregen, kon hij niet veel vliegen. Na zijn ontslag uit de luchtmacht, bleef hij werken in Poznań. Tijdens de mobilisatie moest Czeslaw opnieuw in dienst. Czeslaw als vlieger tijdens zijn opleiding Foto: Bukowiec-Gorny Tijdens de Duitse invasie van Polen die begon op 1 september 1939 werd de Poolse luchtmacht groten- deels vernietigd. De overgebleven toestellen werden buitgemaakt of teruggetrokken naar Roemenië. Veel Poolse piloten konden ontsnappen naar Frankrijk. Daar werden ze gehergroepeerd in squadrons die vlogen met Franse gevechtsvliegtuigen. Na de Franse overgave volgend op de Slag om Frankrijk werden de Poolse eenhe- den deel van de Britse luchtmacht. In totaal zouden 15 Poolse squadrons geformeerd worden bij de RAF: 5 bombersquadrons en 10 fightersquadrons. Woensdag 25 november 1942 Voor het eerst sinds tien dagen voert het Britse Bomber Command weer een operatie bij daglicht uit. Zes Wellingtons en vijf Lancasters worden uitgezonden op een z.g.n. "Cloud-cover raid" naar Essen in het Roergebied en vijf andere kleine Duitse doelen. De meeste vliegtuigen keren terug op hun basis vanwege een te dun wolkendek. Eén Wellington bom- bardeert schepen voor de Nederlandse kust. Eén Lancaster en één Wellington gaan verloren. Vliegtuig op een barakkenkamp te Bergen (NH)In Engeland maken op vliegveld RAF Ingham te Lincolnshire drie Wellingtons zich gereed voor een aan- valsvlucht naar vliegveld Bergen. Het is woensdag 25 november 1942 rond de middag. Twee van de op- gestegen Wellingtons breken kort na het opstijgen hun missie af, er is onvoldoende "wolkendekking" ('too thin and breaking'). Het toestel, de Wellington Mk. IV met rompcode Z 1495 en callsign. BH- ? van het 300 (Polish) Squadron vlieg gewoon door, en laagvliegend = een Duitse verslag spreekt van lager dan 50 meter = nadert de eenzame bommenwerper vliegveld Bergen. Om 13.23 uur LT passeert de Z 1495 Bergen aan Zee en zet koers naar het vliegveld war de opgestelde luchtafweer onmiddellijk het vuur opent. De bemanning van het toestel werpt zijn brisantbommen echter gewoon af, zij het dat ze allemaal buiten het vliegveld terechtkomen. Het toestel wordt wel geraakt en de piloot ziet geen kans om het toestel onder controle te krijgen. De machine glijdt langzaam weg in noordelijke richting, verliest hoogte en boven het Bergerbos is er geen houden meer aan. Het raakt de boomtoppen en even later gaat de kist onder groot geraas neer in een wei- land, onder de Bergenaren bekend als de "Vinkenkrocht" aan de Breelaan. Het is 13.28 uur. Op het weiland, aan de bosrand staan veel gecamoufleerde voormalige Nederlandse barakken, die nu in gebruik zijn bij de Duitsers. Het vliegtuig ploft neer precies tussen twee barakken en onmiddellijk ontstaat een grote brand. Het ongelooflijke gebeurt: vier van de vijf bemanningsleden komen al kruipende uit het wrak te voorschijn. Drie blijken lichtgewond, de vierde is er erger aan toe. Uiteraard is vanaf het vliegveld het gehele gebeuren gevolgd. De Duitse brandweer, aanwezig op het vlieg- veld, rukte onmiddellijk uit onder commando van Brandmeister Flasch, en is binnen korte tijd aanwezig bij het fel brandende vliegtuig en de barakken. Ook de brandweerkorpsen uit Bergen en Alkmaar melden zich op de onheilsplek. Omdat er nóg een bemanningslid moet zijn gaat de Duitse brandweercommandant in het wrak op zoek. Hij vindt slechts een ‘verschrompeld pakketje’ knopen en ritssluitingen. De staartschutter van de Welling- ton, sergeant Czeslaw GEBACKZA heeft het in tegenstelling tot zijn collega’s niet gered …
Het uitgebrande wrak tussen de barakken Foto's: Aircrew Remembered De Wellington Z 1495 wordt maar 19 weken oud. Hij is tussen 8 en 21 juli 1942 in gebruik genomen bij 330 Squadron en maakt tot de crash bij Bergen 21 operationele vluchten. Er zijn gevallen bekend waar- bij een vliegtuig al bij de eerste vlucht verloren ging. De vijf bemanningsleden komen in juli 1942 bij het squadron. Zij maken tussen de 21 en 24 missies naar vijandelijk gebied. De mannen allemaal afkomstig uit Polen waren; Sergeant Wladislaus KAZMIERZACK, piloot, 22 jaar, Sergeant Joseph SKONIECZNY, radio operator, 37 jaar, Sergeant Czeslaw GEBARCZKA, staartschutter, 28 jaar, gesneuveld, Sergeant Stanislaw ABLAMOWICZ, frontschutter, 37 jaar en Flying Officer Jan GERSTAL, waarnemer, 28 jaar. De vier Wellington gewonden worden na geneeskundige hulp naar Duitsland overgebracht. Joseph SKONIECZNY gaat zienderogen achteruit en hij moet naar het ziekenhuis in Stadtroda. Daar sterft hij op 6 februari 1943. Op het BERLIN 1939-1945 WAR CEMETERY in Berlijn vindt hij zijn laatste rustplaats. Vreemd sterfgeval De zoon van losarbeider Adriaan Doffer, aan de Achterweg 15 te Bergen, de negen jarige Wilhelmus Jacobus Cornelis overlijdt op de dag van de crash onder verdachte omstandigheden. In de loop van de middag wordt de jongen misselijk. In de avond verslechtert zijn toestand en zijn ouders waarschuwen dokter Poot die snel komt. De arts kan maar weinig doen en als hij overweegt de jongen naar het zieken- huis te laten overbrengen sterft het kereltje onder zijn handen. In bergen gonst het direct van de geruch- ten. Zou de jongen, die bij het vliegtuigwrak was wezen kijken, "pillen" hebben gevonden en deze hebben ingenomen? Het bleken achteraf tabletten te zijn om zout zeewater te kunnen drinken ter overleving .... Czeslaw GEBACKZA is begraven op de Algemene Begraafplaats te Bergen (NH) aan de Kerkedijk in het gedeelte van de oorlogsgraven in Plot II, Rij E, Graf 1. 22 maart 2011 22 maart 2011 17 april 2014 Foto's: André Reijniers - 17 april 2014 Bezoek uit Polen In een klein Pools plaatsje vraagt Anna Markiewicz - Gebackza, zuster van Czeslaw zich al jaren af wat er toch met haar broer is gebeurd. In de oorlog hebben ze in Bukowiec-Gorny, waar de Gebackza's wonen, amper informatie, maar na afloop , als de Polen geheel onder invloed van haar machtige oosterbuur staat, sijpelt er met stukjes en beetjes toch nieuws naar het Poolse platteland en de familiekomt te weten dat Czeslaw is omgekomen en dat hij een graf in Nederland heeft. Natuurlijk willen ze het graf bezoeken, maar vooralsnog ziet de familie geen kans deze wens te verwezenlijken. De jaren verstrijken, het verlangen blijft bestaan. Jaren later als de omstandigheden in Polen drastisch zijn verbeterd, doet zich een gelegenheid voor. Het is augustus 1992 en een zang- en dansgezelschap uit de omgeving waar de familie Gebackza wonen zal een bezoek aan Nederland brengen. Anna raakt geëmotioneerd bij de gedachte dat ze eventueel mee zou kun- nen naar het verre vreemde land waar haar broer begraven ligt en als ze uiteindelijk samen met haar twee dochters, Irene en Danula op reis gaat naar Nederland gaat een grote wens in vervulling! In Drachten is de heer Braam intussen al bezig met het lokaliseren van het graf en als de drie Poolse vrou- wen arriveren arrangeert Braam op 26 augustus 1992 vervoer naar Bergen waar Jaap Kroon van de stich- ting Remembrance and Friendship ze opwacht. Jaap Kroon was in november 1942 elf jaar oud, woonde in Bergen en zag hoe het vliegtuig werd geraakt door het Duitse luchtafweergeschut. Hij begeleidt Anna, Irene en Danula naar het graf van haar broer Czeslaw en vertelt wat er op die woensdag 25 november 1942 is gebeurd.De drie vrouwen leggen bloemen op het graf en blijven er een hele tijd. Eindelijk is hun wens in vervulling gegaan. Anna:
"De grafsteen van mijn broer staat als eerste in een reeks grafstenen, omringd door bloeiende rozen. We legden bloemen uit Drachten, staken kaarsen aan uit Polen, legden op het graf een beetje aarde uit Bukowiec afkomstig van mijn moeders graf. Ook heb ik een rozenkrans opgehangen die door de Paus in Rome was ingewijd. Op de grafsteen van mijn broer staat een Poolse adelaar met kroon, precies zijn naam, de achternaam, de geboortedatum en die van zijn dood. Geknield bij het graf, leek het me dat ik nu op de begrafenis van mijn broer was en toen kon ik pas echt geloven dat mijn broer dood was ..."
Anna met één van haar dochters aan het graf van Czeslaw, 26 augustus 1992 Foto: Bukowiec-Gorny Enkele Bronnen: "Vliegveld Bergen NH 1938 - 1945" J.H. Schuurman Uitgeverij De Coogh, Bergen 2001. "The Bomber Command War Diaries", An operational reference book 1939 - 1945 M. Middlebrook and C. Everitt Midland Publishing Limeted, Leicester, England 1996 en.wikipedia.org listakrzystka.pl niebieskaeskadra.pl www.aircrewremembered.com www.beeldbankbergen.nl www.bukowiec-gorny.pl www.cwgc.org www.polishwargraves.nl www.rafingham.co.uk
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
ma nov 26, 2018 12:30 am |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Klasinus (Klaas) van TONGEREN (29 jaar). Foto: Oorlogsgravenstichting Geboren maandag 2 december 1912 te Kesteren (GL). Zoon van Peter van TONGEREN en Francina Maria WELVAART. Tielsche Courant, dinsdag 10 december 1912 De familie Van TONGEREN, met hun zeven kinderen. Klaas vooraan, rechts Oorlogsgravenstichting Klaas studeert voor radiotelegrafist 1e klasse tijdens zijn werk bij Radio Holland. Na het behalen van zijn diploma gaat hij in dienst bij de Koninklijke Marine. Hij krijgt als seinersmaat het stamboeknummer 12063. De Tijd, zaterdag 18 maart 1933 Op 1 mei 1935 volgt zijn bevordering tot Korporaal-telegrafist. Na een dienst- periode in Nederlands Oost Indië keert hij op 6 maart 1937 vanuit Soerabaja terug naar Nederland waar hij per 8 october 1937 zich vestigt in Amsterdam. Klaas verlaat de marine, wordt automatisch ingedeeld bij de Koninklijke Marine Reserve (KMR) en moet, indien het vaderland hem nodig heeft, opnieuw opko- men. Na een verlofperiode gaat Klaas als vliegtuig-telegrafist in dienst bij de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (KLM). Lang heeft Klaas niet van zijn nieuwe baan kunnen genieten. De afkondiging van de Algemene Mobilisatie van de Nederlandse strijdkrachten op 28 augustus 1939 doet Klaas verplicht terugkeren naar de Marine als korporaal-telegrafist KMR. Gezien zijn vliegervaring bij de KLM wordt hij geplaatst bij de Marine Luchtvaart Dienst (MLD). Klaas (27 jaar) treedt op 14 december 1939 in het huwelijk met de in Amsterdamse 23 jarige Louisa Maria ROELOFSEN. De jong gehuwden betrekken in Amsterdam een woning aan de Argonautenstraat 75 III. Onbekende krant, collectie CBG Verzamelingen Op 5 mei 1940 wordt hun dochter Louisa Francina Marie (Wieselientje) geboren. Onbekende krant, collectie CBG Verzamelingen Slechts enkele dagen later, 7 mei 1940, worden alle verloven ingetrokken gezien de dreigende situatie in Europa. Een inval door onze Oosterburen is verwachtbaar. Vrijdag 10 mei 1940. Duitse inval in Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk. Na enige dagen felle tegenstand te hebben geboden tegen de Duitsers, besluit de Bevelhebber de Zeestrijdkrachten om zoveel mogelijk personeel en materieel via Frankrijk naar Engeland over te brengen. De MLD vertrekt voor de capitulatie met alles wat enigszins kan vliegen en bruikbaar is om de strijd vanuit Engeland voort te zetten, richting Frankrijk. Vanuit Frankrijk maakt men met de eigen vliegtuigen de oversteek naar Engeland. Het personeel dat niet mee kan vliegen maakt vanuit Cherbourg op 30 mei 1940 de oversteek aan boord van de Batavier II. Het schip met aan boord 279 personeelsleden, inclusief enkele van de landmacht krijgt een escorte van de mijnenveger Hr.Ms. Jan van Gelder. In Milfordhaven volgt ontscheping, de MLD is voornemens de strijd voort te zetten. Limburgsch Dagblad, zaterdag 24 augustus 1940 Klaas als Korporaal Telegrafist KMR in Engeland Foto: 320 Squadron Operaties Op 10 juni 1940 wordt het 1e Escadrille opgericht in Pembroke Dock in Wales. De eenheid is de voorloper van het 320 Dutch Squadron. Het Escadrille vliegt met hun eigen Fokker T.VIII-w toestellen die meegenomen zijn uit Nederland. Ze worden ingezet voor o.a. konvooi begeleiding boven de Ierse zee. Ook zijn er speciale opdrachten, zoals de geheime opdracht Tjeukermeer. In bezet Nederland is men bezig om een geheim spionagenetwerk op te zetten. De marineofficier L.A.J.R. (Lodo) van Hamel was 's nachts per parachute gedropt bij Hillegeom en zette in vier tot vijf weken enkele inlichtingengroepen op en een permanente radioverbinding met Engeland. Zijn taak was volbracht en Van Hamel moest terug naar Engeland om verslag uit te berengen. Een vliegtuig van het 320 Squadron, de voormalige R-7, nu RAF registratie AV961 met als bemanning officiervlieger H.Schaper, officiervlieger W.J. Ritte en de korporaal Klaas van Tongeren moesten onder de vlag van "Operation Windmill" op het Tjeukermeer in Friesland, Van Hamel gaan oppikken. Op 13 oktober 1940 zou men een poging wagen, maar door het slechte weer was het maken van een start onmogelijk. 14 oktober een nieuwe poging, star- ten lukt, goed vliegweer, maar bij het Tjeukermeer grondmist. Men probeert er te landen maar dat is onmogelijk. Terug naar Engeland. In de nacht van 15 op 16 oktober een nieuwe poging. Alles schijnt goed te gaan, het toestel gaat, na ontvangst van het afgesproken lichtsignaal, over tot de landing op het meer. Als na de landing Ritter zijn hoofd buitenboord steekt om het wachtwoord te vragen, krijgt men een mitrailleursalvo als antwoord. De zaak is verraden .... Klaas van Tongeren reageert snel en goed. Eén korte vuurstoot uit zijn mitrail- leur brengt de vijand tot zwijgen. Schaper wacht niet verder af en schuift de gashendels naar voren. Het anders zo rustige Tjeukermeer is verandert in een heksenketel. Zoeklichten flitsen aan en machinegeweren beginnen te knetteren. Het toestel weet los te komen en komt veilig aan in Engeland. Waar de schade kan worden opgenomen. Men telt later 40 treffers in de romp en de motoren van het toestel. Klaas kwam tot de ontdekking dat er een aantal kogels in zijn parachutepak za- ten. Met Lodo van Hamel liep het niet zo goed af. Hij werd uiteindelijk gearres- teerd en ter dood veroordeelt. De uitvoering van de geheime opdracht, waarvoor Schaper werd onderscheiden met de Militaire Willemsorde en Ritte en Van Tongeren het Bronzen Kruis met een eervolle vermelding was een van de laatste wapenfeiten van de Nederlandse Fokker T.VIII-w drijvervliegtuigen. De Fokker T.VIII-w, R-7 van de MLD in dienst van de RAF als AV961 Foto: 320 Squadron Vliegtuigen Het squadron vliegt nu niet meer met drijvervliegtuigen maar met de Avro Anson en ook met toestellen van het type Lockheed Hudson. Klaas als telegrafist, juli 1941 Foto: Londen of Berlijn?, naar een schilderij van Frank E. Beresford, juli 1941 De Sumatra Post, woensdag 15 januari 1941 RAF station Leuchars, Schotland zomer 1941 Foto: 320 Squadron Alle Hens Er wordt dagelijks gevlogen met de Hudsons voor konvooi begeleiding en patrouilles bij de Noorse kust. Ook zijn er verliezen te melden van zowel vliegtuigen als personeel. De Lockheed Hudson Mk. III V8983 NO-F "Middelburg" van 320 Squadron Foto: Nederlands Instituut Militaire Historie De bemanning gereed voor een oefenvlucht met de Hudson Mk. I T9286 NO-G. Links, Officier-vlieger R. de Boer. Midden, Klaas. Rechts, Vliegtuigtelegrafistmaat P. Leentjes. Foto: 320 Squadron Operaties December 1941 De Hudson Mk. III V9036 NO-O "Maskassar" voor de fatale vlucht op 2 december 1941. Links Officier-vlieger J.D. Dolman. Rechts Korporaal telegrafist T.J. Gast (niet in de bemanning) Foto: 320 Squadron Vliegtuigen De Hudson Mk. III V9036 "Makassar" is betaald met ingezamelde gelden uit Nederlands Indië en in dienst gesteld op 21 september 1941. Op dinsdag 2 december 1941 vertrekt de Hudson "Makassar" NO-O van 320 (Dutch) Squadron van de RAF basis Leuchars te Fife aan de oostkust van Schotland voor een operationele vlucht bij de Noorse kust. De bemanning bestaat uit: Jan Dirk DOLMAN (30 jaar), Officier vlieger; Antoon BOM (23 jaar), Marinier 2e klasse; Hendrikus Wilhelmus de LIJN (24 jaar), Korporaal vlieger; Klaas van TONGEREN (29 jaar), hij is op deze dag jarig, Sergeant telegrafist KMR. Tijdens de vlucht is het toestel door onbekende oorzaak neergestort (een vijandelijke actie, wordt niet uitgesloten) nabij Lista Fyr in Noorwegen. Het vermoeden bestaat dat tijdens de dicht mist het toestel tegen een rotswand is gevlogen. Bij deze ramp komen de vier bemanningsleden om het leven. Hun stoffelijke resten worden door de Duitsers geborgen en bij de naburige plaats Vanse begraven. Op 28 januari 1942 komt via het Roode Kruis het bericht van overlijden van de bemanningsleden aan bij de familie in Nederland. De Telegraaf (A.B.), dinsdag 10 februari 1942 De Heldersche Post, Albert Chambon, Den Helder zaterdag 22 augustus 1942 Het Vrije Volk, zaterdag 24 mei 1947 Twentsch Dagblad Tubantia, maandag 30 april 1951 De graven van de bemanning zijn later overgebracht naar het Nederlands ereveld in Oslo. Foto's: Oorlogsgravenstichting Het Nederlandse ereveld telt 23 graven van Nederlanders die omkwamen in Noorwegen, Zweden en Finland. Onder hen militairen van de Koninklijke Marine en vrouwelijke gevangenen van het concentratiekamp Ravensbrück, die door het Zweedse Rode Kruis onder leiding van Graaf Folke Bernadotte werden geëvacueerd. Adres van het ereveld is: Sørkedalsveien 66 0369 Oslo Noorwegen Zie ook : Ter Herinnering aan .... Jan Dirk DOLMAN, van 2 december 2012 Enkele bronnen: "Eenige Wakkere Jongens", Nederlandse oorlogsvliegers in de Britse luchtstrijdkrachten 1940 - 1945. E. van Loo Uitgeverij Boom, Amsterdam. Tweede druk: december 2013. "Alle Hens van 320 Squadron", Peroneelsbestand No. 320 Squadron 1940 – 1946. N. Geldhof Uitgeverij Geromy B.V., Maarssen 2007. "De Operaties van 320 Squadron" N. Geldhof Uitgeverij Geromy B.V., Maarssen 2006. "De Vliegtuigen van 320 Squadron" N. Geldhof Uitgeverij Geromy B.V., Maarssen 2006. "Gedenkrol van de Koninklijke Marine 1939-1962" en het niet gepubliceerde "Supplement" op deze gedenkrol. H.J. Floor †, Weesp 2004. "RAF Coastal Command Losses of the second World War", Aircraft en Crew Losses, Volume 1, 1939 - 1945 . R. McNeill Midland Publishing, Hinckley, Engeland 2003. "Londen of Berlijn ?", De KLM en haar personeel in oorlogstijd Deel 1: 1939 – 1941 J. Hagens Uitgeverij Bonneville B.V., Bergen (NH) 2000. "320 Squadron RAF Memorial 1940 - 1945" J.P. Kloos Uitgave: In eigen beheer, 2e herziene druk, 1992. "De Koninklijke Marine in de Tweede Wereldoorlog" Deel: 3 Ph.M. Bosscher Uitgeverij van Wijnen, Franeker, 1990. "Vleugels van de Vloot", De geschiedenis van de Marine Luchtvaart Dienst L. Honselaar Uitgevers Wyt, Rotterdam 1950, cbg.nl oorlogsgravenstichting.nl regionaalarchiefrivierenland.nl www.4en5mei.nl www.amsterdam.nl www.archieven.nl www.onderscheidingen.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
ma dec 03, 2018 12:30 am |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Wolter WOLTERS (49 jaar). Foto: Kamp Amersfoort Geboren woensdag 21 juni 1893 te Groningen (GR). Zoon van Johannes WOLTERS en Imke Grietje MOLENKAMP. Nieuwsblad van het Noorden, zondag 25 juni 1893 Op 29 jarige leeftijd te Groningen gehuwd met de 25 jarige Anje DIJKEMA. Nieuwsblad van het Noorden, maandag 10 juli 1922 Uit dit huwelijk twee dochters en een zoon Woonplaats: Groningen, Korenbloemstraat 8 Beroep: Transportarbeider; stoker op de gasfabriek; tevens was Wolter kaderlid van de Centrale Bond van Transportarbeiders (CBT) van het NVV. Ook de neef van Wolter, Durk Wolters, is als vrachtwagenchauffeur werkzaam voor Van Gend & Loos, lid van de CBT. Al snel wordt Durk ook actief kaderlid en zal zich ook roeren in de strijd voor lotsverbetering van zijn collega’s. Ergens in deze jaren is Durk lid geworden van de Communistische Partij Nederland (CPN). In eerste instantie vervult hij daar geen kaderfunctie. Durk Wolters wordt voorgedragen voor de kieslijst van de gemeente Groningen in 1939. Wolter zijn oom en ook actief kaderlid in de CBT zag het lidmaatschap van de gemeenteraad niet zo zitten en vond dat zijn neef Durk theoretisch en verbaal bekwamer was dan hijzelf. En zo gebeurde het en werd Durk naar voren geschoven en verkozen. Con- form het beleid van het NVV werd Durk geroyeerd als lid. Wolter bleef actief kader- lid van de CBT en is ook actief lid binnen de CPN afdeling Groningen. De CPN was al ruim voor de Tweede Wereldoorlog fel gekant tegen het fascisme. Zo verleenden de communisten hulp aan Duitse antifascistische vluchtelingen en steunden met illegale lectuur en geld het verzet in Duitsland. Na de Duitse invasie van mei 1940 werd de partij dan ook verboden. De CPN besloot daarom al snel om een ondergrondse organisatie op te richten, waarmee het de eerste verzets- organisatie van Nederland werd. Eén van de verzetsdaden van de CPN was de uitgave en verspreiding van de ille- gale krant 'De Waarheid'. Deze krant kan gezien worden als de opvolger van de door de bezetter in juli 1940 verboden communistische krant 'Het Volksdagblad'. 'De Waarheid' werd ook regionaal verspreid onder veel verschillende namen. In Groningen, en de rest van het noorden, heette de krant 'Noorderlicht. ' 'Noorderlicht' is tussen 1940 en 1941 een aantal keren in het noorden verspreid. In de provincie Groningen zat o.a. in Oude Pekela een verzetshaard van commu- nisten, die ook wel de verzetsgroep 'Noorderlicht' genoemd werd. Wolter Wolters was één van de makers en verspreider van het 'Noorderlicht'. Na de Februaristaking van 1941 werden naast het 'Noorderlicht' ook veel andere ille- gale pamfletten gedrukt en verspreid. Naast Wolter hielpen ook zijn vrouw Anje en de kinderen met de verspreiding van het illegale drukwerk. Een gedeelte van 'Noorderlicht', nieuwjaar 1941 Noorderlicht No. 3, woensdag 1 januari 1941 Wat opvalt is dat het 'Noorderlicht' in elke editie (100 tot 300 exemplaren) fel tegen elke vorm van antisemitisme en Jodenvervolging protesteerde en een ieder opriep om zich tegen het antisemitisme te verzetten. Het verzet tegen het antisemitisme kwam tot uiting in de Februaristaking van 1941. Deze staking leid- de bij de bezetter echter tot verscherpte terreur, waardoor er eind februari van datzelfde jaar de eerste arrestaties plaatsvonden in Groningen. In de nacht van vrijdag 28 februari op zaterdag 1 maart 1941 is Wolter gearres- teerd door de SD nadat hij pamfletten in de jassen van collega's had gestopt. Wolter is de eerste van de Noorderlichtgroep die is aangehouden. Na een verhoor in het beruchte Scholtenhuis in Groningen, verblijft hij zeven maanden in het Huis van Bewaring te Groningen. In de maanden die daarop volgden werden er nog eens tientallen communisten opgepakt. Deze eerste arrestatiegolf was voor de noordelijke communisten een zware tegenslag. Maar de organisatie herpakte zich en het 'Noorderlicht' bleef verschijnen tot een tweede arrestatiegolf, toen vrijwel alle medewerkers gearre- steerd werden. Rond de 55 mensen werden in Groningen gearresteerd vanwege hun verband met de krant 'Noorderlicht' en werden naar verschillende concen- tratiekampen gestuurd. Toen de Noorderlichtgroep in Groningen in februari 1941 werd opgerold werd het Noorderlicht op 5 maart 1941 voor de eerste en laatste maal in Leeuwarden ge- maakt in de Insulindestraat bij Eds en Klaaske van der Heide en van daaruit ver- spreid. Kort daarna werden vrijwel alle medewerkers gearresteerd en ging het 'Noorderlicht' ter ziele. Na zijn verblijf in het Huis van Bewaring te Groningen ging Wolter op 27 juli 1941 met 7 overige arrestanten op transport naar het Oranjehotel te Scheveningen. In Scheveningen heeft dochter Emmy haar vader in augustus 1941 nog bezocht. Vanuit Scheveningen ging hij naar Kamp Amersfoort dat sinds augustus 1941 was geopend. In Kamp Amersfoort verbleef hij met vele andere gearresteerde commu- nisten. In Amersfoort waren in het eerste jaar mishandelingen aan de orde van de dag. Eten kregen de gevangenen nauwelijks. Het barre winterweer en de slechte hy- giëne en gebrekkige medische verzorging putten gevangenen verder uit. In het kamp troffen de Groningers 101 Sovjet-Russische krijgsgevangenen, die als bolsjewistische Untermenschen op beestachtige wijze werden mishandeld en als afschrikwekkend voorbeeld moesten dienen voor Nederlandse communisten. In Amersfoort ook viel het eerste dodelijke slachtoffer onder de Groningers. Ook neef Durk WOLTERS, gearresteerd in mei 1941, komt op 25 oktober 1941 vanuit Groningen naar Kamp Amersfoort. Hij wordt later, in november 1941 overgebracht als gijzelaar naar Haaren (NB). Of oom en neef elkaar hebben ontmoet in Kamp Amersfoort is niet bekend. Vanaf februari 1942 volgden kort na elkaar de transporten plaats naar Buchen- wald en andere kampen. Wolter ging op 25 september 1942 op transport naar kamp Neuengamme bij Hamburg, Duitsland. Hij kreeg daar kampnummer 10329. De meerderheid van de Groningse communisten kwam al in het eerste jaar van hun verblijf in deze kampen om het leven. Wolter WOLTERS kwam op woensdag 9 december 1942 om het leven in Neuengamme. Er is geen doodsoorzaak van Wolter opgegeven. Nieuwsblad van het Noorden, zaterdag 19 december 1942 In de bewaard gebleven dodenboeken van Neuengamme (registratie van overleden gevangenen) staan verschillen- de ziekten waaraan gevangenen zijn gestorven: enteritis, tuberculose, dysenterie, hartfalen, enz. Dat is verhullend. De ware doodsoorzaak zijn vrijwel altijd de abominabele omstandigheden in het kamp geweest. Bovendien zijn de gegevens volledig onbetrouwbaar. Vaak werd er in de regi- stratie maar wat opgeschreven. (Bron: Nederlanders in Neuengamme)Wolter WOLTERS is na de oorlog herbegraven op het Nederlands ereveld te Hamburg-Ohlsdorf. Hij heeft samen met Johan Hendrik ZWEBE een laatste rustplaats gevonden in een dubbelgraf. Foto's: Oorlogsgravenstichting Durk WOLTERS wist begin 1942 vanuit Haaren (NB) te ontsnappen waarna hij zich schuil hield op verschillende adressen in Amsterdam. Vanaf oktober 1942 bracht Durk in het kader van het Solidariteitsfonds en het Nationaal Steun Fonds (NSF) geld en bonkaarten bij onderduikers in de Haarlemmerpoortbuurt. In 1943 sloot hij zich aan bij de Raad van Verzet in Amsterdam en organiseerde hij sindsdien als commandant van een sabotagegroep verschillende acties. Op 25 april 1945 werd Durk, op het moment waarop twee groepsleden verslag uitbrachten van een overval op een NSB’er, op de Bloemgracht door de Sicherheits Polizei overvallen en doodgeschoten. Durk Wolters ligt begraven op het ereveld van Bloemendaal. Enkele Bronnen: monument.vriendenkringneuengamme.nl nl.wikipedia.org oorlogsgravenstichting.nl www.geertsterringastichting.nl www.genealogieonline.nl www.kampamersfoort.nl www.openarch.nl www.vakbondshistorie.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo dec 09, 2018 10:00 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. René Paul WIRIX (38 jaar). Foto: Opdat wij niet vergeten Geboren donderdag 30 januari 1902 te Den Haag (ZH) Onbekende krant, december 1902 = Cbg Verzamelingen Zoon van Anthonie Petrus WIRIX en Justine Constance van MANSVELT Haagsche Courant , vrijdag 2 januari 1903 Naast zoon René Paul bestond het gezin ook uit dochter Bella Virgina, geboren op vrijdag 3 augustus 1900. René volgde de voetsporen van zijn vader als beroepsmilitair in de Nederlandse krijgsmacht. Na zijn opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie (K.M.A.) te Breda volgde op 3 juli 1925 zijn benoeming tot 2e luitenant bij het wapen der infanterie. Hij werd geplaatst bij 4e Regiment Infanterie dat gelegerd was in de Moschpoort kazerne te Leiden. Rotterdamsch Nieuwsblad, vrijdag 3 juli 1925 Naast beroepsmilitair was René ook een enthousiast radio-zendamateur. Radio Wereld, nr. 15, 12 april 1928 Op maandag 1 juli 1929 te Arnhem (GL) huwde René, 26 jaar met Christine Pauline DOERRLEBEN, 23 jaar. Arnhemsche Courant, maandag 1 juli 1929 Uit dit huwelijk werd te Den Haag op zaterdag 28 juni 1930 zoon Karel Paul geboren. Het Vaderland, maandag 30 juni 1930 In 1929 is hij leider der Experimentele afdeling van de Nederlandsche Vereeniging voor Internationaal Radio-Amateurisme (N. V. I. R.). Ook heeft hij in hun huis aan De Bruijnestraat 36 een eigen zendstation met als roepnaam PAORW. Ook is hij lid van de van de examencommissie afgifte vergunningen radio-zendamateurs. Van zijn standplaats te Leiden bij het 4e R.I. gaat hij, inmiddels bevordert tot 1e luitenant, in october 1931 naar de normaalschietschool te Den Haag. Amersfoortsch Dagblad - De Eemlander, donderdag 8 october 1931 Gedurende de periode 1931 - 1937 volgen er nog verschillende overplaatsingen, maar waarschijnlijk ligt zijn hart toch meer bij de radio-zendamateurs. Na enige tijd op non-actief gesteld te zijn gaat hij per 1 augustus de militaire dienst verla- ten. De Militaire Spectator, 1 september 1937 Of René Paul direct na zijn eervol ontslag uit dienst bij de Nederlandsche Sein- toestellen Fabriek (N.S.F.) ging werken is niet geheel duidelijk. Tijdens de Duitse bezetting is hij werkzaam bij de N.S.F. Het gezin woont in de Orionlaan 88 te Hilversum. De fabriek werd door de Duitsers gedwongen om oorlogsproducten te maken. René Paul was lid van de verzetsgroep "Radiogroep en zenders" binnen de fabriek, met nog enkele andere collega's. De groep bouwde illegaal zenders en radio's voor Nederlandse agenten die vanuit Engeland naar het vaderland werden gestuurd om verzetsactiviteiten te organiseren. Ook saboteerde de verzetsgroep producten die voor de Duitsers werden gebouwd. Tevens werden vanuit de groep regelmatig code- berichten met informatie over troepenbewegingen verzonden. René Paul wist dat de Duitsers op hem joegen. In de tijd na september 1941 heeft hij tegen een vertrouwenspersoon van hem gezegd, dat hij er kennis van droeg dat hij voorkwam op de lijst van de Sicherheitsdienst (S.D.) betreffende verdachte per- sonen. René Paul werd zienderogen zenuwachtiger en was op alles voorbereid. De eerste keer dat het bijna mis ging, was eind september of begin oktober 1941. Toen hij bij Philips in Eindhoven was, kwam de S.D. hem daar zoeken. Het was nog juist gelukt om weg te komen. René Paul was overtuigd, dat hij bij arrestatie zou worden gefusilleerd. Hij droeg derhalve steeds een pistool bij zich met het vaste voornemen dit bij arrestatie te gebruiken daar hij er toch niet levend van af zou komen. Zijn vrouw Christine en hun zoon Karel waren reeds ondergedoken en in de woning aan de Orionlaan was een vriendin van Christina die op huis paste. René Paul verbleef op meerdere onderduikadressen in Amsterdam en Amstelveen. Het gevaar van arrestatie bleef echter voort duren. Op een dinsdag in november 1941 werd aan een collega van René Paul, ingenieur Slooff, in vertrouwen door de heer Bikkers, hoofdcontroleur van de N.S.F. verteld dat de S.D. aan de fabriek was om René Paul te arresteren. Maar hij was toen bij Philips in Eindhoven. Slooff heeft er nog van alles aan gedaan om René Paul bij zijn terugkomst later in Hilversum voor onheil te behoeden. Op 16 december 1941 ging het toch mis. Maar hoe was de S.D. eigenlijk op het spoor gekomen van de zenderbouw door de groep rond René Paul? Bij Slooff geen twijfel. Hijzelf, René Paul en N.S.F.-collega B. Graaf bouwden aan een zender die een paar maal werd verhuisd, de laatste keer naar de woning van N.S.F.-constructietekenaar Metz aan de Heidestraat. Over Metz zegt Slooff dat deze later is gebleken te zijn de verrader. Dinsdag 16 december 1941 In de avond gaat René Paul naar zijn huis aan de Orionlaan en daar wordt er gericht op hem geschoten. Het schot treft René Paul in de slaap volgens de aanwezige vrien- din van zijn vrouw die op het huis paste. Die vriendin verklaarde na de oorlog dat col- laborateur C gericht op René Paul had geschoten. Er is een dokter bij geweest en René Paul is naar het Wilhelminagasthuis in Amster- vervoerd en daar, zonder tot bewustzijn gekomen te zijn, diezelfde avond overleden. Onbekende krant-tijdschrift, = Cbg Verzamelingen Graf onbekend. Het stoffelijk overschot van René Paul is op een onbekende plaats begraven. Na de oorlog is René Paul WIRIX herbegraven op het Nationaal Ereveld te Loenen (GL) in vak E, graf 194. Foto: Oorlogsgravenstichting N.S.F.-constructietekenaar Isaac Metz moest zich na de oorlog verantwoorden voor zijn verraderswerk. Algemeen Handelsblad, maandag 4 februari 1946 Algemeen Handelsblad, zaterdag 16 februari 1946 De Gooi- en Eemlander, donderdag 1 mei 1947 In 1955 is in Hilversum de Wirxstraat vernoemd naar René Paul Google Street View, augustus 2018 Bronzen plaquette ter nagedachtenis aan de NSF-ers die in de oorlog zijn omgekomen in de strijd tegen de bezetter: Oorsponkelijke lokatie: op het Omroepgebouw (Nederlandse Seintoestellen Fabriek) aan de Jan van der Heijdenstraat te Hilversum. Vanaf 1998 aan Anthony Fokkerstraat. Vanaf 2010 Stadspark De Hof (Oude begraafplaats Gedenkt te Sterven) aan de Oude Toren- straat. Op dinsdag 30 augustus 2011 is de oorspronkelijke bronzen plaquette gestolen. Sinds enige tijd is er een vervangend exemplaar geplaatst. De originele bronzen plaquette bij het Omroepgebouw Foto: RTV-NH De originele bronzen plaquette in Stadspark De Hof Foto's: 't Gooi info De vervangende plaquette Foto: Pvt pauline, 8 september 2013 Monument in het raadhuis te Hilversum Het monument in de burgerzaal van het raadhuis van Hilversum is een marmeren gedenkplaat met inscriptie. In de vitrine onder de plaat ligt een boek met de namen van omgekomen joodse burgers. Bovendien zijn de namen opgenomen van verzetsmensen, militai- ren en burgers die slachtoffer van de oorlog zijn geworden. Totaal staan er circa 2.000 namen in dit boek. De naam van René Paul Wirix staat op de marmeren gedenkplaat. Foto: J. Volland (4en5 mei) Enkele Bronnen: De Gooi- en Eemlander, vrijdag 4 mei 2018. "Opdat wij niet vergeten", Verhalen van 25 verzetshelden van Hilversum P. Broertjes en M. Kistemaker Uitgeverij Verloren, Hilversum 2018. "Straatnamenboek van Hilversum" A.H. Meijer Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2e verbeterde druk 1988. "De Militaire Spectator", diverse nummers, uit de jaargangen van 1925 – 1937. "Radio Nieuws", Orgaan van de Nederlandsche Vereeniging voor Radio-Telegrafie No. 9, 1 september 1929. "Radio Wereld", Weekblad voor Nederlandsche Radio Amateurs en Luisteraars No. 15, 12 april 1928. denhaag.digitalestamboom.nl oorlogsgravenstichting.nl www.4en5mei.nl www.gooieneemlander.nl www.henkvankampen.eu www.stichtingdehof.nl www.tracesofwar.nl www.werelate.org www.wikiwand.com
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo dec 16, 2018 10:00 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Josephus Johannes Maria DOODKORTE (47 jaar). Foto: Oorlogsgravenstichting Geboren woensdag 13 november 1895 te Amsterdam (NH). Zoon van Franciscus Ernestus DOODKORTE en Cornelia van AALST. Algemeen Handelsblad, zaterdag 16 november 1895 Religie: Rooms-katholiek Beroep: Vertegenwoordiger in schildersbenodigdheden Op woensdag 7 september 1921 te Amsterdam op 25 jarige leeftijd gehuwd met 25 jarige Cornelia Wilhelmina Dominica Antonia BRANS. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren, drie zoons en twee dochters. Woonplaats: Nijmegen St. Annastraat 231. Josephus was actief in het verzet en werd opgepakt na belediging van de Wehrmacht. Hij werd gearresteerd in september 1941 en zat opgesloten in diverse gevangenissen. Vanuit Kamp Amersfoort is hij op 14 augustus 1942 naar Neuengamme overgebracht waar hij kampnummer 09741 kreeg. Op maandag 23 december 1942 is hij in het hoofdkamp van Neuen- gamme overleden. Zijn vrouw Cornelia kreeg zijn rozenkrans en enkele sieraden thuisge- stuurd als bevestiging van zijn overlijden. Duitse akte van overlijden Foto: Cbg Verzamelingen Berichtje aan het Rode Kruis Foto: Cbg Verzamelingen Van Josephus Johannes Maria Doodkorte is geen laatst aanwijsbare grafligging bekend. Zijn naam staat vermeld in Gedenkboek 34 van de Oorlogsgravenstichting. Tijdens de strijd om Nijmegen, bom- of granaat- inslag in de St. Annastraat op nr. 237, dinsdag 19 september 1944Josephus Cornelis Maria (Joop) DOODKORTE (13 jaar)Geboren donderdag 20 augustus 1931, overleden dinsdag 19 september 1944. Joop Foto: Oorlogsdoden Nijmegen Bij de hevige Duitse beschietingen en bombardementen tijdens de gevechten tot het behoud van de Waalbrug en de spoorbrug te Nijmegen (Operatie Market Garden), is op 19 september 1944 in de St. Annastraat nabij nr. 237, de toen 13-jarige Joop Doodkorte en vier andere Nijmegenaren om het leven gekomen. De chaotische situatie in Nijmegen tijdens de bevrijdingsdagen na 17 september 1944 maakt exacte vaststelling van de feiten moeilijk. St. Annastraat 237, enige tijd na de inslag Foto: Oorlogsdoden Nijmegen Joop is een zoon van de eerder in Neuengamme om het leven gebrachte 47 jarige ver- zetsman Josephus Johannes Maria Doodkorte. Volgens de overlijdensverklaring overleed Joop op St. Annastraat 237. Zijn zusje vond na het bombardement het hoofd van haar broertje terug. Moeder Cornelia Doodkorte-Brans raakte gewond, maar overleefde en heeft alleen de vier resterende kinderen opgevoed. Zij overleed op 3 november 1965 te Nijmegen. Enkele Bronnen: gw.geneanet.org monument.vriendenkringneuengamme.nl oorlogsgravenstichting.nl www.oorlogsdodennijmegen.n www.wiewaswie.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo dec 23, 2018 6:00 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Grietzen KUNNEN (20 jaar). ========= Geen foto beschikbaar ========= Geboren vrijdag 24 october 1924 te Nes, gemeente Utingeradeel (FR). Zoon van Binne KUNNEN en Krisje Eijzinga. Nieuwsblad van Friesland, dinsdag 4 november 1924 Religie: Hervormd. Beroep; Arbeider boerenbedrijf. Grietzen Kunnen is overleden tijdens zijn tewerkstelling in Duitsland. Hij vertrok destijds vrijwillig naar Duitsland. Oorspronkelijk begraven te Bochum, Westfalen, Duitsland. Nieuwsblad van Friesland, woensdag 28 februari 1945 Duitse akte overlijden Cbg Verzamelingen Berichtenkaart aan Rode Kruis Cbg Verzamelingen Op woensdag 8 augustus 1951 is Grietzen Kunnen herbegraven op de bijzondere begraafplaats bij de Hervormde kerk te Ureterp, rij 64, graf nr. 14. Heerenveense Koerier, zaterdag 4 augustus 1951 Bijzondere Begraafplaats bij Hervormde kerk te Ureterp (FR). Foto: Google Street View april 2016 Foto: Online begraafplaatsen Foto: Graftombe Enkele Bronnen: oorlogsgravenstichting.nl www.eenlaatstesaluut.nl www.graftombe.nl www.online-begraafplaatsen.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo dec 30, 2018 10:15 am |
|
|
Wie is er online |
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 20 gasten |
|
Je mag geen nieuwe onderwerpen in dit forum plaatsen Je mag niet antwoorden op een onderwerp in dit forum Je mag je berichten in dit forum niet wijzigen Je mag je berichten niet uit dit forum verwijderen
|
|
|