Het is nu do maart 28, 2024 12:25 pm




Forum gesloten Dit onderwerp is gesloten, je kunt geen berichten wijzigen of nieuwe antwoorden plaatsen  [ 12 berichten ] 
Serie Reichstagsbrand - Nummer 1 
Auteur Bericht
paul van de weg
Bericht Serie Reichstagsbrand - Nummer 1
OK, uit WorldatWar haal ik mijn serie, die ik eventueel met de nieuwste inzichten zal aanvullen.

In 1959 bracht het Duitse blad "Der Spiegel" een serie artikelen van Fritz Tobias, gewijd aan de "Reichstagsbrand". In deze serie werd de theorie verkondigd, dat Van der Lubbe de enige dader was (Alleintäterschaft).
Tobias publiceerde in 1962 een meer dan 700 pagina's tellend boek, waarin hij zijn "onderzoekingen" beschreef. De "vooraanstaande" historicus Hans Mommsen schreef daarover op 5 juli 1962 in de Stuttgarter Zeitung "Dennoch ist- und das wird von Tobias geflissentlich verschwiegen- ein unumstösslicher Nachweis der Alleintäterschaft... angesichts der jetzigen Quellenlage unmöglich;".
Hij beëindige zijn reactie met de conclusie, dat "....Tobias' Interpretation die ....nationalsozialistischen Ambitionen verharmlost und ihre verbrecherische Politik unfreiwillig subjektiv rechtfertigt...".
Diezelfde Mommsen bleek vervolgens een windvaan gelijk.

Toen "Der Spiegel" met zijn reeks startte, begon de historicus Hans Schneider reeds direct de gepubliceerde artikelen te toetsen. Hij constateerde wezenlijke fouten en schreef uitgever Rudolf Augstein hierover een brief. Nooit ontving hij antwoord. Daarentegen kreeg hij door zijn grote kennis van zaken en nauwkeurige wijze van werken van de directeur van het Münchens "Institut für Zeitforschung" (voortaan IfZ) begin 1960 de opdracht Tobias' theorie te controleren.
De publicatie van het Schneiders werk ondervond vertraging. Mede, omdat Tobias boek "Der Reichstagsbrand – Legende und Wirklichkeit" begin 1962 uitgebracht werd. Toch had Schneider al in de eerste helft van '62 een gedeelte van zijn commentaar gereed, dat al 130 pagina's telde. Het commentaar was dus nog niet gereed om te publiceren.
In juli '62 werden verschillende aanvallen gelanceerd op het IfZ. In het kort kwam het neer op 1. Schneider was incompetent en 2. met kritiek op Tobias' zgn. grondig bewezen theorie van één dader worden alleen maar communistische "Braunbuch-Lügen" weer gewekt.
De kritiek kwam in eerste instantie van het blad "Kristall". Chef-redacteur daar was Horst Mahnke, eerder afdelingschef bij Der Spiegel en vertrouweling van Augstein. En tevens voormalig SS-Hauptsturmführer.

In oktober 1962 legde Schneider het IfZ een 56 pagina's tellend ontwerp voor. Plotseling werd Schneider toen gezegd, dat zijn bijdrage niet gepubliceerd zou worden. En verder verlangde men, dat hij zijn arbeid zou staken en zijn onderzoeksresultaten niet elders zou publiceren.
In 2000 werd een notitie van Mommsen in het archief van het IfZ gevonden over deze zaak. In die jaren zestig was Mommsen medewerker van het IfZ. In die notitie stond onder meer, dat Mommsen na overleg met de advocaat van het IfZ concludeerde, dat Schneiders manuscript qua inhoud en vorm aan alle voorwaarden voor publicatie voldeed. En dus niet geweigerd kon worden. Maar ook, dat het IfZ er belang bij had publicatie te verhinderen, omdat "aus allgemeinpolitischen Gründen eine derartige Publikation unerwünscht zu sein scheint".
En om de kroon op het werk te zetten, zou het IfZ Schneider een honorarium bieden, indien hij afstand wilde doen van zijn rechten op het manuscript. En anders zouden er maatregelen tegen Schneider getroffen moeten worden, die door een rechter nooit goedgekeurd zouden worden. Bij voorbeeld Schneider de toegang tot het bronmateriaal te verbieden en druk door de directeur van Schneiders school laten uitoefenen.

Deze door Mommsen voorgestelde strategie werd realiteit. En niet Schneider, maar Mommsen schreef een beoordeling. Die verscheen in 1964 in het blad van het IfZ onder de titel "Der Reichstagsbrand und seine politischen Folgen".
De publicatie van Mommsen is in flagrante tegenspraak met zijn eerder geciteerde oordeel: "Die folgende Untersuchung stützt sich auf die detaillierte Untersuchung von Tobias, die anhand des zur Zeit bekannten Materials überprüft wurde und mit der ich bis auf kleine Abweichungen übereinstimme".

Daaraan verleende IfZ-directeur Dr. Helmut Krausnick echter actief zijn medewerking.
De kinderen van Schneider verklaarden een paar jaar geleden " Anders als der Artikel nahelegt, gingen die Einschüchterungsversuche gegenüber Hans Schneider nicht nur auf Hans Mommsen selber zurück, sondern wesentlich auf den damaligen Direktor des IfZ, Helmut Krausnick - dies belegen dessen höfliche, aber überdeutliche Briefe an unseren Vater ebenso wie Berichte, die Hans Schneider über die Verhandlungen im Münchner Institut gegeben hat. Das Institut für Zeitgeschichte ist bis heute nicht seiner Pflicht nachgekommen, diese Vorgänge aufzuklären."

Wat was het motief van Krausnick? In het archief van het IfZ is een notitie van 30 september 1963 van Krausnick aan Mommsen "Wenn weiter Herr Tobias Herrn Broszat wegen seines Artikels in den Vierteljahrsheften "gelinde gesagt bewusste Irreführung" (!) vorwirft, wenn Tobias unter eklatantem Missbrauch seiner dienstlichen Möglichkeiten sich zu rein privaten Zwecken Material über die Vergangenheit einer Reihe von Personen verschafft (siehe Prozessprotokoll mit dem indirekten Eingeständnis), wenn er aus purer Rache für das Gramel´sche Gutachten drauf und dran war, meine Parteimitgliedschaft zu "verwenden...".

Tot zover het verhinderen van Schneiders publicatie. In een volgende bijdrage wordt verduidelijkt, waarom Schneider ernstige problemen had met de theorie van Tobias, dat Van der Lubbe als enige verantwoordelijk was voor de Reichstagsbrand.


Laatst bijgewerkt door paul van de weg op vr feb 24, 2012 11:55 pm, in totaal 1 keer bewerkt.



vr feb 24, 2012 11:39 pm
paul van de weg
Bericht Serie Reichstagsbrand - Nummer 2
aat duidelijk zijn, ook al is de bulk aan akten over de Reichstagsbrand eerst boven water gekomen na de samenvoeging BRD + DDR, toch waren er ook in de Bondsrepubliek in de jaren zestig nog documenten. Bij voorbeeld een aantal stenogrammen van de Rechtbankzitting.

Daarvan heeft Fritz Tobias voor zijn "Alleintätertheorie" onder meer gebruik gemaakt. Diezelfde stenogrammen zijn daarom door Hans Schneider ter verificatie ook geraadpleegd. Eerst voor de artikelen in Der Spiegel, later voor het door Tobias geschreven boek "Der Reichstagsbrand – Legende und Wirklichkeit, 1962" (in het vervolg aangeduid met Tobias).
Daarbij is hem opgevallen, dat belangrijke delen soms werden weggelaten en zinnen ten dele herschreven. Daardoor werd in sommige gevallen zelfs het tegengestelde door Tobias gezegd, van wat in een stenogram stond. Het "redigeren" door Tobias wordt hier aan de hand van een aantal voorbeelden getoond.

Tobias: "Heisig war es auch gewesen, der ... mit Nachdruck auf die Glaubwürdigkeit van der Lubbes, nämlich darauf hingewiesen hatte, daß dessen Angaben stets ohne Widersprüche unverändert waren...

Stenogram: Zeuge Heisig: ... Wie gesagt, es stimmte nicht alles ganz genau, er korrigierte sich auch öfters, war sich seiner Sache nicht ganz sicher.


Over de arrestatie door Wachtmeister Poeschel en Haus-Inspektor Scranowitz bericht Tobias: "Während er ihn (van der Lubbes Paß) aufblättert, brüllt der vor Wut und Erregung zitternde Hausinspektor Scranowitz den Burschen zornig an: "Warum hast du das gemacht?" Der stößt hervor: "Aus Protest!" Der Hausinspektor, ein großer athletischer Mann, schlägt nun in blindem Zorn zu; einmal, zweimal..."

Stenogram: Präsident (rückfragend auf Grund von Scranowitz erster Schilderung): Sie haben ihn angerufen: 'Weshalb hast du das gemacht?' Zeuge Scranowitz: "Ich habe ihm dabei mit der Faust so vor Wut in die Seite geschlagen, und da sagte er: Protest! Protest!"


De beklaagde Taneff verweet de getuige Major b.d. Weberstedt onwaarheid te spreken.
Tobias: "Nun warf sich Weberstedt in die Brust und trompetete aufgebracht: 'Ein alter deutscher Offizier lügt nicht und irrt sich nicht!'"

Zittingsdag 2: "Darf ich hierzu eine Erklärung abgeben? - ich möchte hierzu erklären, daß ein alter deutscher Offizier nicht lügt."
Hier word door Tobias dus iets toegevoegd, namelijk "und irrt sich nicht". Daarmee wordt een mogelijke vergissing door deze getuige dus uitgesloten.


Over de brandstof zegt Tobias: Branddirektor Wagner... schloß "jegliche Explosivstoffe oder Flüssigkeiten, die explosive Dampfluftgemische zu erzeugen geeignet sind, völlig aus" ... . Der Oberregierungsrat Dr. Ritter ... bescheinigte genau wie Wagner seinen Kollegen... ihr augenscheinliches Unvermögen, realistisch zu denken, indem auch er flüssige Brandmittel ausschloß: "Daß leichtsiedende Mineralöle z.B. Benzin ... benutzt wurden, ist nicht wahrscheinlich"

In werkelijkheid zei Wagner: "Es ist denkbar, daß Stoffe im Saal verbreitet waren.., die bei verhältnismäßig geringer Temperatur aufflammten oder durch Feuerbrücke..miteinander in Verbindung gebracht waren. Wenn dieses aber nicht der Fall ist, muß es sich um eine Flüssigkeit gehandelt haben, die vielleicht selbst entzündlich ist.... und Ritter... sagte wohl, was Tobias zum Beweis wörtlich zitiert: "Daß leichtsiedende Mineralöle z.B. Benzin..benutzt wurden, ist nicht wahrscheinlich."
Hij voegde er echter iets aan toe, dat bij Tobias ontbreekt: "Mit einem schweren Benzin oder mit Petroleum wäre eine Brandlegung möglich gewesen"

Ook worden berichten van buitenlandse journalisten geciteerd. En ook daar weer selectief. Hier volgen twee voorbeelden
Het eerste betreft de onderaardse gang, die er overigens alleen maar was om het verwarmingsketelhuis te kunnen bereiken.
1)
Tobias: Der Gang... hatte eine Besonderheit, über die der englische Korrespondent Douglas Reed berichtete: "Der Tunnel war mit losen Metallplatten ausgelegt , die - wie ich zu meiner Genugtuung selbst wahrnahm - ein Getöse verursachten, das vom Pförtner gehört werden mußte."

In werkelijkheid zei Reed, wie de gang samen met andere journalisten getoond werd: "Der Augenschein zeigte, daß der Tunnel eine vollkommen praktikable (feasible) Art des Zu- und Abgangs geboten hätte .... Es gab sogar die Möglichkeit, daß sie auf Strümpfen (in stockings feet) leise genug durchgehen konnten, um von dem Mann im Dienst (Nachtpförtner Adermann) nicht gehört zu werden."

2)
Tobias: "Selbst Douglas Reed war mit seinem Witz völlig am Ende: 'Der Anteil van der Lubbes war also bestenfalls das Anzünden des Brandes - möglicherweise nicht einmal das ... Warum aber dann das dramatische Eindringen von außen... das verrückte Durchrasen der Räume, mit ihren offenen Fenstern zum Königsplatz?'" Dann weiter, als neuer Absatz: "Wie wurde van der Lubbe dazu gebracht ... den Reichstag zu betreten ... und dort zu bleiben...? Wußte er, wer ihn dazu veranlaßt hatte und warum wollte er es nicht sagen? Soweit diese fundamentale Zweifelsfrage in Betracht kommt, brachte die Beweisaufnahme hierzu keinerlei Aufklärung. Die Welt wurde zwar bestärkt in ihrer Meinung, daß van der Lubbe das Werkzeug anderer war. Sie war aber auch zugleich weiter von der Wahrheit über diese 'anderen' entfernt als je zuvor."

Hier wordt door Tobias actief geredigeerd. De drie vetgedrukte woorden alsmede aanhalingstekens en vraagtekens worden toegevoegd. Daardoor krijgt de verklaring een duidelijk tendentieuze strekking.
Erger is al, dat het door Reed gebruikte neutrale woord "issue" vertaald wordt met het beladen "Zweifelsfrage".
Zonder meer kwalijk te noemen is het feit, dat Tobias in dit citaat drie cruciale zinnen wegliet: ""Vielleicht hat van der Lubbe.. den Sitzungssaal nicht einmal betreten.. Aber das ist nicht wesentlich. Die Beweisaufnahme hatte erwiesen, soweit überhaupt etwas erwiesen werden konnte, daß verschiedene Personen das Feuer angelegt, und es gut angelegt hatten."


De bewerker van Schneiders manuskript maakte een heel bittere opmerking:
"Auch den in summa als Fälschungen abgetanen Quellen kommunistischer Provenienz vertraut Tobias sich - wenn auch oft, ohne sie zu nennen - unbedenklich an, wo sie geeignete Zitate liefern, um das Gericht, den Oberreichsanwalt, die Sachverständigen und Zeugen zu diskreditieren.", m.a.w. als het in zijn kraam te pas kwam, bediende Tobias zich ook van reeds lang ontmaskerde communistische leugens.


Over de brand zelf schreef Tobias bij voorbeeld: "Die Einbringung flüssiger Brennstoffe in den Plenarsaal sei nicht nur von den Sachverständigen Wagner und Ritter ausgeschlossen worden, auch Professor Brüning habe nicht die geringste Spur davon entdecken können, und ebenso habe der Chemiker Dr. Lepsius auf Grund einer Begehung der Brandstätte am anderen Morgen die Annahme von flüssigen Brennstoffen oder gar Selbstentzündungsmitteln für überflüssig erklärt."

Echter "In Wahrheit gab es in dieser Frage, wie in der weiteren der Zündmittel zwischen Wagner, Josse, Schatz keinen Widerspruch - nur eine Arbeitsteilung. Brünings und Lepsius können einen solchen schon deshalb nicht begründen, weil sie sich nur auf Brandherde außerhalb des Plenarsaals beziehen; diesen selbst haben beide nachweislich nicht untersucht... "


Tobias weet daarover mede te delen: Der Schutt ist "nach allen Regeln der Kunst analysiert worden."

Echter: In den Voruntersuchungsakten und Sitzungsprotokollen steht davon kein Wort. Professor Brüning selbst erinnerte sich auf Befragen an "kein diesbezügliches Untersuchungergebnis" und erklärte dazu unmißverständlich: "'Experten' der Polizei waren im Anfang der Ermittlungen nur wir."


Tot slot dit citaat uit het boek van Tobias: Eine "minutiöse Nachprüfung von Lubbes Angaben über die Tage und Stunden seines Aufenthalts in Deutschland und Berlin habe bestätigt, daß alle seine Angaben zutrafen; besonders den - neun Tage umfassenden - Aufenthalt in Berlin habe man "sorgsam Stunde um Stunde nachgeprüft", wobei man speziell den Tag der Brandstiftung im Reichstag selbst "minutiös rekonstruierte".

Uit de rechtbankprotokollen blijkt echter:
"Diese Rekonstruktion der neun Tage vollzog sich im wesentlichen so, daß van der Lubbes eigene Angaben zu Protokoll genommen wurden; die Nachprüfung beschränkt sich auf die von ihm angegebenen Nachtquartiere, die Geschäfte, in denen die Kohlenanzünder gekauft wurden, schließlich noch die Kontakte in Neukölln, auf die man erst durch die Anzeige eines Beteiligten gekommen war."

Tot zover de onderzoekingen van Hans Schneider in de zestiger jaren.


Tenslotte dit:
Toen de Reichstag in 1995 door de kunstenaar Christo in doeken gehuld werd, schreef Gunter Hofmann op 29. Juni 1995 in het blad "Die Zeit", dat de Nazi's de brand hadden gesticht.
Twee weken later reageerde Tobias met een ingezonden brief in "Die Zeit" en bestreed hij die mededeling. Hij deelde o.a. mede: "Am Rande sei hervorgehoben, daß sich die seriösen Vertreter der Historikerzunft schon vor Jahrzehnten mit der Tatsache einer Alleintäterschaft van der Lubbes abgefunden haben, nachdem sie vom Institut für Zeitgeschichte in München, vom Bundesarchiv in Koblenz, vor allem aber auch vom Niederländischen Institut für Kriegsursachenforschung in Amsterdam, Prof. Dr. Louis de Jong, nach wissenschaftlicher Überprüfung bestätigt worden war".

De bewerker van Schneiders artikel heeft de beide duitse instituten om een reactie gevraagd. En hij merkte op " Wer soll bei solch klaren Angaben eines bekannten Autors der Zeitgeschichtsschreibung gegenüber einer angesehenen Zeitung glauben, daß die behaupteten wissenschaftlichen Bestätigungen der Alleintäterschaft van der Lubbes durch die genannten Institute nur Erfindungen sind."

en

"Auf Anfragen mit Bezug auf Fritz Tobias´ Zeit-Leserbrief teilten mir sowohl das Bundesarchiv Koblenz als auch das Münchner Institut für Zeitgeschichte schriftlich mit, daß sie derartige wissenschaftliche Bestätigungen nicht ausgestellt haben. Im Brief des Bundesarchivs vom 12.09.1995 schrieb Archivdirektor Dr. Oldenhage, das Bundesarchiv habe in Sachen Reichstagsbrand ausschließlich Dokumente auf die Echtheit geprüft, sich aber zur geschichtswissenschaftlichen Konsequenz nicht geäußert. ... Für das Münchner Institut für Zeitgeschichte schrieb am 14.8.1995 dessen stellvertretender Direktor Prof. Dr. Udo Wengst: "In Fragen der Zeitgeschichte, wie zum Beispiel dem Reichstagsbrand, gibt es keine Prüfung und Bestätigung von Thesen, durch das Institut für Zeitgeschichte....".

"Mit Prof. Dr. De Jong, vom Niederländischen Institut für Kriegsursachenforschung hatte ich bereits 1994 über Tobias´ Alleintäterthese ausführlich telefoniert, und auch er hatte mir damals mitgeteilt, daß die Täterschaft an der Reichstagsbrandstiftung durchaus kontrovers diskutiert werden könne."


Let wel, er is hier slechts sprake van documenten die in de zestiger jaren ter beschikking stonden. En toch waren er desondanks reeds na het verschijnen van de Spiegelserie en het boek van Tobias zo veel vraagtekens te zetten bij die theorie, dat die nooit als bewezen geaccepteerd had mogen worden.


Laatst bijgewerkt door paul van de weg op vr feb 24, 2012 11:56 pm, in totaal 1 keer bewerkt.



vr feb 24, 2012 11:51 pm
paul van de weg
Bericht Serie Reichstagsbrand - Intermezzo 1
Ik stop even met kopiëren om jullie de tijd te geven dit op je te laten inwerken en eventueel vragen te kunnen stellen.


De volgende keer: waren de Nazis de daders?


vr feb 24, 2012 11:53 pm
Pieter F
Bericht Re: Serie Reichstagsbrand - Nummer 1
Paul, ik heb je topic even verplaatst naar get forumonderdeel 'Derde Rijk'.


za feb 25, 2012 9:07 am
paul van de weg
Bericht Re: Serie Reichstagsbrand - Nummer 1
Pieter F schreef:
Paul, ik heb je topic even verplaatst naar get forumonderdeel 'Derde Rijk'.

Bedankt


za feb 25, 2012 4:48 pm
paul van de weg
Bericht Serie Reichstagsbrand - Nummer 3
Waren de Nazi's de daders?

I

Reeds direct na de Rijksdagbrand circuleerden er geruchten, dat de brand door de Nazi's zou zijn aangestoken.
De Nazi's lanceerden de theorie "Hier hebben de communisten de hand in gehad".
Weer anderen hielden het op Van der Lubbe, die zonder meer als labiel, verward en niet met intelligentie gezegend beschouwd mag worden.
Hier en daar werd verwezen naar rechts-extremistische groeperingen.

In een showproces, dat in Stalins Rusland vermoedelijk beter zou zijn gepresenteerd, werden de reeds eerder genoemde Bulgaarse communisten Georgi Dimitrow, Blagoi Popow en Wassil Tanew aangeklaagd. Ook Ernst Torgler, voorzitter van de Reichtstagsfractie van de communistische partij, alsmede Van der Lubbe zaten in het beklaagdenbankje.

De "Fall Jakubowski"* is misschien de reden geweest, dat het proces nog "redelijk" objectief gehouden werd. En, wat heel belangrijk voor het proces was, dat de voorzitter van Kamer IV van het hof, Wilhelm Bünger, duidelijk geen Nazivriend was, maar onafhankelijk.
Rechters zijn echter afhankelijk van de gegevens, die aangeleverd worden. En hier hebben de Nazi's (Gestapo enz.) actief ingegrepen. Alle sporen die mogelijk richting Nazi's wezen, werden verheimelijkt en verdoezeld. Ja, zelfs schuwde men niet het vermoorden van getuigen(?) en/of daders(?).

Ik volg hier de methode van uitsluiting. Als het niet de Nazi's kunnen zijn, noch de communisten, noch rechts-radicalen, dan blijft als dader over Van der Lubbe.

Over de communisten kunnen we heel kort zijn. Het Reichsgericht in Leipzig, toen de hoogste rechtsinstantie in Duitsland, heeft nauwkeurig onderzocht of hier sprake was van een communistisch complot. De Nazi's hebben er alles aan gedaan om dat aannemelijk te maken. Het onderzoek werd vrijwel meteen van de gewone politie afgenomen en overgeheveld naar de politieke politie (die in april 1933 werd omgedoopt in Gestapo). De leider van het onderzoeksteam was Kriminalrat Reinhold Heller, specialist op het gebied van strafbaar handelen door communisten. En toch concludeerde het hof ondubbelzinnig, dat de bewering van een communistische complot een farce was. De aangeklaagde communisten werden derhalve vrijgesproken. Die theorie was dus niet houdbaar, ook al bleven de Nazi's haar volhouden.

Moeilijker wordt het bij rechts-extremistische groeperingen.
Een belangrijke aanwijzing, die in 1933 niet werd onderzocht, was de bomaanslag op het gebouw van de Reichstag van 1 september 1929.
Voormalige "Freikorps"-strijders lieten toen een tijdbom aan de noordkant van de Reichstag ontploffen. De bommenleggers waren leden van de "Organisation Consul" en "Brigade Erhardt", rechtse terroristen, die o.a. betrokken waren bij de moord in 1922 op de toenmalig Duitse minster van Economie, Walter Rathenau.
Leden van deze "Organisation Consul" hadden – bijna zou men zeggen q.q. – inmiddels contacten met de Nazi's en de SS.

"Brigade Erhardt", waarvan enkele leden inmiddels lid van de SS waren geworden, maar die zich toch nog als lid van "Brigade Erhardt" beschouwden, probeerde een poging van de communisten te provoceren dan wel te suggereren, zodat zij daardoor uitgeschakeld konden worden.

De brand van de Reichstag stemt op veel punten duidelijk overeen met de bomaanslag van 1929. De onderzoekingen in 1929 werden destijds gestaakt, omdat zich twee mensen hadden gemeld, die een valse bekentenis aflegden.
Het lijkt, of de ervaringen van 1929 gebruikt werden in 1933. Toen er suggesties kwamen om een onderzoek naar een mogelijk verband met de aanslag van 1929 in te stellen, is daar niets mee gedaan.

De Brandstichting van de Reichstag werd aangegrepen als het signaal voor een communistische opstand met alle politieke gevolgen daarna.
Het in 1933 niet gevolgde spoor, zorgt er dus voor, dat tot op heden niet te zeggen is, of de Nazi's zich bediend hebben van "beproefde" terroristen om de brandstichting "professioneel" uit te voeren.

* De "Fall Jakubowski" betreft het ter dood brengen van een onschuldige in 1926 wegens moord. In 1928 bleek, dat de getuigen, die zorgden voor zijn veroordeling, zelf de moord hadden gepleegd.


za feb 25, 2012 5:40 pm
paul van de weg
Bericht Serie Reichstagsbrand - Nummer 4
Waren de Nazi's de daders?

II

Laat ik duidelijk zijn: de waarheid zullen we vermoedelijk nóóit te weten komen. Alles kan alleen maar op basis van aanvullend bewijs. Bij mijn weten is er nooit schriftelijk opdracht gegeven de Reichstagsbrand te stichten. Omdat de documenten van "Fond 551" inmiddels bestudeerd kunnen worden, is er heel veel onmisbare extra informatie ter beschikking gekomen.
Interessant is, dat er een lijst was opgesteld, toen deze documenten waren buitgemaakt en naar de SU gestuurd. De SU blijkt niet alles aan de toenmalige DDR te hebben overgedragen. De reden daarvoor is natuurlijk heel intrigerend.

Belangrijk voor de beoordeling van het onderzoek is de vraag "wie wordt er beter van"?
Van der Lubbe? Niet echt. De communisten? Nee, want dan had er een opstand aan gekoppeld moeten zijn. Rechtse groeperingen? Ja, want zij wilden coûte que coûte de communisten weg hebben. Was er geen reden, dan zorgden zij daar wel voor. En dan nog de Nazi's. Voor hen gold dat in nog sterker mate. Het aantal "slachten" tussen SA-gepeupel en communistische knokploegen was legio. De naam Horst Wessel zegt voldoende.

In Nederland kan iemand alleen maar veroordeeld worden, indien zowel het wettig als overtuigend bewijs aanwezig is. Welnu, overtuigend is n.m.m. zeker, dat de Nazi's de schuldigen zijn. Is het bewijs echter toereikend? Dat zal ieder voor zich moeten uitmaken.


Feiten:

1 De "Fond 551" documenten weerleggen op zoveel punten de theorie van Tobias, dat Van der Lubbes "Alleintäterschaft" nieuwe, andere argumenten behoeft. Anders moet volgens mij die theorie naar de prullenmand worden verwezen. Aangezien men niet met nieuwe, door documenten ondersteunde argumenten komt, hoort voor mij die theorie in het land der fabelen.

2 Niet Tobias was de uitvinder van deze "Alleintäterschaft". Reeds op 16 januari 1957 lanceerde Paul Karl Schmidt, alias Paul Carell, in het blad "Der Spiegel" deze theorie in de 11-delige serie "Ich bin ein Lump, Herr Staatsanwalt- Gehenkte machen Revolution. Vom Schicksal des Laszlo Rajk, Treitscho Kostoff, Rudolf Slansky und anderer geehrter Toter". Bovendien heeft hij Tobias' Spiegelserie geredigeerd. Anders als Der Spiegel mededeelt, geldt
Von einer kurzfristigen, marginalen Tätigkeit Schmidt-Carells in Sachen Reichstagsbrand beim SPIEGEL kann also keine Rede sein.
Interessant is, dat Schmidt-Carell onder het pseudoniem P.C. Holm ook nog op 23 februari 1958, dus nog voordat Tobias zijn Spiegelreeks schreef, in WELT am SONNTAG een artikel schreef "Wer steckte den Reichstag an? ". En dat Tobias op 14 maart 1958 in een brief verklaarde "…er habe den Artikel von P.C. Holm mit großem Interesse gelesen" - gemeint ist Schmidt-Holms Artikel in der "Welt am Sonntag" vom 23.2.1958 – "habe aber "die Tendenz, die Nazis vom Verdacht der Brandstiftung reinzuwaschen darin nicht gefunden". Hetzelfde geldt voor Schmidts Serie uit 1957, die ihm auch "tendenzmäßig in keiner Weise unangenehm aufgefallen".
En wie was deze Schmidt-Carell-Holm??? Een voormalige SS-Obersturmbannführer, die sedert 1940, 28 jaar oud, al perschef van Ribbentrop was.
Overigens werd Tobias in 1912 geboren, en heeft hij het hele Nazitijdperk dus bewust meegemaakt.

3 Göring. was, nadat Hitler Reichskanzler was geworden, benoemd tot "Reichskommissariat für das preußische Innenministerium". Daarom viel de Pruisische politie onder hem. Van de 32 "Polizeipräsidenten" ontsloeg hij er 22. Hun functies werden daarna door Nazi's vervuld. Bovendien "versterkte" hij de politie door 50.000 SA'ers er in op te nemen.
Het onderzoek van de brand werd niet aan de Kripo (recherche) toevertrouwd. Nee, want Göring benoemde nog dezelfde avond een "Sonderkommission". De leiding daarvan berustte niet bij de brandexperts van de politie, maar bij de politieke politie. Die weer op haar beurt direct aangestuurd werd door Göring. Als opdracht werd gegeven alles op alles te zetten om een verband met de communisten te vinden. Alleen onder linkse groeperingen mocht gespeurd worden. Liep men toevallig tegen iemand aan, die Nazifreundlich was, of tot een groepering hoorde, die daarmee bevriend was, dan werden doorzichtige alibi's geaccepteerd. Daarentegen werden beschuldigingen tegen "linkse" personen, ongeacht de mate van waarschijnlijkheid, zorgvuldig nagetrokken.

4 Op de dag der brand wilde een man het Reichstagsgebäude bezoeken. Normaal kon dat altijd. Die dag echter werd die bezoeker niet toegelaten. Toen de politie zijn melding onderzocht, werd vastgesteld, dat zijn bericht klopte. Uit ondervragingen van het personeel bleek, dat de boden en administratieve medewerkers zonder opgaaf van reden aan de vooravond van de brand een uur vroeger vrij van dienst waren. Die mededeling kregen zij te horen van hun chef, de "Botenmeister".
Anders dan voor het hof verklaard werd, was er niet één portier in de Reichstag, maar waren er drie (bij Portal 5. 3 en 2). En toch kon de brandweer niet snel via Portal 3 in de vergaderzaal komen (wat de kortste weg was), en moest de deur met bijlen worden ingeslagen.

5 Een gevangen genomen SA'er, Rall, verklaarde dat hij meer over de brand wist. De gevangenisdirecteur vernam dit bij geruchte en ondervroeg daarover ene Stelzner. Kort daarna werd Rall vermoord. En doorzocht de politie zijn huis.
Toen de gevangenisdirecteur in 1938 ontdekte, dat het dossier van Rall verdwenen was, stierf hij vrij kort daarna. Oorzaak onbekend.

De volgende keer zal blijken, dat de brandexperts ook meenden, dat er meer personen aan het werk zijn geweest.


za feb 25, 2012 5:41 pm
paul van de weg
Bericht Serie Reichstagsbrand - Nummer 5
Deze droge opsomming van feiten, die wordt vervolgd, is belangrijk.
Heel veel feiten waren kennelijk bij de opsporingsambtenaren bekend, maar werden niet verder onderzocht. Dat betrof in het bijzonder feiten, die mogelijk in een ongewenste richting zouden leiden. Belangrijker nog: lang niet alles werd aan het hof medegedeeld.
In een eerdere bijdrage was al gezegd, dat
Citaat:
twee getuigen onafhankelijk van elkaar berichtten, dat rond het tijdstip van de brand enige mannen uit een achteruitgang van het Reichstagsgebouw kwamen rennen, die zich richting de Spree begaven.
en
Citaat:
Eine Zeugin hatte noch kurz vor Eintreffen der Feuerwehr Portal 3 offen und aus dem angrenzenden Fenster Lichtschein gesehen,
Uitgerekend Portal 3, leidend via de kortste weg naar de zittingszaal, die later door de brandweer met bijlen moesten worden geopend!!
Evenmin is een verband met de bomaanslag uit 1929, ondanks dat daarop van verschillende zijden werd gewezen, onderzocht.

Vervolg feiten:
6 Het onderzoek werd niet door de Kripo (recherche), maar door de politieke politie (sinds april '33 Gestapo) geleid: Kriminalrat Heller, en de heren Heisig plus Dr. Zirpins. Daarnaast werd een commissaris van de Kripo aangetrokken ter assistentie, Dr. Braschwitz. Met name van Dr. Zirpins is het nodige te zeggen, Zo produceerde hij een door Van der Lubbe ondertekende bekentenis, die aantoonbaar onjuist is.
Citaat:
Zum Verhängnis für van der Lubbe wurde, daß das Gericht die Protokolle der Vernehmungen heranzog, die der Kriminalkommissar der politischen Polizei, Dr. Walter Zirpins, in den Tagen unmittelbar nach der Tat (28.2-2.3.1933) ohne Dolmetscher mit dem nur gebrochen deutsch sprechenden van der Lubbe durchgeführt hatte. Der Beschuldigte hatte die Protokolle unterschrieben, Zirpins hatte gegengezeichnet.

echter
Citaat:
Die Akteneinsicht zeigt, daß van der Lubbe bei Ermittlungsleiter Dr. Zirpins ein Geständnis unterzeichnete, das von dem tatsächlichen Geschehen sehr weit entfernt war.

Ook beweerde Dr. Zirpins, dat een "Unzahl neuer Spuren der Überprüfung nicht stattgehalten habe". "Fond 551" toont aan, dat veel sporen oppervlakkig of helemaal niet onderzocht zijn.

7 Dr. Zirpins "vergat", dat op de avond van de brand twee andere personen in of direct bij de brandende Reichstag gearresteerd werden. Uit de brandende Reichstag kwam een persoon rennen, die een Nazi-parlementariër was: Dr. Albrecht. Deze werd direct vrijgelaten, toen een politieofficier hem als Nazi herkende. De andere persoon was de schoorsteenveger Heise, naar hijzelf verklaarde, rechts-radicaal. Heise werd na enige uren (kwart voor vijf 's morgens) vrijgelaten, ondanks dat hij probeerde na zijn arrestatie zelfmoord te plegen. Eerst bevestigde Heise dikwijls in de Reichstag beroepshalve aanwezig te zijn, om vervolgens te loochenen er ooit geweest te zijn.

8 Een derde verdachte was een persoon die in een wagen met een Nederlands nummerbord reed. Talrijke getuigen bevestigden de wagen te hebben gezien voor Portal 5. Op 4 maart werd de betrokken bestuurder gevonden en gearresteerd. Hij bleek te heten F.C.A. Schoch (??? Nederlandse naam ???). Het bleek, dat hij vermoedelijk op 27 februari 's middags zelfs in de Reichstag was en omstreeks de tijd der brand met zijn wagen ook nog voor de Reichstag heeft gestaan. Hoewel hij geen alibi had voor het begintijdstip der brand, werd hij toch snel vrijgelaten,
Citaat:
als er intensive Kontakte zu Deutschnationalen und Sympathien für die Nationalsozialisten offenbarte. Der Tatverdacht gegen ihn wurde nie bekannt. Während des III.Reiches lebte er in Deutschland und Österreich und nahm eine Führungsposition in Goebbels Filmindustrie ein.

nog zo'n citaat
Citaat:
Im Fall des verdächtigen holländischen Wagens ignorierte Zirpins dabei sogar die ausdrückliche Aufforderung einer anderen Polizeidienststelle, van der Lubbe zu fragen, ob "seine Herreise mit diesem Wagen in Verbindung" stehe.

9 Dactyloscopisch onderzoek van het zgn. door Van der Lubbe (8 mm dikke) ingeslagen dubbelglas van een deur, waardoor hij zich toegang zou hebben verschaft volgens "zijn bekentenis", toonde alleen maar vingerafdrukken van een andere persoon.

10 Het door Amtsrichter Pieper opgestelde "Protokoll der Vernehmung" en het door hem uitgeschreven arrestatiebevel (4-3-1933 sic) weerspreken de door Zirpins medeondertekende bekentenis van Van der Lubbe. Weliswaar verklaarde Van der Lubbe eerst, dat zijn bekentenis waarheidsgetrouw was, maar toen Pieper naar zijn motieven vroeg, ontkende hij de daarin weergegeven politieke gronden.
Citaat:
Bei der Brandstiftung habe er "sich gar nichts gedacht".

Daarom was op het arrestatiebevel slechts brandstichting als reden genoemd.
Citaat:
"Vorbereitung zum Hochverrat", der Sachverhalt, der die Reichstagsbrandstiftung erst zur Rechtfertigung für die Notverordnung vom 28.2.1933 werden ließ, wurde nachträglich von anderer Hand als der des Protokollbeamten hinzugefügt.

11 Eerst zo'n twee weken na zijn arrestatie werd Van der Lubbe eindelijk door de in brandzaken deskundige politieambtenaren gehoord. De documenten van "Fond 551" geven weer, dat hij zichzelf voortdurend tegensprak en in ieder geval de door Dr. Zirpins schriftelijk vastgelegde "brandweg" niet kon weergeven.
Op 5 mei 1933 toonde een door onderzoeksrechter Vogt ter plekke uitgevoerd onderzoek aan, dat hij de in zijn bekentenis aangegeven plek zelfs helemaal niet kende. Daarentegen stelde Vogt vast, dat Van der Lubbe bij Portal 2 was geweest. Volgens Zirpins "verklaring" had hij daar nooit kunnen zijn geweest. Op grond hiervan concludeerde Vogt, dat Van der Lubbe zich via Portal 2 toegang moest hebben verschaft. En er waren al getuigenverklaringen over dit Portal 2. Noch de politie, noch het Hof onderzochten dit spoor.

12 Er zijn getuigenverklaringen, dat Van der Lubbe niet, zoals bij het Hof werd beweerd, op heterdaad werd betrapt, maar in het brandende Reichstagsgebäude ronddwaalde. Blijkbaar op zoek naar een uitgang. (Opm.: Vergeet hierbij niet, dat Van der Lubbe slechtziende was)
De door Dr. Zirpins amtsedig opgestelde bekentenis verklaart, dat Van der Lubbe
Citaat:
habe fast seine gesamte Bekleidung bis auf die Hose als Lunten für die Inbrandsetzung des Gebäudes benutzt. Wie aber in einem später unterdrückten Polizeibericht für die Presse vom 4.3.33 angegeben wird, mußte er sich seiner Kleider entledigen, weil diese Feuer gefangen hatten.

13 Verder blijkt uit de documenten, dat Dr, Zirpin voor het Hof
Citaat:
unter Eid falsch über den Zeitpunkt der ersten Vernehmung van der Lubbes durch die politische Polizei aussagte.

Daarmee verdoezelde hij twee feiten: 1. dat de politieke politie veel sneller (dan normaal kon zijn) ter plekke was en 2. dat de politieke politie zich al actief met de zaak bemoeide, toen er nog helemaal geen achtergrondinformatie was.

14 Bevreemding wekt, dat het eigenlijke brandonderzoek aan twee groepen deskundigen werd toevertrouws, die ieder een gescheiden gebied toegewezen kregen.
Geheimrat Professor Josse en Ing. Werner
Citaat:
kommen zu dem Ergebnis, der Plenarsaal sei mit einem organischen Brandmittel vorbereitet gewesen, bevor Lubbe dort evtl. die Zündung vorgenommen habe.

Branddirektor Wagner en Oberregierungsrat Dr. Ritter onderzocht de brand in de zittingszaal. Professor Brüning en de chemicus Dr. Lepsius onderzochten de kleinere brandhaarden.
Wagner verklaarde
Citaat:
"Mit einem schweren Benzin oder mit Petroleum wäre eine Brandlegung möglich gewesen".

De deskundigen spraken elkaar vaak tegen, maar
Citaat:
einig waren sie sich aber darin, daß van der Lubbe und seine Kohleanzünder den Brand nicht allein ausgelöst haben könnten.

15 De chemicus Schatz onderzocht de vloer en het roet van de zittingszaal. Hij ontdekte er sporen van "Brandbeschleunigern" (katalysatoren?). Bovendien toonde hij tijdens een demonstratie aan, dat er mengsels te maken zijn, die uit zichzelf kunnen ontbranden.

We gaan door met de feiten, want er zijn nog een paar dingen te vermelden. Dus: wordt vervolgd.


zo feb 26, 2012 10:26 pm
paul van de weg
Bericht Serie Reichstagsbrand - Nummer 6
Slot feiten:
16 Een lange rij getuigen kwam opdraven. Het bleken bijna alleen maar Nazi's, criminelen en roddelaars te zijn. Maar ook gevangenen uit de concentratiekampen. En daarbij deed zich soms een verrassing voor, want dan bleek
Citaat:
daß mancher aus dem KZ vorgeführte Zeuge vor dem Gericht plötzlich mutig seine abgepreßten Aussagen wiederrief und die Dinge beim Namen nannte. Diese Zeugen wurden dann fallengelassen oder im Urteil abgewertet.

17 Interessant vond ik deze melding, waar verder niets mee gedaan werd.
Citaat:
Nach einem Funkbericht des Woilffschen Telegrafenbüros vom Brandabend über die Vernehmung v. d. Lubbes durch die politische Polizei in der Brandenburger Torwache - abgedruckt in der Frankfurter Zeitung vom 28.2.1933, zweites Morgenblatt - war van der Lubbe nicht halbnackt, sondern trug einen dunklen Arbeitsanzug mit Pelerine. Eine Bekleidung, die wohl eher zu einem Schornsteinfeger paßte und auf die unterdrückte Spur des Schornsteinfegers Heise hätte führen können.

18 Voor het Hof verklaarde Goebbels onder ede, dat hij door de NSDAP-Perschef Buitenland, Ernst Hanfstaengl, werd geïnformeerd. Hanfstaengl zou eind Februari in het paleis van de Reichtstagspresident hebben gelogeerd, dat direct tegenover het Reichstagsgebäude gelegen was. De "Fond 551" papieren hebben een verklaring van de nachtportier van het paleis van de Reichstagspresident, Adermann. Hij zei dat Hanfstaengl noch op de bewuste dag der brand daar was, noch daar gelogeerd had.
Hierover is Adermann niet ondervraagd tijdens het proces.

19 De door Göring benoemde chef der politieke politie, Rudolf Diels, was sedert zes weken in functie. Uit door hem
Citaat:
bereits am Nachmittag des 27.2. 1933 veranlaßten und ausgesendeten Polizeifunksprüchen geht hervor, daß die Verhaftungsaktion gegen Kommunisten und linke Sozialdemokraten, die nach dem Brand in der Nacht zum 28.2 einsetzte, schon unmittelbar vor dem Brand eingeleitet wurde.

20 De reeds diverse malen genoemde Dr. Zirpins werd in 1933
Citaat:
wegen seiner besonderen Fähigkeiten aus dem Weimarer Kripoapparat übernommen.
en was vanaf 1939 SS-Hauptstürmführer honoris causa.

21 In de theorie van Tobias wordt deze Dr. Zirpins heel wat keren als getuige aangevoerd. Daarbij wordt zorgvuldig verzwegen, dat deze Dr. Zirpins actief betrokken was bij omvormen van het politie-instituut Charlottenburg tot een opleidingsschool voor Nazifunctionarissen van de Sicherheitspolizei. Noch, dat hij daarvan in 1937 de leiding kreeg. En evenmin, dat Dr. Zirpins in mei 1937 lid van de SS werd.
Citaat:
Die angehenden Kriminal- und Gestapokommissare unterrichtete er anhand seines beliebten Lehrbuchs „Strafrecht-leicht gemacht“ in der nationalsozialistischen Auffassung des Strafrechtes…

In 1940-1941 was Zirpins Kriminaldirektor van het ghetto Lodz, waardoor hij op een belangrijke post aan de Endlösung meewerkte. In 1942 werd hij
Citaat:
Parteigenosse und Heydrichs Schulungsexperte.

22 De aanklagers, Oberreichsanwalt Dr. h.c. Karl Aug. Werner en zijn assistent Dr. Heinrich Parisius, bereidden de aanklacht voor. Volgens Tobias zou Werner een wat droge, maar vlijtige jurist zijn. Van deze Werner is echter een episode bekend, die zich rond de jaarwisseling 1931-1932 afspeelde. Toen de Nazi's dus nog niet aan het bewind waren.
Otto Braun had een bezwaarschrift tegen de Nazi's bij de regering Brüning ingediend, met het verzoek de benodigde stappen door de "Oberreichsanwalt" te laten nemen.
Omdat er wekenlang niets gebeurde, liet Braun door Kriminalrat Stumm vragen, wat er eigenlijk gebeurde.
Citaat:
Der Oberreichsanwalt war ein gewisser Herr Werner, der sich später als Mitglied der NSDAP entpuppte.... Darauf ließ ich mir noch eine Kopie der Denkschrift geben und veranlaßte die Liga für Menschenrechte in Berlin an die Oberreichsanwaltschaft zu schreiben: «... Wir haben gehört es gibt darüber Denkschriften und Eingaben, was ist eigentlich los?» Worauf der Oberreichsanwalt unverzüglich an die Polizei Berlin schrieb, an meinen Freund Stumm: «Was sind denn das für verdächtige Leute, die über solche Vorgänge Bescheid wissen?»" Soviel dazu.

Dr. Parisius werd in 1936 bevorderd tot "Oberstaatsanwalt beim Volksgerichtshof"

23 Ook over de onderzoekrechter valt het nodige op te merken.
Door persoonlijk ingrijpen van Hitler en Göring werd onderzoeksrechter Braune door Paul Vogt vervangen. Hij werd duidelijk aangestuurd.
Zijn partijdigheid bewees hij alleen al door het consequent weigeren van verzoeken van de gedaagden.

24 Het Hof werd gevormd door voorzitter Bünger, Hermann Coenders, Dr. Walter Froelich en Dr. Emil Lersch. Daarnaast noch Gerhard Rusch en Dr. Full.
Coenders bleek tijdens het proces alleen niet Nazi-gezinde getuigen zeer scherp te ondervragen.

Ik kan nog een hele bende feiten noemen. Zal mij tot een beperken: de moord op helderziende Hanussen. Van hem werd gezegd, dat hij de brand van de Reichstag "voorspelde". En… dat hij mogelijk Van der Lubbe gehypnotiseerd had. Daarmee sluiten we echter de feiten af, en komen we bij verdachte omstandigheden en speculaties. Wederom: wordt vervolgd

NB Ondertussen heb ik nog meer feiten verzameld, die na deze reeks in een aparte bijdrage komen.


zo feb 26, 2012 10:31 pm
paul van de weg
Bericht Serie Reichstagsbrand - Nummer 7
Verdachte omstandigheden en speculaties
Het zal duidelijk zijn: voor mij zijn de aanwijzingen, dat de Nazi's de eigenlijke daders zijn, zo sterk, dat met de reeds bovengenoemde feiten ook het wettig bewijs geleverd is.
Zij hebben zich actief met de procesgang bemoeit; hebben hun onwelgevallige personen, die bij het onderzoek betrokken waren, vervangen, dan wel hun werk bemoeilijkt.
Hun acties zijn in een zin samen te vatten: zij hebben onderzoek gehinderd en verhinderd.

Er zijn diverse getuigenverklaringen over Göring, die pochte op het feit, dat hij de initiator was van de Reichstagsbrand. Dat zijn echter, om het in goed Nederlands te zeggen, getuigenissen "vom Hören sagen".

Er zijn verschillende getuigen, die hebben verklaard, dat Diels, de eerste Gestapochef, zei dat ene Heini Gewehr (SA-man) met enige consorten de brand zou hebben gesticht.

Weer andere personen was opgevallen, dat een foto van Van der Lubbe van enige dagen na zijn arrestatie een totaal andere persoon liet zien, dan de Van der Lubbe tijdens de zittingsdagen voor het Hof. Toen maakte hij een uitgebluste indruk. En heel wat keren werd toen gesuggereerd, dat hij verdoofd zou zijn. Met bromiden. De Nazi's hebben echter geweigerd zijn lijk naar Nederland te mogen transporteren. Autopsie heeft nooit plaats gevonden.

De al eerder genoemde Gestapomedewerker Heisig, legde oder ede een verklaring af. Daarin zei hij, dat hij als eerste Van der Lubbe had verhoord. Er bleek echter een lacune van ongeveer 1¾-2 uur te zijn, voordat hij Van der Lubbe verhoorde.
Daarom werd hij de dag daarna nogmaals ter zitting geroepen en werd hem gevraagd naar dat verschil. Volgt men de tijdstippen en inhoud van de protocollen van verhoor, dan blijkt, dat Heisig loog. Hiermee heeft het Hof niets gedaan. Integendeel, er werd gezegd "Damit dürfte die Sache aufgeklärt sein".

Omdat het een zaak voor de rijksaanklager geworden was (immers hoogverraad), moest de eerdergenoemde Dr Werner de leiding van het onderzoek hebben. En moest als onderzoeksrechter Dr Braune optreden.
Citaat:
In der Kabinettssitzung vom 2.3.33 erklärte Göring in Anwesenheit des Justizministers Gürtner folgendes: "Die Polizei werde alsbald die Untersuchung gegen den Attentäter an das Reichsgericht abgeben müssen.

Untersuchungsrichter sei der Landgerichtsdirektor Dr. Braune, der früher die Untersuchungen gegen Mitglieder der NSDAP geführt habe. Er sei immer in schärfster Form gegen die Partei vorgegangen.
Wenn auch angenommen werden müsse, daß er sachlich unbeeinflußt arbeiten würde, so sei er doch kaum als Persönlichkeit geeignet, diese wichtige Angelegenheit zu bearbeiten."

Auch Hitler sprach sich in der Kabinettssitzung gegen Dr. Braune als Untersuchungsrichter aus.

Waarom waren de Nazi's zo bang voor een neutrale, objectieve onderzoeker?
Ook verschillende getuigen verklaren over direct ingrijpen in het onderzoek door Göring.

Nog iets wat te denken geeft. De politieke politie onderzocht de brandplekken voordat het "Dezernat für Brandermittlungen", de afdeling die hiervoor speciaal opgeleid was, de kans kreeg onderzoek te verrichten. Het sterkste voorbeeld is wel, dat binnen- en buitenlandse journalisten door het noch rokende Reichstagsgebäude werden geleid, daarmee sporenonderzoek bemoeilijkend.

Weer zo'n leuk vraagje: "Hoe lang is Van der Lubbe in de Reichstag geweest"?
Bij her Hof (Reichsgericht) wordt de totale tijd, die Van der Lubbe in de vergaderzaal van het Reichstagsgebäude was, geschat op ten hoogste 9-11 minuten. Die schatting was gebaseerd op de genoteerde tijdstippen van alarmering bij politie, brandweer, etc.
Een "vriend" van Tobias' theorie, dat Van der Lubbe de enige dader was, de heer Berndt, kwam met een heel andere raming. Hij beweerde 21-23 minuten.
Daarentegen hebben Bahar en Kugel, grote bestrijders van de "Alleintätertheorie" de "Fond 551" documenten geraadpleegd, en kwamen zij tot een conclusie van 4-6 minuten. Fischler gaat vermoedelijk accoord met de schatting uit 1933, maar heeft zich daar niet expliciet over uitgelaten.
Hoe het ook zij, 1 Van der Lubbe was bijna half blind; 2 onbekend in het gebouw van de Rijksdag, dat bovendien pikdonker was en 3 blijkbaar vond hij toch nog tijd om van het door hem ingeslagen venster(???) alle scherven uit de sponning te verwijderen en die netjes op een plank te leggen.

Bovendien: Van der Lubbe verklaarde "Kohlenanzünder" (metablokjes???) te hebben gebruikt. De aankoop daarvan kon worden bewezen. Nergens echter heeft men aanwijzingen kunnen vinden, dat Van der Lubbe benzine, petroleum of welke brandstof dan ook kocht. En toch verklaren alle geraadpleegde experts, dat voor de brand van de zittingszaal brandbare vloeistoffen zijn gebruikt. Dus... mededaders. Maar wie????

Vermoedelijk waren er helpers onder het personeel van de Reichstag. En hebben die de Portalen 2 en 5 geopend, waarmee de werkelijke daders zonder problemen zo naar binnen en buiten konden gaan.
En zou het een samenwerkingsverband van Nazi's en Rechtsradicalen hebben kunnen zijn, dat de eigenlijke brand pleegde.

En Van der Lubbe? Sommige commentatoren denken zelfs, dat Van der Lubbe van te voren gehypnotiseerd was, zodat hij gewillig deed wat hem gezegd werd. Het was tamelijk gemakkelijk om de idealistische, slechtziende Van der Lubbe te misleiden.
Qua karakter was hij een ideale figuur. Want hij was typisch iemand, die altijd de schuld op zich zou willen nemen. Ook van dingen, die hij niet had gedaan.

De lijst met verdachte zaken is enorm. Toch zijn deze vraagtekens voor mij nog minder veelzeggend, dan wat ik las over het blad Der Spiegel en uitgever Rudolf Augstein.
De journalist Hersch Fischler heeft in 1996 een driedelige serie "Der SPIEGEL und der Reichstagsbrand 1933" in het blad "Wupper Nachrichten" gepubliceerd. Zeer onthullende lectuur.
Voor het artikel over Der Spiegel, zie http://www.zlb.de/projekte/kulturbox-ar ... serie1.htm

In het laatste onderwerp zal ik daaraan aandacht schenken, alsmede nog enkele losse flodders opruimen.


zo feb 26, 2012 10:36 pm
paul van de weg
Bericht Re: Serie Reichstagsbrand - Nummer 1
Rudolf Augsteins "Der Spiegel" 1

Nogmaals: tot 1959 was iedereen er van overtuigd, dat de Nazi's de brand in de Reichstag hadden aangestoken. Dat veranderde eerst, toen Fritz Tobias in 1959/1960 zijn serie in het blad "Der Spiegel" publiceerde, waarin hij stelde: Van der Lubbe is de enige dader.
Een behoorlijke polemiek ontstond, die pas door een ondersteuning van Hans Mommsen van het "Institut für Zeitgeschichte" (IfZ) te München in Duitsland geaccepteerd werd.

Al met al rees bij mij toen de vraag: wat bezielde Tobias om zo'n theorie te lanceren en wat bezielde Mommsen om deze te geloven? Dwars tegen de toenmalige mening in.
Indien Mommsen een een gewetenloze, op carrière beluste, jonge onderzoeker zou zijn geweest, kan ik het mij voorstellen. Hij wist, dat de directeur van het IfZ zijn partijlidmaatschap had verzwegen. En kon op protectie van die directeur rekenen, indien hij hem uit de problemen hielp.
Bij Tobias stond ik voor een raadsel. Vooral, omdat ik twee of drie keer een aantekening vond, dat Tobias bereid was mensen met hun Naziverleden te chanteren, indien zij zich actief tegen zijn theorie keerden c.q. niet ondersteunden. Wat voor iemand is dat toch, die tot zoiets in staat is. Er was echter geen enkele aanwijzing, dat hij ooit lid is geweest van de NSDAP. Of zich actief voor de Nazi's inzette. Want dan was het voor mij verklaarbaar.
Tot ik op een regel stiet, die alles verduidelijkte:
Citaat:
Der Autor der Serie, Fritz Tobias, arbeitete bereits 1951 bei Zirpins Wiederverwendung mit ihm im niedersächsischen Innenministerium zusammen und beide hatten, wie aus einem Schreiben von Tobias an Zirpins vom 13.Februar 1960 hervorgeht, in Sachen Getto Lodz „böse Absichten“ Dritter zu befürchten.

Dr. Zirpins (dat Dr. laat ik maar vallen; dat epitheton verdient die vent niet) is degene, die Van der Lubbes "bekentenis" heeft opgesteld. Die Gestapo-, SD- en SS-lieden de fijnere kneepjes van het vak heeft bijgebracht. En die persoonlijk verantwoordelijk te stellen is voor de dood van veel joodse bewoners van het ghetto Lodz. Blijkens de brief van Tobias aan Zirpins, speelde Tobias daar ook een heel vuile rol.

Dit citaat vond ik in een driedelig artikel van de onderzoeksjournalist Hersch Fischler, dat ooit in het blad "Wupper Nachrichten" was verschenen. Het artikel was gewijd aan het blad Der Spiegel en uitgever Rudolf Augstein.
Het artikel was een werkelijke onthulling voor mij, en daarom zal ik proberen het, ter afsluiting, in het kort samen te vatten.

Ik begin nadat de BRD gesticht was (1949).
In opdracht van de BRD onderzocht Dr. Richard Wolff wat er nog aan bronnen restte van de zaak Reichstagsbrand. Hij meende, dat zij vermoedelijk niet meer te vinden zouden zijn. Getuigenverklaringen en verhoren van Göring door de Amerikanen, zo concludeerde hij, maakten het duidelijk, dat de Nazi's de brand hadden gesticht.
Dr. Wolff sprak weliswaar met Zirpins, maar die weigerde medewerking te verlenen.

Dat beeld veranderde, toen Der Spiegel in 1959 met de "onthullende" Tobias-serie kwam, waarin gesteld werd, dat Van der Lubbe de enige dader was. En plotseling werkt Zirpins mee en liet hij zich interviewen.
Citaat:
Er bestätigte, Marinus van der Lubbe 1933 und danach für den Alleintäter gehalten zu haben. Van der Lubbe habe vor der Polizei immer wieder das gleiche, präzise und glaubwürdige Geständnis seiner Brandstiftungshandlungen und seiner anarchistischen Motive abgelegt: Am Tatort seien nur die von ihm hinterlassenen Spuren aufgefunden worden. Hinweise auf andere Täter hätten völlig gefehlt.

Op grond van Zirpins' verhaal en omvangrijke uittreksels uit het verhoor van Van der Lubbe (waar waren die daarvoor??), werd dus geconcludeerd "Van der Lubbe is de enige dader". En, zo ging men verder, noch communisten, noch Nazi's zijn als mededader(s) actief geweest.

In zijn in 1962 verschenen boek had Tobias beweerd, dat alle originele documenten door de Sovjets waren buitgemaakt, naar Moskou gebracht en in de vijftiger jaren vervolgens aan de DDR overhandigd. Omdat zij de voor de communisten onwelgevallige "Alleintäterschaft" van Van der Lubbe bewezen, had de DDR er geen belang bij, ze te openbaren.
Door de " Wiedervereinigung" kwamen de originelen boven water. Big surprise: zij zeiden heel wat anders dan Der Spiegel, Tobias en Zirpins hadden beweerd.

Verschillende malen heeft journalist Fischler uitgever Augstein en het blad Der Spiegel gewezen op het feit, dat de Reichstagdocumenten op veel punten in tegenspraak waren met de artikelenserie over de "Alleintäterschaft". Reacties: nullkommanull.

Dit niet-reageren wekte natuurlijk verbazing op. Waarom zweeg men? En waarom weigerde Zirpins Dr. Wolff een verklaring te geven over het Reichstagsproces c.q. verhoor van Van der Lubbe. Maar liet hij zich wel door Der Spiegel interviewen.

In 1945 hieven de geallieerden de centrale aansturing van het politieapparaat door het "Reichskriminalpolizeiamt" (RKPA) op. En werd dat per bezettingszone geregeld. Veel hoge functionarissen werden ontslagen op grond van hun lidmaatschap van NSDAP en SS (of hier bedoeld wordt "en ", dan wel " en/of" is mij niet duidelijk). Het wegvallen van zoveel personen leidde tot een gebrek aan ervaring in de nieuwe opsporingsdiensten.
Na de oprichting van de Bondsrepubliek werd een Bundeskriminalpolizeiamt (BKA) ingesteld. De hamvraag was natuurlijk "Wie krijgt de leiding en is verantwoordelijk voor de opbouw"?
Met dit thema heeft Der Spiegel zich nadrukkelijk bemoeit. Het blad stelde, dat centrale aansturing de oplossing van complexe misdaden eerst mogelijk had gemaakt. Het RKPA, aldus Der Spiegel, was heel wat anders dan Gestapo, SD en SS. Ook nadat Heydrich in 1939 deze diensten samenvoegde tot het Reichssicherheitshauptamt (RSHA).
De voormalige leiding van het RKPA was, nogmaals: weer Der Spiegel, met uitzondering van Chef Arthur Nebe niet-Nazi en niet vrijwillig SS-lid honoris causa geworden. Wat Der Spiegel dus verzweeg, was, dat veel topfunctionarissen al in het begin der dertiger jaren met de Nazi's sympathiseerden of zelfs partijlid waren. Dat veel van deze functionarissen als SD'er actief waren. En zich in "Einsatzgruppen"
Citaat:
im Osten an der „Endlösung der Judenfrage „ aktiv beteiligten und auch im Reich Strafverfolgung im Sinne der Nationalsozialisten praktizierten.

Drijvende kracht bij de oprichting van het BKA was de voormalige " Kriminalkommissar, SS- und SD-Mann Paul Dickopf". Hij zou vanaf 1943 in nauwe samenwerking met de Zwitserse Nazi Francois Genoud, voor zowel de Duitsers, de Zwitsers als de Amerikanen hebben gewerkt. In 1947 keerde Dickopf naar Duitsland terug en zou hij niet-officieel de Amerikanen hebben geadviseerd bij het opbouwen van een nieuwe recherchedienst. In mei 1950 werd hij medewerker van de eerste directeur van het BKA. Eigenlijk organiseerde hij de BKA. Eerst als vice-directeur; later als directeur.
Zijn nauwe, geheime band met Genoud heeft hij nooit afgebroken. Genoud toonde zich een actief Nazi en had openlijk banden met de naar Zuid-Amerikaanse en Arabische landen gevluchte Nazis.

Heel kort kan men stellen, dat Dickopf voor alles er voor zorgde, dat oude vrienden uit het RSHA in het nieuwe BKA kwamen, en in de met het BKA samenwerkende politiediensten van de verschillende deelstaten.
Toen deze oude vrienden een heel erg belast verleden hadden, sprong Der Spiegel actief in de bres. Op 14 Mei 1951 schreef het blad over het nieuwe BKA en zei het dat die Elite der alten Sherlock Holmes aus dem RKPA“ zwar „rehabilitiert, aber in der Mehrzahl bis jetzt noch nicht wieder eingestellt“ was. Tien personen werden zelfs met name genoemd. Daaronder waren er drie, die vanaf het begin van de Reichstagsbrand in die zaak gemengd waren.
Citaat:
Neben Kriminalrat a.D. Helmut Müller, der in der Nacht des Reichstagsbrands die nicht von v. d. Lubbe stammende Fingerspuren gesichert hatte, befinden sich unter diesen Männern zwei, die für die weitere Spiegel-Berichterstattung eine entscheidende Rolle spielen sollten: Dr. Zirpins, der die für Marinus van der Lubbe verhängnisvollen polizeilichen Geständnisprotokolle gefertigt und vor dem Reichsgericht beschworen hatte, und Kriminalrat a.D. Rudolf Braschwitz, der in der Reichtagsbrandkommission der Geheimen Staatspolizei 1933 ermittelte.

Heel sterk zette Der Spiegel zich in voor Zirpins. En verzweeg daarbij de bruine activiteiten van Zirpins. En met gevolg, want Zirpins kwam bij de politie van Neder-Saksen terecht.
Maar ook Braschwitz vond werk. Hij werd op een bepaald moment zelfs plaatsvervangend chef van de recherche Dortmund.
Citaat:
Am 2. Januar 1959 schrieb ein ehemaliger Gestapohäftling an die Staatsanwaltschaft Dortmund, er habe Dr. Braschwitz Ende 1958 zufällig gesehen und wiedererkannt. Im Oktober 1933 hätte ihn Braschwitz zusammen mit anderen Gestapobeamten schwer mißhandelt um eine Aussage zu erpressen. Es gab sofort Pressemeldungen über den Vorfall. Braschwitz' Tätigkeit in der Reichstagsbrandkommission der politischen Polizei wurde sofort ein Thema und es wurde der Vorwurf erhoben, Braschwitz habe 1933 vor dem Reichsgericht als Zeuge falsch ausgesagt. Die Staatsanwaltschaft Dortmund leitete Anfang 1959 ein Ermittlungsverfahren gegen Braschwitz wegen des Verdachts des Meineids im Reichstagsbrandprozeß ein (Aktenzeichen 10 Js 1/59).

Omdat destijds nog de mening heerste, dat de Nazi's de brand hadden gesticht, en dat hun daden door de politieke politie waren afgedekt, betekende dit, dat de destijds betrokken personen als getuigen zouden worden gehoord. Ook Zirpins.
Voor Zirpins betekende dit, dat hij mogelijk zelf ook beschuldigd zou worden.

Het laatste stuk van dit artikel sluit dan tevens deze serie af, die gewijd is aan de brand van de Reichstag.


di feb 28, 2012 3:05 am
paul van de weg
Bericht Serie Reichstagsbrand - Nummer 8
Rudolf Augsteins "Der Spiegel" 2 en tevens slot

Uitgerekend toen het onderzoek naar Braschwitz werd uitgebreid, publiceerde Der Spiegel op 21-10-1959 het eerste deel van een serie over de "Alleintäterschaft" van Van der Lubbe. Auteur was Fritz Tobias.
Gesteld werd, dat een jaren durend onderzoek van Tobias, dat door Der Spiegel nauwgezet getoetst was, onherroepelijk leidde tot de conclusie, dat Van der Lubbe de enige dader was.
Zirpins werd zelfs als kroongetuige opgevoerd. Hij had immer de "bekentenis" van Van der Lubbe opgetekend. Als medegetuige werd opgevoerd een voormalige collega van Zirpins: Schneider, "Ministerialrat in der Polizeiabteilung des Innenministeriums NRW". Wat de Spiegel niet zei, was, dat Schneiders werkelijke naam Dr. Heinrich Schnitzler luidde. Noch, dat hij een directe medewerker van Gestapochef Diels was, en in hoge mate betrokken bij de massale arrestaties in de brandnacht.

De serie was werkelijk pasklaar gemaakt om eventuele beschuldigingen te voorkomen, als zou Zirpins voor het Hof een meineed hebben gepleegd en andere, nationaal-socialistische, daders hebben gedekt. Immers, als Van der Lubbe de enige dader was, kon noch Zirpins, noch enig andere collega van hem destijds meineed hebben gepleegd.
Omdat Van der Lubbe veroordeeld en terechtgesteld was, zo zei uitgever Augstein in nummer 2 van 1960, was hiermee het thema Reichstagsbrand afgehandeld.
Hoewel er nog een aanklecht tegen en onderzoek naar SA-Führer Gewehr werd ingesteld wegens het vermoeden van mededaderschap bij de brandstichting, miste de Spiegelserie zijn werking niet. Beschuldigde voormalige Nazis, evenals Braschwitz, beriepen zich op de artikelenreeks van Der Spiegel. De onderzoeken en procedures werden daarop gestaakt.
En tegen Zirpins werd geen onderzoek ingesteld.

Begin zestiger jaren werd een aanmerkelijk deel der Duitse rechters en officieren van justitie nog gevormd door voormalige Nazi's. Zij waren zeker niet snel geneigd een onderzoek in te stellen. Maar ook de Sovjet Unie zweeg. Eerst door "Fond 551" werd het duidelijk. Zij bezaten ideaal chantagemateriaal over hoge West-Duitse ambtenaren.
Niet vergeten mag worden, dat alle in 1933 begane misdaden rond 1960 nog niet verjaard waren.

Rudolf Augstein heeft noch in 1949, noch in 1959 aan de geruchtmakende series direct meegewerkt. Hij heeft slechts als uitgever in begeleidende artikelen opgemerkt, dat de onderzoekingen zorgvuldig hadden plaats gevonden en consequenties geëist.
Is het mogelijk, dat hij goedgelovig was en misbruikt is? Zou zijn naaste medewerker en plaatsvervangend hoofdredacteur Georg Wolff, voormalig SS-Hauptsturmführer der SD in het RSHA, Der Spegel gebruiken om zijn vroegere kameraden te helpen?

In 1992 werden feiten bekend, die de goedgelovigheid van Augstein bijna uitsluiten.
Begin 1992 verklaarde Argentinië zich bereid de gegevens over de immigratie van vroegere Nazis na 1954 te openbaren. Toen bleek, dat de voormalige perswoordvoerder van Goebbels, Wilfred von Oven, in de buurt van Buenos Aires leefde. Von Oven zei daarop, dat hij niet als oorlogsmisdadiger via geheime wegen naar Argentinië was gevlucht. Maar heel legaal in 1951 daarheen was gegaan, als correspondent van Der Spiegel voor Zuid-Amerika.
Toen ongelovige verslaggevers bij Von Oven de zaak kwamen controleren, toonde hij hen een door Augstein getekende perskaart en ook een door hem ondertekende aanbevelingsbrief. Von Oven zei destijds ook, dat Augstein wist, dat hij Goebbels voormalige perswoordvoerder was en tevens nog steeds de Nazileer aanhing.
Toen de Bild-Zeitung bei Augstein dit verifieerde, liet hij zijn toenmalige woordvoerder mededelen, dat hij niet had geweten wie Von Oven was. Een patstelling dus.
Neen!! Augstein heeft eenvoudigweg gelogen. In Spiegels van 1950 wordt Von Oven reeds opgevoerd. Met foto en onder vermelding van zijn vroegere functie, namelijk voormalig perswoordvoerder van Goebbels.

Via Von Oven leidt een spoor naar de Reichstagsbrand.
In de jaren zestig informeerde de Berlijnse journalist Alfred Weiland zowel de toenmalige Minister van Justitie van de BRD als het blad Der Spiegel over zijn ervaringen in de dagen voor de Reichstagsbrand. Hij was toentertijd lid van een linkse organisatie, AAU, en had contact met Van der Lubbe gehad. Van der Lubbe was echter door zijn onwetendheid en naïveteit in contact gekomen met SA- en politieke politiespionnen. Deze zouden hem in opzienbarene acties hebben betrokken, die leidden tot de acties na de brand.
Citaat:
Ein Student Wilfried van Oven (!) sei damals ebenfalls Mitglied der AAU gewesen. Er habe Kontakt zu van der Lubbe gehabt und sei nach dem Reichstagsbrand zu den Nationalsozialisten übergegangen.

Bekend is, dat
Citaat:
Überläufer und „U-Boote“ in verdeckten Operationen für die Nationalsozialisten arbeiteten.

Is Wilfried van Oven identiek met Wilfred von Oven? Heeft hij Goebbels reeds bij de brand van de Rijksdag hulp geboden?
Citaat:
In Heft 25/1994 berichtete der SPIEGEL, der Rep-Abgeordnete Krause habe Wilfried van Oven(!), ehemals Pressereferent von Goebbels, in Argentinien aufgesucht.

Toen Der Spiegel om commentaar werd gevraagd, kwam na twee maanden een reactie. Daarin werd gesteld, dat de naam inderdaad op verschillende wijze geschreven was, maar dat men verder geen inlichting kon geven.

Ik kan zo nog vele pagina's vol schrijven over machinaties van Nazi's, oud-Nazi's, sympathisanten, enzovoort. Heb heel veel relevante en minder relevante feiten weggelaten, om de hoofdlijn niet nog onduidelijker te maken.

Ik citeer mijzelf: Als het niet de Nazi's kunnen zijn, noch de communisten, noch rechts-radicalen, dan blijft als dader over Van der Lubbe.

Welaan, deze vraag is voor mij heel duidelijk beantwoord. Niet alleen kunnen het de Nazi's zijn, sterker, het zijn de Nazi's.
Misschien heeft Van der Lubbe ergens een klein brandje in de Reichstag mogen stichten. Mogelijk werd hij echter pas actief, toen de brand reeds een feit was. Hij is in ieder geval misbruikt.
Overigens kan ik nog een verklaring bedenken, waarom hij kleding of stof in brand stak: hij had geen zaklantaarn of kaars bij zich.

In ieder geval is de Reichstagsbrand een stinkende bruine doofpot.


Er komen vermoedelijk nog twee bijdragen, maar daarvoor moet ik allerlei losse einden aan elkaar knopen en een boek lezen, dat mij toegezonden wordt.


di feb 28, 2012 3:28 am
Geef de vorige berichten weer:  Sorteer op  
Forum gesloten Dit onderwerp is gesloten, je kunt geen berichten wijzigen of nieuwe antwoorden plaatsen  [ 12 berichten ] 


Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 15 gasten


Je mag geen nieuwe onderwerpen in dit forum plaatsen
Je mag niet antwoorden op een onderwerp in dit forum
Je mag je berichten in dit forum niet wijzigen
Je mag je berichten niet uit dit forum verwijderen

Zoek naar:
Ga naar:  
cron
Alle rechten voorbehouden © STIWOT 2000-2012. Privacyverklaring, cookies en disclaimer.

Powered by phpBB © phpBB Group