Het is nu vr apr 19, 2024 4:34 pm




Forum gesloten Dit onderwerp is gesloten, je kunt geen berichten wijzigen of nieuwe antwoorden plaatsen  [ 50 berichten ]  Ga naar pagina Vorige  1, 2, 3, 4  Volgende
Oorlogsdagboek 1943/45... 
Auteur Bericht
Harro
Bericht 
28 september 1944

En nog steeds woedt de strijd in Holland. Nog steeds spreekt het W.B. van hevige gevechten bij Arnhem en Nijmegen, waar wel het zwaartepunt schijnt te liggen. Maar vandaag was er toch weer wat nieuws. Vandaag kwam het dagblad "Het Volk" weer. Helaas geen Hollandse uitgave, maar dat zal aan de politieke inhoud geen afbreuk doen... Maar ten opzichte van het Nederlandse nieuws maakt het natuurlijk veel uit. In ieder geval hebben we nu weer een Hollandse krant, waardoor we ons beter oriënteren kunnen. Ook is de Hollandse vertaling van het W.B. met enig commentaar daar bij veel interessanter. Wel verwacht ik mettertijd wel een stroom van gruweldaden te lezen, die bedreven worden in het door de geallieerden bezette gebied. Maar daarvoor is het oorlog.


wo jan 12, 2005 11:02 pm
Harro
Bericht 
12 okctober 1944

Intussen zijn we weer 12 dagen verder en het is nog steeds oorlog. Weer hebben we te vroeg gejuicht, is onze hoop nog steeds niet verwezenlijkt. Onze illusie om met Kerstmis thuis te zijn verflauwd hoe langer hoe meer. Het front heeft zich vastgezet. Alle dagen lezen we over zware gevechten in de buurt van Nijmegen. In het zuiden van Holland, in Brabant, Zeeland en Limburg het zelfde. Zware gevechten. Hetze-verhalen doen geen opgeld meer. Het W.B. zegt ons genoeg. Ja, veel te veel, we weten het nu. Holland is oorlogsterrein geworden, waar Amerikanen en Duitsers vechten voor de vrijheid van Europa.... Uitgerekend in Holland moet de opmars naar Berlijn beginnen. Uitgerekend in Holland moet het offensief tegen New York beginnen...


wo jan 12, 2005 11:02 pm
Harro
Bericht 
7 november 1944

Weer zijn we 4 weken verder en nog steeds is de oorlog niet ten einde. Vier weken, waarin vertwijfelde wanhoop naast doffe berusting zich voordeden. Maar zo ongeveer kunnen we ons een beeld vormen van de toestand thuis. En dat beeld is: weinig eten, geen gas, geen licht en geen kolen. Volgens mijn berekening hebben ze thuis nog wat kolen en, zoals mijn vrouw schreef, had ze reeds 5 mud van het lopende rantsoen ontvangen. Uit een brief van 30 september maakte ik op, dat mijn vrouw de laatste geldzending nog niet ontvangen had, maar ze zullen zich wel redden, hoop ik... Intussen tekent de militaire situatie zich steeds duidelijker af. De strijd bij Arnhem en Nijmegen is vastgelopen, Arnhem in Duitse handen en Nijmegen in geallieerde. Intussen is geheel Brabant in geallieerde handen, want steden zoals Breda, Tilburg en den Bosch zijn door de Duitsers verlaten. Ook in Zeeuws-Vlaanderen en op Walcheren is een zware strijd gestreden, die officieel vandaag geëindigd is. De Scheldemonding is vrij. Helaas zijn de dijken van het eiland Walcheren gebombardeerd en is het eiland verdronken... Ook van Vlissingen en Middelburg zal wel niet veel over zijn. Maar wat voor een betekenis hebben een stukje land en een paar stadjes in deze, alles onterende en vernietigende waanzinnige, oorlog? Dat betekent niets, absoluut niets. Als men nagaat welke verwoestingen er reeds hebben plaats gehad in geheel Europa en wat we misschien nog te wachten zijn. Ook Normandië is er niet zonder kleerscheuren af gekomen bij de opmars.


wo jan 12, 2005 11:03 pm
Harro
Bericht 
21 november 1944

En nog steeds is er geen einde te zien. Nog steeds bulderen de kanonnen in Holland. Ja, tot aan de Moerdijk zijn ze gekomen. De bruggen aldaar zijn vernietigd, ook die van Nijmegen. En het enige nieuws wat we krijgen is uit de kranten en wat voor berichten! Ik citeer hier uit "Van Honk" van j.l. 13 november: "De misdaad tegen Walcheren" is het opschrift... Zonder strategische noodzaak heeft de Engelse luchtmacht weer eens in zinloze moordlust mensen van een bevriende natie gedood... enz. En vele andere artikelen wezen op het militair zinloze van de onder water zetting van Walcheren. Maar vandaag, 1 week later, komt "Van Honk" weer. Luister naar het hoofdartikel: "Wordt de zee op Nederland losgelaten?" En dan volgt: "De vernieling van de zeeweringen op Walcheren heeft ontegenzeggelijk de geallieerden de strijd om de toegang tot de Schelde vergemakkelijkt..." Kijk, dat een krant in deze tijd niet meer neutraal is, is me wel duidelijk. Ook kunnen ze ons moeilijk vertellen, dat de bevolking in het door de vijand veroverde gebied het beter heeft dan wij. Maar als ze de ene keer spreken van zinloze moord en weet ik veel wat nog meer, en 7 dagen later van het zelfde geval de militaire noodzaak er van inzien, alleen maar om ons te vertellen, dat half Holland vanwege het militaire succes op die wijze behandeld zal worden, nou, dan geloof ik dat het toch wel tijd wordt om alle kranten, voor dat ze gelezen worden, eerst grondig te verbranden! Ik ben er van overtuigd, dat in die gebieden waar de oorlog gewoed heeft, het nu direct geen paradijs is en dat er door de geallieerden bij langer voortduren van de strijd nog meer land onder water gezet zal worden, is me ook duidelijk, maar zulke onzin hangt me de keel uit. Een zekere behandeling kan men als goed of slecht betitelen of er helemaal niet over spreken, maar niet vandaag wit en morgen zwart. En daardoor blijven de berichten uit Holland ook waardeloos zolang de heer A.M.D.v.d.Berg nog een bril draagt met veel gekleurde glazen.


wo jan 12, 2005 11:03 pm
Harro
Bericht 
Heiligenabend

Weer is het Heiligenabend en onze hoop om met Kerstmis thuis te zijn is de bodem ingeslagen. Vorig jaar zaten we midden in een serie bombardementen en nu staan we midden in de vooravond van de ondergang van Duitsland. In het westen is de Duitse grens door de geallieerden reeds overschreden en grote troepenmachten zijn verzameld in Rusland en Polen. De kerststemming is ver te zoeken in Berlijn. Met galgenhumor wordt er verteld, dat er dit jaar geen Kerstmis wordt gevierd. Maria is arbeidsplichtig, zo heet het en Jozef is in de Volkssturm, het Kerstkindje is geëvacueerd wegens luchtaanvallen, de Kribbe heeft de N.S.V. (Volksdienst) gehaald. De drie wijzen uit het oosten krijgen geen reisvergunning, de sterren mogen niet branden wegens verduistering, de ezel is bij de bergjagers in Narvik, de knecht van het Kerstmannetje, Ruprecht, heeft zich de voeten stuk gelopen om cadeaux te kopen en heeft niets kunnen bemachtigen, de zak heeft "Kolenklauw", in de stal ligt een batailon van de "Flak" en de herders zijn in de Arbeidsdienst. Ja, de Kerststemming is ver te zoeken. Alleen mijn vrienden verheugen zich op de feestdagen; "drei Tag niks Arbeid" had Hamed mij al dagen lang al glunder verteld. "Du sprechen mit Maatke, ich drei Tag niks Arbeid, drei Tag wenig essen" Maar mijn cheffin heeft zelf niet veel en is al blij dat ze de feestdagen bij haar broer kan doorbrengen. Desondanks geeft ze me voor de Russen toch nog een brood en een half pond worst. Zij moet ook haar bonnen meenemen als zij bij haar familie gaat eten... Maar ik kan zelf ook nog wat organiseren en als ik zaterdags in de namiddag op het station kom, vanwaar ze naar hun lager vertrekken, staan ze al verlangend naar me uit te kijken en als ik ze dan 3 broden overhandig met een flink pak worst en een grote doos met gebak, dan kent hun verbazing en dankbaarheid geen grenzen. Neen, ik ben niet zo edelmoedig als het wel lijkt. Met mijn ruilhandel met hun verdien ik het dubbel en dwars terug. Maar wij, West-Europeanen zijn ook "anspruchsvoller"....


1ste Kerstdag

Terwijl ik op weg ben naar Friedenau, waar ik voor de Kerstdagen uitgenodigd ben, bekijk ik me zelf eens en kreeg ik een onbehaaglijk gevoel over me. Ik steek in goede en goed onderhouden kleren. Van handschoenen, die ik nu aanheb kon ik voor de oorlog slechts dromen, echt glacé met echt bont gevoerd. Mijn schoenen zijn pas nieuw. Als ik zo wel eens in "Felsenkeller" ga eten dan kijken mijn Duitse kennissen mij wantrouwend aan. Ik ben toch een Auslander en mijn kleding is beter dan van menige Duitser. Hollanders steken dan hun mening niet onder stoelen of banken. De meesten toch hebben geen hemd of broek heel is, en vraag niet naar sokken of schoenen! Dit alles overdenk ik als ik op weg ben naar Friedenau. Ik heb het niet slecht. Ik ben goed geborgen met de Kerstdagen. Tezamen met mijn kennissen heb ik allerhand kunnen organiseren en nu zit ik hier in een goed verwarmd huis bij een kerstboom en het eten is als voor de oorlog. Denk niet dat iedere Berlijner er zo goed bij zit. Fantastische prijzen heb ik betaald. Mijn kerstboom b.v. kostte alleen al 60 Mark. Sigaren rook ik. Een borreltje is er. Volop aardappelen en groente, varkenskotelet, goed belegde boterhammen met dik boter. Maar het smaakt me niet. Ja, alles is prima toebereid, dat is het niet. Maar hoe gaat het thuis? Daar is zeker geen kerstboom, daar is zeker geen vlees op tafel. "Du sollst nicht spinnen" wordt er tegen mij gezegd als ik in gedachten verdiept ben. Ze begrijpen het niet, ja, ze zullen zich indenken, dat ik liever thuis ben, maar zo erg is het toch niet? Frau Hein heeft ook haar zoon en schoonzoon aan het front. De man van Frau Samel is ook aan het front. Dat is toch veel erger dan mijn situatie. Maar het Duitse volk is nu eenmaal harder. Het zijn soldaten. Of ze nu willen of niet, het is zo. Ik kan dat niet zo weergeven, maar als ik met hen daarover praat, dan is het enige wat ze zeggen: "für uns ist es auch furchtbar, aber wir müssen!" En in dat "wir müssen" ligt alles besloten en het schijnt zelfs erfelijk te zijn. Ook ik denk "ich musz auch", "durchhalten" heet dat. En ik leg me er bij neer. Ik heb het kerstnummer van "Van Honk" gelezen en ik walg er van. Propaganda van andersdenkenden kan ik verdragen, maar dit gaat te ver. Evenals de rede van Dr.Göbbels. In de kerstgedachte op de voorpagina van "V.H." uitgesproken door v.d.Berg wordt op onkiese
wijze verteld, hoe of, natuurlijk door de schuld der geallieerden, de zuigelingensterfte onrustbarend toeneemt. "Hoe of de zee knabbelt op Walcheren aan datgene wat generaties hebben opgebouwd. Hoe of er honger en kou geleden wordt in het door de Duitsers bezette gebied vanwege de eeuwige spoorwegstaking. Ik wil niet eens proberen om een andere verklaring te geven, dat is zinloos en ik heb er geen verstand van. Maar ik ben blij dat er sinds lange tijd geen oorlogshandelingen meer in Holland plaats vinden. En ik verwacht, dat er daardoor nog iets georganiseerd kan worden in de grote steden, zodat ze er tenminste nog het leven kunnen houden. Er is niets aan te veranderen. Nu is het wachten op de beslissende slag. Terwijl ik zo zit te prakkizeren en eens om me heen kijk wordt ik opstandig. Ik wil dit leven niet meer! Ik heb het veel te goed. Ik voel het duidelijk, ik hoor hier niet te zitten. Thuis zitten ze zonder twijfel in de grootste armoede en ik heb hier een leventje alsof er geen oorlog bestaat. En ik besluit dan ook om morgen andere Hollanders op te zoeken en daarmee de 2e Kerstdag door te brengen.

2e Kerstdag

Ik ben vandaag met andere jongens gaan eten in een restaurant; Felsenkeller is zondags gesloten. Verder is hier niet veel in de buurt en besloten we om naar "Stadtmitte" te gaan. Maar ik ben geschrokken van die jongens. Ik ken ze allemaal niet verder dan Felsenkeller, waar ik ze zo vaak een extra "Stammetje" geef. Maar nu ik de gehele dag in hun gezelschap ben, merk ik eerst in welke omstandigheden de jongens verkeren. De meeste lopen op hun werkschoenen, hun kleren zijn slordig en onhandig gerepareerd en het onderwerp van het gesprek is het Lager en alles wat daarmee samenhangt. En zo hoor ik, dat er een paar zijn die niet op hun bed maar op een stoel slapen. Wandluizen hebben het bed bevolkt! Vangsten van 50 of 60 stuks zijn heel gewoon, als ze tenminste zo veel lust hebben om ze te vangen. Die beestjes zijn toch vrij talrijk in Berlijn. En uit al hun gesprekken is de conclusie te trekken: ze hunkeren naar een beetje normaal huisverkeer. En als ik het over Holland heb, dan lopen ze ook wel warm maar hun eigen ellende is te groot om 100% aandacht te hebben voor alles wat thuis gebeurt. En ze maken zich er af door te zeggen: "ach, die gaan thuis de boer wel op" Dat ze dan ook vaak hun laatste hemd of schoenen meenamen, daarvan hadden we allemaal geen notie....
De laatste acte van Berlijn


wo jan 12, 2005 11:05 pm
Harro
Bericht 
30 januari 1945

"Alles sal reg kom" schreef ik met Kerstmis. Het is al weer ruim een maand later. Maar nu schrijf ik: "Alles moet reg kom!" Maar het zal een heel klein beetje zijn wat er recht komt. Ja, het was begin September, dat de "Entscheidung" zich aankondigde, maar intussen is er nog allerlei gebeurd. En als ik maar een Hollandse krant opsla, dan is het uit met mijn rust. En ik wordt woedend, als ik telkens weer lezen moet, dat die eeuwige spoorwegstaking de oorzaak is van de hongersnood in Holland. Maar in de Nieuwjaarsrede van Dr Seyss-Inquart was wel een andere oorzaak te vinden. Het is juist vandaag, dat er weer een opwekkend artikel in de krant staat. 500 gram brood per week! Ik eet per dag nog meer! En als we het oorlogsgebeuren nagaan, dan is er nog steeds geen hoop op een spoedige verandering. Het was een paar dagen voor Kerstmis, dat de Duitsers weer eens een nijdige uitval deden in België en Luxenburg, waardoor ongetwijfeld de plannen der geallieerden weer eens in de war gestuurd werden. Nee, van die kant behoeven wij hier in Berlijn niet veel te verwachten., we hebben nu weer andere kopzorg. We moeten ons omdraaien naar het oosten! En dat valt ook nog niet eens mee. We waren de laatste jaren dood gegooid met slagzinnen zo als "Sieg oder bolsjewistische Chaos" En we waren er ook van overtuigd, dat "Iwan" heel wat in de melk te brokkelen heeft. Maar in stilte hoopten we, en daardoor waren we er ook van overtuigd, dat "Iwan" niet zo zeer interesse heeft voor Duitsland maar meer belang stelt in de Balkan. Vooral na de afgeslagen aanval van een paar maanden terug op Oost-Pruisen. Maar langzamerhand kwamen er berichten in de krant over geweldige troepen-concentraties aan de Pools-Duitse grens. En waarachtig, een week na Nieuwjaar begon de pret. En de Wehrmachtsberichten waren alarmerend.! Er werd gesproken over een tienvoudige overmacht, die een aanval deed op het moederland. Met koeien van letters schreef "het Volk" dat er 300 divisies in aantocht waren en in verschillende artikelen werd er op een hartstochtelijke toon betoogd, dat het Duitse belang ook het onze was en dat we eigenlijk verplicht zijn terwille van onze vaderlandse bodem, en, nog erger "ter wille van onze achter gebleven familie" ons voor de strijd te melden. Het is jammer dat we eigenlijk al een paar maanden lang kunnen constateren, dat Holland zonder de Sovjets ook wel uithongert... En al spoedig hebben de plaatsnamen, genoemd in het W.B. een meer Duitse klank in plaats van de ons weinig zeggende Poolse namen en weldra worden de grote steden in het oosten van Duitsland genoemd. En Breslau is de eerste stad, die als vesting verklaard wordt. Maar ze zijn al veel verder. Het front is over een lengte van 1000 km en onsamenhangend, en hele legergroepen zijn ingesloten die de, ik zou haast zeggen de van ouds bekende "heldenstrijd" voeren, wel bekend van de verschillende havensteden in Frankrijk. Maar al met al leven we toch in een onrustige spanning. Het is nu zo ver, dat de Russen op verschillende punten nog slechts 150 km van Berlijn af staan. En nog steeds gaat alles hier zijn gewone gang. Wel zijn er reeds drastische maatregelen genomen om te bezuinigen op het gas- en electrische verbruik. Zij, die beschikken over een fornuis en geen centrale verwarming hebben, krijgen geen gas meer. Van 9 tot 3 uur 's middags zijn verschillende tramlijnen stil gelegd en de S-Bahn en U-Bahn rijden nog slechts om de 20 minuten en om ongeveer 10 uur 's avonds rijden die ook voor het laatst. De autobuslijnen zijn ook opgeheven. Door het verlies Silezië is de kolenaanvoer uitgevallen. Alleen kunnen er nu nog wat briketten aangevoerd worden uit Saksen. Maar het spoorwegverkeer ligt helemaal in de war. Dit is te wijten aan de vluchtelingenstroom uit Silezië en Pruisen. Ik heb ze gezien, treinen, volgepropt met mensen. Tussen de wagons, op de buffers hadden velen hun bagage gebonden en zelf ook nog een plaatsje gevonden. En dan nog maar niet te spreken van de goederentreinen, ook volgepropt met mensen. In opengoederenwagons zaten of lagen ze. Er waren treinen met vijftig of zestig doodgevroren mensen erin. Bijna alle treinen waren twee of drie dagen onderweg en hier, in Berlijn, vroor het 10 tot 15 graden... Ik heb gelukkig de tonelen die zich afspeelden op de Berlijnse stations niet meegemaakt. Ik heb er van gehoord uit goede bron, maar geen lust om het hier weer te geven. Ik weet alleen dat honderdduizenden hun toevlucht in de Rijkshoofdstad gezocht hebben. En dat terwijl de Berlijner zelf amper een dak boven zijn hoofd heeft.

4 februari 1945

Het is inmiddels 4 februari en het wordt steeds ongezelliger in Berlijn. Officieel is "Iwan" ongeveer tachtig tot honderd kilometer bij ons vandaan. De Volksstürm is opgeroepen. Alleen zij die een zogenaamde Z Karte hebben, uitgereikt aan hen die de voornaamste sleutelposities hebben, kunnen voorlopig nog thuis blijven tot de tweede oproep. Overal worden in de stad versperringen opgeworpen tegen pantsers. Berlijn wordt in staat van verdediging gebracht. Iedere avond spreekt
Dr. Göbbels of één van zijn vertegenwoordigers als Gauleiter van Berlijn voor de Drahtfunk en geeft dan een Beruhigungspil zoals de Berliner zegt. "...zoals wij voor Stalingrad zijn blijven liggen, zo zullen wij de Russen voor Berlijn een halt toe roepen...", aldus Dr. Göbbels. Het is alleen zo jammer dat er maar zo weinig zijn die het geloven. Maar alles gaat gewoon door. Men weet het: "mann muss". Ondertussen helpt de Amerikaan de Rus een beetje. Gisteren waren ze er weer. Minstens 1300 vliegtuigen gooiden een sortiment aan bommen over ons uit. Het was weer hoofdzakelijk een deel van de binnenstad, dat het doel van de Amerikanen was. Nu kan ik wel weer gaan schrijven over het resultaat van zo'n bombardement, maar daarover heb ik in het vorige jaar al eens een paar blaadjes vol geschreven, dus verwijs ik daar naar. Ook ditmaal hebben de U- en de S-Bahn er weer flink van langs gekregen en ligt het verkeer in de binnenstad lam. Wéér zijn er tienduizenden dakloos, wéér was de lucht de hele nacht rood gekleurd, enfin, wéér was er een hevige aanval op Berlijn en de hoofdzaak: wéér was er in onze buurt niets gebeurd, zodat ik wéér geluk heb gehad. Ik heb ze gezien, de Amerikanen. De lucht was helder. De sirene was al enige tijd gegaan en nog steeds was alles rustig. Ik was bij mijn cheffin thuis en helaas was daar geen Drahtfunk, zodat ik niet op de hoogte was van hetgeen er op komst was. Nadat we enige tijd naar de lucht getuurd hadden, begon de Flak in de verte te schieten en weldra was de eerste formatie zichtbaar. Netjes in V-formatie kwamen ze aangevlogen, vijftien in getal, omhuld door de zwarte stippen van de exploderende flakgranaten. Maar wat is dat!?! Nog is onze aandacht bij de eerste formatie, of de tweede en de derde formatie zijn ook al zichtbaar. Ze vliegen iets terzijde van ons, zodat er voor ons geen direct gevaar is. We lopen naar een ander deel van de straat van waar we een beter overzicht hebben en het is de moeite waard!!! Alsof er geen Duitse jagers of flakbatterijen bestaan, zo vliegen ze rustig op hun doel af. Eén lange karavaan van vliegtuigformaties. Daar gooit één der eerste vliegtuigen een rookbom naar beneden om de Abladestelle aan te duiden en weldra horen we het gehuil van tienduizenden brandbommen, die tegelijk naar beneden komen. Intussen zijn de eerste formaties voorbij en er is alweer een rookbom neergegooid. Weer een andere Abladestelle. In drie groepen, kort na elkaar, worden zevenentachtig formaties geteld. En hoewel er voor ons geen direct gevaar is, gaan we toch af en toe naar de kelder. Dan is het lawaai te erg. Onophoudelijk schiet de Flak en dat vermengd met het doordringende motorgeronk en het geluid van huilende en exploderende bommen en luchtmijnen geeft een dusdanig onbehaaglijk gevoel, dat het woord "heksenketel" nog een veel te zacht begrip is. En ik denk aan al die duizenden vluchtelingen, die pas een paar dagen in Berlijn zijn, die nog nooit een luchtalarm hebben meegemaakt en die angst hadden omdat de Russen kwamen. Die moeten toch wel in een ware paniekstemming leven. En wij? Och, wij zijn eingearbeitet... (1)

En dan ben ik sinds een paar dagen weer zonder auto. Zonder meer kregen we een oproep om de wagen ter keuring voor te rijden bij een militaire commissie. En onze wagen was door die zelfde commissie vrijgegeven omdat de Wehrmacht geen onderdelen kon krijgen. Maar nu hij schijnbaar in orde was konden ze hem wel weer gebruiken. Ik adviseerde mijn cheffin om er persoonlijk heen te gaan en hen te vertellen dat het ding stil stond omdat juist die onderdelen, die we toen met veel moeite gekregen hadden, weer stuk waren. Ze was er een beetje huiverig voor, want "mann darf nicht sabotieren".
Toen ben ik er zelf heengegaan Natuurlijk kon ik, toen ik voor de heren stond "nieg versteen" en mijn enige boodschap was "auto kapoet, nieg faren". Laten ze het maar uitzoeken! Controle hebben we nooit gehad, maar ik mocht er van mijn cheffin niet meer in rijden. En daar staat mijn wagen nu, te vervuilen in weer en wind. En wij zijn weer zover dat we met een handkar onze klanten kunnen bedienen. Gelukkig voor ons komen er zeer weinig kolen aan en cokes uit Silezië of het Roergebied zien we helemaal niet meer. In de maand november zouden we vijftien wagons met cokes uit die streken krijgen, in het totaal driehonderdzestig ton. Tot op heden hebben we er nog niet één gezien. Het enige wat ons bereikte waren twee wagons gascokes uit Berlijn. Om in het nijpend gebrek aan cokes te voorzien heeft de Partei onlangs alle ruïnes in beslag genomen, waar de brandstof van de vroegere bewoners nog aanwezig was. De voorraden werden aan kolenhandelaren toegewezen om daarmee hun klanten te helpen die er het meest om verlegen zijn. Briketten, de algemene huisbrand in Berlijn, krijgen we de laatste dagen ook niet meer. Hoe groot het rantsoen is? Ik wil het u voorrekenen: De onderhuurders krijgen een toewijzing van vierhonderdvijftig kilo, voor de hele periode. Vóór vijftien november mogen ze niet stoken en ná 15 maart ook niet meer. Dus in het totaal zijn er vier maanden, honderdtwintig dagen, dat er gestookt mag worden. Vierhonderdvijftig kilo, dat zijn zevenhonderd briketten, zodat we per dag ongeveer 6 briketten hebben. Een gezin met een drie-kamer-woning krijgt vijftienhonderd kilo toegewezen, maar daarvan is nog maar zeventig procent vrijgegeven. Natuurlijk is deze hoeveelheid een kapitaal vergeleken met datgene waar Holland zich diezelfde winter moest behelpen, want dat was praktisch niets. Maar het was toch geen rantsoen waar je wonderen mee kan doen, vooral niet als er in de zomer nog vaak mee gekookt moet worden omdat bommen de gastoevoer verstoorden.
Laat ik nu eens wat uitvoeriger uitweiden over de Felsenkeller. Het is één van de honderden restaurants in Berlijn die we eigenlijk niet kunnen vergelijken met een restaurant in Holland. Daar is een arbeider gewend zijn middagboterham van thuis mee te nemen. Wanneer hij langs de weg zit zoekt hij hoogstens een koffiehuis om een kop koffie te drinken. Maar hier in Berlijn gaat iedereen die langs de weg zit en de meesten die in de buurt op een kantoor of in een werkplaats werken, naar een restaurant en eet daar, naast zijn brood, ook nog warm eten. En vooral nu in oorlogstijd, nu de vrouwen ook moeten werken, wordt er veel gebruik van gemaakt. De Felsenkeller is, net als de meeste restaurants, geopend van elf tot twee, en van vijf tot acht. Er zijn twee serveersters, die samen zes- tot zevenhonderd porties eten per dag uitgeven. De drukste tijd is van twaalf tot kwart voor één. Dan wordt minstens de helft van de middagomzet verwerkt, per serveerster zo'n honderd porties. Eerst moet de bestelling aangenomen worden, bonnen ontvangen, een bonnetje schrijven, bier rondbrengen, serveren, tafels afruimen, kasseren en dat alles in drie kwartier. U begrijpt dat het er vaak op lijkt alsof de Felsenkeller een voorbereidend instituut is voor Meerenberg! Zoals ik reeds schreef gebeurde het in een stad als Berlijn nogal eens dat de normale gang van zaken gestoord werd door een onverwacht bezoek van de Tommies. Het is zaterdagmorgen en nadat we van kwart voor negen tot half één in de schuilkelder hebben gezeten, waarbij het geen zin heeft om te vertellen dat er wéér een rookwolk boven Berlijn hing, was het aan mijn maag te oordelen tijd om te gaan eten. De Felsenkeller was natuurlijk nog dicht, dus ik ging achterom. Ja, de waard had intussen wel gekookt, het eten was klaar, maar twee keukenmeisjes en de twee serveersters waren er nog niet. De S-Bahn was stuk, dus het was niet te verwachten dat de dames vandaag nog kwamen. Intussen rammelen de vaste klanten, waarvan inmiddels tachtig procent uit Belgen, Fransen en Hollanders bestond, alweer aan de deur. Natuurlijk zou ik helpen, maar twee keukenmeisjes en twee serveerster kan ik ook niet tegelijk vervangen. Hij besloot dan om "zelfbediening" in te stellen. Ik zou me belasten met bier rondbrengen, tafels afruimen, glazen afspoelen, enzovoort. De deur werd opengemaakt en een stroom van gasten rolde naar binnen!
Natuurlijk waren er meer gasten dan stoelen en mijn eerste werk was om een stelletje naar buiten te werken en de deur te sluiten. Mijn zwager was ook binnen en die werd direkt ingeschakeld als "chef-glazenspoeler". Mijn werk bestond uit et afruimen van de tafels en in de keuken helpen afwassen. Verschillende mensen, die anders op zaterdagmiddag meteen naar huis gaan, moesten voorlopig in Lichterfelde-Ost blijven omdat de S-Bahn niet reed. En wat was natuurlijker dan dat ze ook wat gingen eten. Zo hadden we het druk tot twee uur, maar dan ging de deur ook voorgoed dicht. Om kwart over twee waren de laatste gasten vertrokken en de waard moest zich haasten, want hij was ingeschakeld bij de Volksstürm en daardoor opgeroepen om vanaf half drie te helpen bij de bouw van tankversperringen...


wo jan 12, 2005 11:06 pm
Harro
Bericht 
11 februari 1945

Intussen zijn we weer een week verder en de oorlog laat zich nu van een hele andere kant bekijken. Hier in Berlijn wordt gemopperd over te weinig eten, het begint in de restaurants. Deze tijd is toch al arm aan groente, maar nu zijn de diverse soorten kool ook al schaars. Aardappelen zijn er ook zeer weinig en, een enkel restaurant uitgezonderd, krijgt men niet meer dan twee aardappelen op zijn bord. Dan wordt er in de komende dagen de Stamm afgeschaft, of beter gezegd, niet meer zonder bon verstrekt. Het streven is om de restaurants van zogenaamde "roggegrutten" te voorzien, zodat daar soep van kan worden gekookt die dan voor 50 gram broodbonnen verkocht kan worden. En dan stond er vanmorgen in de krant dat er op de zogenaamde Weizenmehlmarken alleen nog roggemeel-waren te verkrijgen zijn. Dus gewoon brood, geen wittebrood. Schrippen en niet te vergeten ons traditioneel zaterdagavondgebak! Dan stagneert het vervoer omdat door een oproep van de Volkssturm weer veel mensen onder de wapenen zijn gekomen. Bovendien zijn door de Amerikaanse aanval van vorige zaterdag, die veel pakhuizen met levensmiddelen vernietigde, produkten als suiker en jam niet meer te krijgen. Al met al wordt het steeds ongezelliger in Berlijn, vooral voor ons, de Ausländer. Laat ik niet vergeten te vermelden dat de levensmiddelenbonnen van de tweeënzeventigste en drieënzeventigste periode nu in plaats van voor acht weken, nu voor negen weken moeten reiken. En dan heeft iedere zaak aanvraagformulieren gekregen om voor zijn personeel vergunningen te verkrijgen om met de S-, U- of Strassenbahn te reizen. Dat is wegens stroombesparing. Om die reden wordt ook iedere dag in een stadsgedeelte, zonder voorgaande kennisgeving, één of twee uur uitgeschakeld. Hier in Lichterfelde en in Lankwitz is het nu al weer ruim een week dat iedere dag, hetzij 's morgens, 's middags of 's avonds, de stroom twee uur aan één stuk is uitgeschakeld. Als de mensen klagen troost ik ze met de bemoedigende woorden: wees maar stil, Holland heeft sinds september al geen stroom, geen gas, geen kolen en geen eten meer...

4 maart 1945

De stroom besparing is, langzaam maar zeker, al opgevoerd naar acht uur per dag. En nu moeten niet alleen onze bonnen een week langer reiken, ook werd de afgelopen week bekend gemaakt dat we duizend gram brood, 250 gram nährmittel en 125 gram margarine minder krijgen. En onze boterbonnen zijn pas vanaf negentien maart geldig. Daarvoor mag er alleen margarine op verstrekt worden. En wat zal ik zeggen van de militaire toestand? Duitsland verliest, dat staat voor ons vast. Langzaam maar zeker gaan de Russen vooruit, richting Berlijn. En de Amerikanen? Die hebben ook op een ander punt de Rijn bereikt. Is dat doorslaggevend? We spraken ook van een beslissende doorbraak bij Aken, maar ze zijn nog niet verder. Het Wehrmachtsbericht is van geen belang meer. We moeten afwachten.
Hoe lang doen we dat al?... (2)

Het leven in Berlijn werd harder naarmate de luchtaanvallen zich vermeerderden, maar de mens heeft een geweldig aanpassingsvermogen. Ja, de Berlijnse bevolking moet zich wel aanpassen! Een andere weg is er niet! De Führer beveelt, wij volgen... Ik heb me vaak afgevraagd wat dat nu eigenlijk voor een volk is. We hebben het gezien, vorig jaar, de twintigste juni. Een nieuwe regering had zich reeds in de regeringsbureaus gevestigd, maar het volk bleef achter. Het had niet de moed zich openlijk voor de nieuwe regering uit te spreken. Het Heimatfront zal niet verzaken, aldus Hitler.
En dus verzaakt het Heimatfront niet. En bijna ieder die ik er later over sprak zei: Ja, als het goed gegaan was op de twintigste juni was het nu een stuk beter voor ons geweest! Maar het is niet goed gegaan en dus gaat de oorlog verder. Met grotere of kleinere tussenpozen vinden regelmatig bombardementen op Berlijn plaats. En steeds minder wordt het prestatievermogen van de stad. Het is het eerste te merken bij de eerste hulp na een bombardement. Men is niet meer zo vlug. Er zijn minder reddingsploegen, die moeten de wijken zelf maar vormen. De veldkeukens komen nog wel, maar ze zijn niet meer toegankelijk voor iedereen. Men kan niet meer zoveel met worst belegd brood krijgen als men wil, er worden geen sigaretten meer uitgedeeld, de Nudelsuppe is niet meer zo dik en het vlees erin moet je zoeken... Ja, schadevergoedingen worden nog steeds prompt uitbetaald, maar vergunningen om iets nieuws te kopen... Het leven wordt hoe langer hoe ondraaglijker, vooral voor hen die door luchtaanvallen getroffen zijn. Ze voelen zich uitgestotenen der maatschappij. En als het hen lukt door middel van veel bombarie een paar vergunningen los te krijgen, dan zwerven ze door heel Berlijn, maar het antwoord dat ze overal krijgen is "Leider nicht da". Vol medelijden waren we eerst met hen, die door het noodlot getroffen waren en met spanning hoorden we het relaas van hun wedervaren. En u? Och, dat is pech hebben...ach, bij die aanval van gistermiddag?...ja, ja...en uit beleefdheid luistert men nog even verder en dan gaat het gesprek al snel over op een ander onderwerp of men neemt weer afscheid. Twee minuten later is men het alweer vergeten of is het intussen alweer luchtalarm. Vanuit ons standpunt gezien, als Ausländer, heeft het geheel iets van een geweldige tragedie. Wij staan er betrekkelijk buiten. Wij hebben alleen ons leven te redden en verder niets te verliezen in Berlijn. Bezittingen spelen geen rol en als straks de oorlog door Duitsland verloren is gaan wij weer naar huis... Maar de mensen hier? De meesten van hen hebben ook al lang ingezien dat het een hopeloze strijd is. Zij weten dat hun Sieg bereikt is als zij hun leven kunnen behouden. Zij weten het maar al te goed. "Geniet van de oorlog, de vrede zal verschrikkelijk zijn", is hun gelaten opmerking. En ze leven verder, in doffe berusting. Ze weten dat als de oorlog afgelopen is, er geen Duitsland meer bestaat. Dat ze dan overgeleverd zijn aan de rest van de wereld en voor zichzelf moeten zorgen. Ze debatteren niet veel over politiek, dat werd voor hen gedaan. Maar ze werken. Ze gaan naar hun baas en doen hun plicht. En als ze thuis komen hebben ze wel weer iets te prutsen, voor zover ze niet in de schuilkelder moeten. Door mijn werk kom ik bij veel mensen thuis in de kelder en vaak heb ik verbaasd gestaan over de model ingerichte, kleine werkplaatsjes. Nee, niet met nieuw ingericht materiaal of gereedschap, maar alles getuigde ervan, dat het in de loop der jaren stukje bij beetje bij elkaar was gebracht met nijver en volharding. En als dan bij een bombardement alles verloren gegaan is, dan zijn niet alleen hun eigendommen verloren, maar ook een stuk van hun levensarbeid is dan weg, dat met geld niet te vergoeden is. Gelaten zoeken ze een andere woning op, of een deel van een woning, want ze moeten toch een Bleibe hebben...

31 maart 1945

Weer zijn we een maand verder en in deze maand is er in militair opzicht veel gebeurd. De Amerikanen hebben op verschillende punten de Rijn overschreden en zijn hun opmars naar midden-Duitsland begonnen. (3) Ook de Russen laten nog steeds van zich horen en bezetten steeds meer terrein. Ze bezetten de voor Berlijn belangrijke plaats Küstrin. In dezelfde week werden Amerikaanse parachutisten afgezet in het Roergebied, dus veel reden tot optimisme was er voor de Berlijner niet. Het Wehrmachtsbericht kon slechts melding maken van honderdvijftig afgeschoten zweefvliegtuigen, maar van een radicale vernietiging zoals indertijd bij Arnhem was geen sprake meer. (4) En als een bitter sausje over een toch al niet smakelijk menu kwamen er over Berlijn een paar aanvallen die klonken als een klok. Ondanks de wolkeloze hemel scheen de zon twee dagen niet boven Berlijn...


wo jan 12, 2005 11:07 pm
Harro
Bericht 
9 april 1945

En steeds verder gaat de strijd. De Amerikanen maken er een werkelijke opmars van. Vandaag kwamen er berichten door dat de pantsers reeds in de buurt van Bremen zijn. Aan twee kanten zijn ze reeds Hannover voorbij. In de afgelopen week werden Thüringen, Eisenach en Gotha bezet. Meinigen en Mühlhausen werden genoemd evenals het gebied tussen Heilbrunnen en Karlsruhe. Het ziet er naar uit of de weerstand van het Duitse leger geheel gebroken is. Alleen het oostfront houdt de Russen ogenschijnlijk nog wat tegen. Of hebben de Russen een rustperiode, waarin alleen wat kleine, plaatselijke gevechten geleverd worden? We kunnen het als leek niet beoordelen. Maar terwijl het front aan de Oder min of meer verstijft gaat in het zuiden de opmars verder en in Wenen vinden reeds straatgevechten plaats. Ook in Berlijn is de situatie er niet beter op geworden. Allereerst de beduidende inkrimping van onze bonnenkaart. En dan de kolen. Ten eerste hadden de handelaren al weinig kolen in voorraad en mochten slechts vijftig gram per gezin afleveren. Dan werden \er tot op de laatste dag van maart nog extra bonnen uitgegeven en op één april, de aanvang van het nieuwe kolenjaar, werden alle bonnen vervallen verklaard... Gas is er praktisch niet meer en nu is er een nieuwe regeling gekomen, die voorschrijft dat aan één of twee personen veertig kilo en aan gezinnen vijftig kilo bis auf Weiteres verstrekt mag worden. Intussen wordt er hard gewerkt aan de oprichting van de uit de vorige oorlog zo beruchte Goulasch Kanone...


15 april 1945

Weer zijn we een week verder en in deze week werd ons optimisme aardig versterkt. In het begin van de week werd Hannover in een paar uur bezet. De pantsers bereikten tegelijkertijd Braunschweig en donderdag werd al bekend gemaakt dat Maagdenburg bereikt was en dat ze ten zuiden daarvan de Elbe overschreden hadden. Nu waren ze nog honderd kilometer van Berlijn! Andere pantsers vochten in de voorsteden van Bremen en in het gebied van Hamburg. Königsbergen ging verloren, evenals Wenen. En in het zuiden bereikten Franse troepen Stuttgart. Dan gingen minder belangrijke steden als Erfurt, Halberstadt, Schweinfurt, Coburg, Bochum en weet ik veel wat nog meer, verloren. En dan niet te vergeten: Holland! De berichten daarover zijn zeer schaars. Holland werd afgesloten en bovendien werden er parachutisten afgezet in de buurt van Apeldoorn, tenminste, berichten spreken van gevechten tussen Deventer en Zutphen. Ook waren troepen uit Duitsland komende via Enschede en Almelo, naar het noorden opgetrokken en met schrik herinner ik mij dat in Het Volk stond, dat verscheidene duizenden kinderen uit het westen van ons land naar Drenthe gebracht zijn omdat daar meer te eten was. En wat zal dat in Groningen worden, waar duizenden NSB'ers hun heil gezocht hebben...


17 april 1945

Het Wehrmachtsbericht van vandaag meldt verbitterde straatgevechten in de stad Groningen. En dan is sinds twee dagen officieel de slag om Berlijn begonnen en wel door de Russen. Ook de Amerikanen zijn niet ver van hier, maar hun aanvallen richten zich voornamelijk op Halle, Leipzig en Dessau. In Halle zijn reeds straatgevechten, maar ons interesseert natuurlijk het meest "De slag om Berlijn". En nu horen we weer overal de optimistische, of pessimistische, gedachte uitspreken: "nog twee dagen hoor!", of: "nou, deze week is het voorbij". "Op z'n laatst zijn ze zondag hier!" Maar in grote trekken gezien blijft de bevolking rustig. Rustig is eigenlijk niet het juiste woord. Het komt me voor of de gehele bevolking verdoofd is. Absoluut machteloos en willoos. Stelt u voor, de mensen hebben alles wat maar elledig is in deze oorlog meegemaakt. Ze zijn voor een groot deel geëvacueerd geweest in West-Duitsland, in Oost-Duitsland, weer terug naar Berlijn, een paar maal Ausgebombt of tenminste een paar maal hebben ze bomschade gehad. Geweldig groot is het aantal gesneuvelde soldaten, vermisten of krijgsgevangen gemaakt en wat voor ellende al meer. Al geruime tijd is het al zover, dat als iemand een natuurlijke dood sterft, er geen kist meer beschikbaar is. Hier in Lichterfelde is onlangs iemand gestorven. Misschien was er over veertien dagen een kist beschikbaar... Het lijk hebben ze voorlopig maar in de kelder van een naburig uitgebrand huis gelegd. Der Krieg geht weiter, en in een, misschien wel de laatste, toespraak tot het leger en het volk, richt Hitler zich in hartstochtelijke bewoordingen tot het volk: "Oude mannen en kinderen worden vermoord en vrouwen en meisjes worden tot kazernehoeren verlaagd". "Berlijn blijft Duits en Wenen wordt weer Duits", heet het. Europa zal nooit Russisch worden! Het enige antwoord daarop is: "afwachten"... En intussen vermeldt Wehrmachtsbericht na Wehrmachtsbericht dat steden of dorpen opgegeven worden, nieuwe stellingen betrokken worden, enz. Hoe lang nog???


19 april 1945

Ja, hoe lang nog, vragen we ons af. Zoëven heeft Dr. Göbbels gesproken. Morgen is Hitler jarig en daarom die rede. Natuurlijk is het geloof in de overwinning nog ongebroken, ook al worden in de laatste dagen Duitse steden en dorpen en masse bezet. Het is bijna half elf. Nee, geen "Blookertijd". Dar was damals. Het is tijd voor de sirene. Eergisteren hebben we van tien tot 's nachts half twee alarm gehad. Het was een afwisselend programma, dan weer Engelse, dan weer Russische vliegtuigen boven Berlijn. Gisteren hebben we van kwart over tien tot kwart voor drie alarm gehad met hetzelfde programma. Angenehme ruhe. Och, alarm is zo erg nog niet. Het zijn geen grote aanvallen. Het zijn de zogenaamde Schwache Verbände van vijftig tot tachtig machines die Berlijn bezoeken en ons het leven zuur maken. Al een paar maanden hebben we die grappenmakerij achter elkaar, maar de laatste dagen hebben ze er lol in om ons een paar uur achter elkaar uit de slaap te houden. Hé, wacht even! In de verte hoor ik de sirenes gaan! We hebben namelijk nog steeds Lichtsperre, maar nu zal het licht wel snel aangaan en dan gaat de sirene voor de tweede maal. Dan kan ik tenminste mijn accu sparen. We hadden vanavond licht van acht tot negen uur, want aansluitend op het nieuws sprak Dr. Göbbels... Ik ga door met schrijven want het alarm stoort me niet. Ik woon namelijk parterre en de muren zijn ruim zeventig centimeter dik. Het houdt me enkel uit mijn slaap, maar dat haal ik morgenochtend wel in...


20 april 1945

Ziezo, daar zitten we weer. Het is twaalf uur middernacht. Vanaf half tien hebben we alweer alarm. Het is intussen alweer een paar maal groot- en klein alarm geweest, maar laat ik eerst even het verloop van gisterenavond of beter gezegd, van hedenmorgen vroeg vertellen. In tegenstelling tot mijn verwachting heeft een groot deel van Berlijn geen stroom gekregen tijdens het alarm. We moeten er zeker maar vast aan wennen dat er in de toekomst helemaal geen stroom meer is. Wacht even, een kleine onderbreking! Voor de derde maal vanavond wordt het signaal "groot alarm" gegeven. Gisteravond heb ik wat geslapen tijdens het alarm. Ik ben wat grieperig en heb af en toe wat koorts, daarom heb ik gisteren de wekker niet gezet en werd ik vanmorgen om half tien gewekt door Frau Simon, omdat het...alarm was! En die grap duurde tot bij twaalven. Maar intussen houd ik me bezig met mijn postzegelverzameling, een aangename tijdsbesteding tijdens het alarm. Vanmorgen was het doel van de vliegers Potsdam en nog een paar kleine stadjes in het voorveld van Berlijn. En vandaag deden de wildste geruchten de ronde. De Russen zouden nog maar vijfentwintig kilometer van Berlijn staan! In dat gedeelte dat eventueel als eerste door de Russen bezet zou worden, waren de winkeliers al begonnen om alles zonder bon te verkopen! Helaas was dat bij ons nog niet het geval. Wel kon men hier bij verschillende winkeliers de bonnen voor de volgende week al inleveren, hetgeen officieel streng verboden is en zwaar gestraft wordt. En langzaam, dreigend, maar onafwendbaar komt de vijand naar Berlijn. De meeste bedrijven werken niet meer en al zijn de fabriekspoorten geopend, gepresteerd wordt er nog maar heel weinig. Ook bij ons is heel weinig te doen. Sinds weken vul ik mijn tijd zo'n beetje met het opknappen van het materiaal, maar ook daarvoor heb ik de laatste tijd geen interesse meer. Ik kom 's morgens zo tegen tien uur, lummel wat in de rondte, ga tegen half twaalf eten en kom daarvan om half twee terug en om twee uur begint de Platzverkauf. Om vier uur denken we er aan om Feierabend te maken. Mijn grootste interesse gaat, afgezien van mijn gedachte aan huis, uit naar mijn postzegelverzameling en mijn geklad in mijn dagboek... Er lopen op dit moment verschillende geruchten door Berlijn, waar ik morgenavond op terug kom, aangenomen dat we er dan nog toe in staat zijn.

21 april 1945

Gelukkig! Ook deze dag is om. Nu, vandaag was het een dag met een staartje. Verschillende geruchten van gisteren bleken niet alleen waar te zijn, maar werden zelfs nog door de feiten overtroffen. De tram was vandaag inderdaad stilgelegd en de S-Bahn rijdt nog wel, maar is alleen te gebruiken door mensen met een zogenaamde "rode Ausweis". En in de middag bereikte ons het bericht dat de Russen in het noorden Berlijn binnendrongen! De binnenstad, dat hoorden we de hele dag, lag onder vuur van de Russische artillerie. En om vijf uur bereikte ons het gerucht dat Dr. Göbbels afgetreden zou zijn. Of het waar is? In ieder geval, de bevolking die, tenminste hier in Licherfelde-Ost, nog tamelijk rustig was, was vandaag erg in de war, temeer daar er vandaag zo goed als geen levensmiddelen te verkrijgen zijn. Dan moet iedereen ervoor zorgen dat er drinkwater in huis is, want in verschillende delen van Berlijn is al geen waterleiding meer, at wil zeggen, de waterleiding is er wel maar er komt geen water uit... Dan is ook het laatste restje mannen door de Volkssturm opgeroepen en dat alles bij elkaar is niet bevorderlijk voor de stemming onder de Berlijners. Iedereen die vanavond naar huis ging had de gedachte dat hij niet eerder uit de schuilkelder zou komen dan nadat de Russen voorbij waren. Maar nog zijn velen er niet van overtuigt wie hier het eerste zijn. Ook de Amerikaan is angstig dichtbij...
Ondertussen is heel Duitsland in verschillende "fronteilanden" verdeeld. En voor mij is steeds de vraag: hoe staat het in Holland? Hoe lang zal het nog duren? Moge het slechts om dagen handelen!!!


wo jan 12, 2005 11:09 pm
Harro
Bericht 
Zondag 22 april 1945

Nu is het dan zover. Nadat we een rustige nacht gehad hebben en de zondagmorgen ook rustig verlopen is, is het nu wat men noemt, oorlog! Tiefflieger zwermen rond en de artillerie blaft van alle kanten. De radio is dood door gebrek aan stroom, dus zijn we verstoken van alle berichten. De geruchten van the man in the street moeten ons het nieuws brengen. Vandaag waren de winkels die nog wat te verkopen hadden geopend, maar sloten weer in de namiddag omdat de Tiefflieger iets te rumoerig werden. Gisteren werd ons verteld dat de Russen in het noorden van Berlijn waren binnen gedrongen, maar nu de artillerie bij ons in de buurt het vuur geopend heeft (wat tamelijk ongezellig aandoet) komen er berichten doordat de Russen Berlijn omsingeld hebben! Nu proberen ze vanuit het zuidwesten de stad binnen te dringen. Verschillende plaatsen in de naaste omtrek zijn al bezet en zojuist komen er berichten door dat de Russen Teltow bezet hebben en nu aan de rand van Lichterfelde-Süd staan. Teltow is per fiets hooguit twintig minuten hiervandaan en Lichterfelde-Süd hoogstens tien, maar aangezien we hier nog niet beschoten worden geloof ik niet dat ze al zover zijn. In ieder geval zal de komende nacht spannend worden! Alle medebewoners hebben zich voor de nacht in de kelder geïnstalleerd.
Een paar buren hebben geen moed gehad om te blijven en zijn met wat handbagage gevlucht. Ja, nu kunnen we op een paar dagen huisarrest rekenen. Gelukkig heb ik nog wat gedroogde aardappelen kunnen "organiseren", een pond Graupen en een half pond havermout. Ook een pond suiker wist ik nog te vinden. In tegenstelling tot de vorige dagen heb ik weinig brood, maar de eerste dagen kan ik het wel uithouden. Mijn Hauswirtin, Frau Simon, heeft ook nog wel wat, zodat ik daarover niet bezorgd hoef te zijn. Honger zal ik voorlopig niet hebben. Ik was voor vandaag eingeladen bij Frau Hein in Friedenau, maar ik ben blij dat ik daar niet heen gegaan ben, want ik zou niet meer teruggekomen zijn, daar alle straten afgesloten werden.


Maandag 23 april 1945

Ziezo, ook deze dag aan het Berliner front is bijna voorbij en ik moet zeggen: we zijn er al aardig aan gewend! Ik heb me eigenlijk nooit een goede voorstelling kunnen maken van het leven in een frontstad, maar nu hebben we al enige ervaring. Vanzelfsprekend hebben we de afgelopen nacht niet veel geslapen en stonden we elkaar vanmorgen al om half zes in de regen een beetje lodderig aan te kijken (helaas was de oorzaak geen cognac maar te weinig slaap) en ons af te vragen "wat nu"? Zijn de Russen nu verder gekomen, is onze buurt bezet, waar halen we brood vandaan, enz., enz. Ja, het enige was om maar eens de tuin in te lopen en eens voor aan de straat te gaan kijken of er wat te zien is. De straat was eigenlijk doods en verlaten, dus konden we er eigenlijk zeker van zijn dat er in onze buurt nog geen Russen zijn. Zo trok ik er maar eens op uit om te zien of er nog bakkers waren die brood verkochten. Overal vond ik een bordje aan de deur waarop vermeld stond wanneer de verkoop zou beginnen. En langzamerhand kwamen er meer mensen op straat en begonnen rijen te vormen voor de zaken die straks met de verkoop zouden beginnen. Ik had me bij een bakker opgesteld die om tien uur met de verkoop zou beginnen. Gezellig om zo met al die vrouwen in de rij te staan. Wat die niet allemaal te vertellen hebben. Nou, dat steekt zo nauw niet! En weer deed een nieuw gerucht de ronde. Amerika en Engeland hebben Rusland de oorlog verklaard omdat, volgens de afspraken in Jalta gemaakt, de Amerikanen Berlijn zouden aanvallen en niet de Russen! Aan het westfront zijn de vijandelijkheden gestaakt en Amerikanen, Engelsen en Duitsers zijn gezamenlijk in opmars naar het oostfront! Die stoute Ivan! Maar weer de vraag: is het waar? Het wordt tijd dat de radio weer speelt of dat er een krant verschijnt. Al een paar dagen zijn we nu al van alle officiële berichten verstoken. Intussen heb ik gelegenheid om op te merken hoe snel een mens zich eigenlijk aanpassen kan. Enkele dagen terug vlogen de meeste vrouwen al naar huis wanneer ze maar hoorden dat er vliegers in aantocht waren. Nu knettert onophoudelijk de Flak en de artillerie en jagen diepvliegers over Berlijn, maar de vrouwen blijven in de rij staan! Als vroeger de Flak maar in de verte schoot was er geen mens meer op straat te zien. Nu knettert het dat het horen en zien vergaat, granaten huilen door de lucht, maar er is maar een enkele die de vlucht neemt! Ja, in de bunkers en kelders zitten er nog genoeg die er voor geen geld ter wereld uit gaan, maar velen hebben toch meer angst voor de honger dan voor een bom! Na twee en een half uur staan heb ik dan toch een brood en na twee uur ben ik er ook in geslaagd om nog wat bij de slager te bemachtigen. Ziezo, nu eerst naar de Felsenkeller, waar weliswaar maar één gerecht gekookt is, maar waar men zich in ieder geval toch nog zat eten kan. Nu overleg ik bij mijzelf wat ik doen zal. Mijn cheffin zal zeker niet verschijnen vandaag. Maar ik besluit toch maar naar de Platz te gaan en te zien of er nog klanten komen. Allicht valt er nog wat te rommelen... Als ik naar huis ga heb ik een twintig stuks sigaren, een handvol sigaretten en drie eieren. Het is half vijf en op weg naar huis krijg ik weer een goed beeld van een frontstad. De Russen schijnen werkelijk niet ver meer van hier te zijn. Er wordt gezegd dat een paar pantsers en een enkele stoottroep hier in de buurt zijn geweest, maar voor vandaag scheen het genoeg te zijn. De straten zijn nu doods en verlaten. De winkels zijn totaal uitverkocht. Onderweg ontmoet ik een paar Duitse patrouilles, op de hoeken van straten liggen soldaten met de zo gepropagandeerde pantservuist en voor de rest niets, zelfs geen fietser of Wehrmachtsauto op de straat. Zijn we reeds in niemandsland"? Af en toe knettert het dat mijn oren er van toeteren. Een Flakbatterij, op een auto opgesteld, veroorzaakte dat lawaai. Op een paar plaatsen in de richting van het Stadtmitte brandt het. Ik ben blij, dat ik thuis ben. Het was de hele dag koud en met regenbuien, maar bij mij brandt de kachel. Bij één van mijn buren kreeg ik voor bewezen diensten avondeten, dat me prima smaakt. Die dame had haar best gedaan en de tafel doet me denken aan kerstmis. Keurig gedekt, met vol bestek en twee kaarsen als verlichting op tafel, bij gebrek aan electriciteit. Helaas konden we af en toe onze eigen woorden niet verstaan, zo blafte de artillerie.
Maar nu ik deze regels gepend heb, ga ik slapen, ondanks Flak, artillerie, pantsers of Russen. Rust is goed voor een mens...


24 april 1945

Wat schreef ik hierboven? Had ik een goed beeld gekregen van een frontstad? Nee, nu moet ik om mezelf lachen als ik de dag van gisteren vergelijk met vandaag. Gisteren toch, was het de Duitse artillerie die van onze kant af de Russen beschoot. Vandaag waren het de Russen die ons beschoten! Nee, op zo'n dag als vandaag begin je eindelijk te leren wat een front betekent! We hebben vaak de verslagen gelezen van oorlogsverslaggevers, maar ik heb me van zo'n verslag nooit een juist beeld kunnen vormen. Maar sinds vanmorgen half zes heb ik weer wat bij geleerd. Ik werd gewekt door een voor mij onbekend gerommel. Het waren de inslagen van de Russische granaten! De Russische artillerie had het vuur geopend en betaalde nu met woekerrente terug wat de Duitsers hen gisteren geleverd hadden. En hoe! Onophoudelijk donderde het achter elkaar! Een korte fluittoon en dan de inslag. Voor dat ik goed en wel mijn bed uit was waren mijn ruiten er al uit en nauwelijks was ik aangekleed, of mijn kamer was één grote stofwolk! De kruin van een hoge denneboom, die vlak voor mijn deur staat, is er afgeschoten en kwam vlak voor de deur terecht. Dat was mijn eerste schrik. In een paar minuten waren alle medebewoners in de corridor van de kelderruimte, die als hulpluchtbeschermingskelder is ingericht. Nadat we van de eerste schrik een beetje bekomen waren en ons gerealiseerd hadden wat er eigenlijk gaande was, hadden we alweer een inslag te pakken in het bijgebouw, dat ons ook de nodige stofwolken bezorgde. In de loop van de morgen werden nog enkele van de hoogste bomen van hun kruinen beroofd en een hoek van ons dak moest er aan geloven. De moestuin werd op verschillende plaatsen omgeploegd, enfin, de statige Hindenburgdamm werd in een paar uur tijd in een wildernis herschapen! Tot half twaalf duurt die grappenmakerij en dan wordt er in een andere richting geschoten, zodat we een beetje rust krijgen. Wel zijn de inslagen niet ver van hier en horen we de granaten nog steeds over ons heen fluiten, maar we kunnen ons toch op straat begeven. Maar ik ben de enige niet die op straat is. Een vijftal vrouwen en meisjes komen voorbij en op mijn vraag waar ze vandaan komen, hoor ik dat de Russen niet ver meer weg zijn. Nu wonen we zeer slecht uit strategisch oogpunt, langs het Teltow-kanaal, terwijl links en rechts op vijfhonderd meter een brug is. Het is nu tien uur in de avond en wat we nu horen schijnen machinegeweren te zijn, afgewisseld door een enkele granaat die hier in de buurt een doel zoekt. Hier langs het kanaal staan verschillende batterijen opgesteld, zodat het af en toe een beetje ongezellig is. Nog even een typisch staaltje van Duitse discipline. Ik vond mezelf al een hele held, dat ik tussen de granaten door...

Woensdag 25 april 1945

Gisteravond heb ik moeten onderbreken. Achter elkaar kwamen een paar granaatinslagen, zodat mijn kamer weer vol stof was. Voor de rest van de dag ben ik in de schuilkelder geweest. Om drie uur in de morgen was het weer wat rustig en heb ik me gekleed op bed gelegd en waarachtig nog tot acht uur kunnen slapen. En verder met mijn verhaal van gisteren: Ik was zo'n beetje aan het wandelen, in hoofdzaak om wat nieuws op te doen. Een paar vrouwen ontmoette ik nog van de overkant van het Teltow-kanaal en die wisten me te vertellen, dat daar al Russische pantsers waren. Maar nu komt het: een eindje verderop houdt een wagen stil bij een winkel en laadt daar nog boter, margarine en een paar balen suiker af! Terwijl de Russen ieder ogenblik om de hoek kunnen komen kijken!! Maar iets zonder bon verkopen? "Das kommt nicht im Frage!" Ja, ieder moment kan een granaat de boter overal heen smijten; twee huizen verderop verkoopt een bakker zijn brood. Maar zonder bon? Moet je net denken!
Vandaag heb ik geen lust om op straat te gaan. Er schijnen straatgevechten plaats te vinden. Mitrailleurs, machinepistolen en geweren ratelen af en toe, en zo dichtbij dat het niet mooi meer is, terwijl diepvliegers schieten en bommenwerpers hun eitjes laten vallen. Het moet werkelijk zo zijn dat de Hindenburgdamm gevechtsterrein geworden is. Ik berg nu mijn spullen maar op en wacht op de dingen die komen zullen. Mijn Schutzpapier in de Russische taal, uitgegeven door het Zweedse consulaat, heb ik voor in mijn portefeuille gestopt. Nu maar afwachten... Hier in huis zijn enkel vrouwen. Frau Simon, de huiseigenares, en haar zuster en nog drie andere . Hun echtgenoten zijn allen soldaat, behalve de man van Frau Simon. Haar man was een Jood...
Voor het huis is een waranda uitgebouwd, ruim een halve meter boven de grond, die uitkomt in een grote voortuin. De waranda rust op pijlers. In de muur, onder de waranda, zijn nog een paar keldervensters en van daaruit heb ik een tamelijk beschut uitzicht. En zo zie ik af en toe kleine groepjes SS-soldaten met pantservuisten en mitrailleurs in de richting trekken waar de Russen vermoedelijk vandaan komen. Plotseling komen er uit tegenovergestelde richting, maar dan door de tuinen heen, steeds dekking zoekende, een troep Volkssturmers. Even later zijn ze in onze tuin en kan ik ze aanroepen. Daarvan hoor ik dat er twee Russische pantsers en wat Russische soldaten over de brug gekomen zijn. Daarna hadden de Duitsers kans gezien om de brug te laten springen. Die pantsers waren getroffen, maar ze konden het pantserkanon nog gebruiken. De Russen waren zich nu aan het verdedigen, terwijl zij die nog op de brug waren, bezig waren een noodverbinding te maken. Op mijn vraag waarom ze terug kwamen, terwijl er nog SS-soldaten naar voren gingen, antwoordden zij, dat ze heel geen lust hadden om zich voor das Schwein te offeren. Hun commandant had hun gezegd, dat ze moesten blijven totdat de SS versterking had gebracht. Maar toen ze de SS-ers zagen aankomen hadden ze in een onbewaakt moment de benen genomen en drongen zich nu door de tuinen heen, achterwaarts. Ik verzocht hen echter om weer verder te gaan, teneinde te voorkomen dat ons huis ook gevechtsterrein zou worden. Ze hadden een schuilloopgraaf op het oog, die twee huizen verderop in een tuin gebouwd was. Ze zouden hun geweren en pantservuisten buiten de loopgraaf laten liggen en rustig afwachten. Of ik nu zo goed wilde zijn om bij komst van de Russen hun te zeggen dat zij zich in de loopgraaf overgaven... Voorlopig moesten zij zich dekken voor de SS. Ik ga weer naar ons eigen schuilcompartiment om de laatste berichten door te geven. Het schieten in de onmiddellijke nabijheid blijft steeds aanhouden, evenals het bombarderen van de vlakbij gelegen "Adolf Hitler Kazerne", waardoor het huis geregeld staat te dreunen en te schudden. Maar door de spanning van "straks zijn de Russen er" merken we het niet eens meer en even later ga ik weer naar mijn uitkijkpost. Op straat zie ik niets meer gebeuren, maar ik hoor genoeg! Plotseling zie ik een groep SS-mannen terug hollen. Ik zie nog juist dat er een paar voorover vallen op straat, een paar zoeken dekking achter de zware bomen en de rest blijft stil staan met de handen in de hoogte! EN DAAR ZIE IK DE RUSSEN! Een drietal neemt de SS-mannen gevangen, dat wil zeggen, dwingen hen terug te lopen terwijl ze er met hun machinegeweer in de aanslag achteraan gingen. Zeker een twintigtal anderen, ook met het geweer in de aanslag, zoeken naarstig in alle richtingen naar andere soldaten. Dan vallen er ook een paar Russen en dat is voor de anderen het sein om als een gek in het rond te schieten. Ik heb genoeg gezien... Het bovenstaande speelde zich in enkele seconden af, maar nooit zal ik dat schouwspel vergeten. Dit was oorlog... Ik ga weer de schuilkelder in en aan mijn gezicht kunnen ze wel zien, wat er gaande is. Niemand vraagt wat en ik kan niets zeggen. Maar ik heb mijn zin. Ik heb stof voor mijn dagboek...
\
We wachten af en minuten duren uren. Ik denk nu koortsachtig na over mijn positie. Een mensen leven heeft op het moment absoluut geen waarde en kunnen die, door straatgevechten opgewonden en verhitte Russen, wel aan mijn neus zien dat ik maar een Hollandse dwangarbeider ben? En gebruiken ze nog consideratie met ons Ausländer? We hebben zoveel gehoord...
Verschuilen tot een rustiger ogenblik heeft weinig zin. Maar ik heb ook weinig zin om ze met een vrolijke welkomstgroet tegemoet te lopen. Maar dan wordt me plotseling geen tijd meer gegeven om na te denken! Luid en opgewonden schreeuwen en roepen in de mij van klank zo bekende Russische taal hoor ik plotseling in de achtertuin voor de kelderingang. Onze schuilkelder loopt in het midden dwars door onder het huis door, zodat men van buitenaf eerst een gangetje van een paar meter door moet en dan de hoek om moet. Voor dat gangetje stonden ze nu en schreeuwden iets naar binnen. Het enige wat ik doen kon, was roepen: "Niks soldat hier, Hollanski". Dit riep ik een paar maal en als antwoord werd er een paar maal een salvo met een machinegeweer gelost... En steeds bleef ik maar roepen: "Niks soldat hier, Hollanski". Met mijn Schutzpapier stond ik al in mijn handen. En eindelijk kwam er een soldaat, in beide handen een revolver, om de hoek en allen stonden met de handen in de hoogte. "Niks soldat?", vroeg hij mij. Nee, niks soldaat, Hollanski en ik behoef niet te vertellen dat het water mij zo ongeveer in de schoenen stond. "Ah, koed, koed", zei hij en riep iets tot de anderen, waarna die ook met pistolen en geweren in de hand beneden kwamen. Snel werd de kelder aan een eerste onderzoek onderworpen en daarna konden we onze handen weer laten zakken. "Ah, Hollanski, prima" zei de sergeant die de leiding had. Voor een moment namen ze even rust, droogden hun bezweette gezichten wat af en vroegen water, hetgeen wij echter eerst moesten drinken. Maar geschreeuw van buiten deed hen weer opspringen en nu moest ik mee. Ik begreep niet wat ze wilden, maar het feit dat ze me gezegd hadden "Hollanski, prima" gaf me alweer zoveel moed, dat ik wel wat onzeker, maar toch met vertrouwen met hen mee ging. Buiten wees hij op de etages van het huis en vroeg me toen: "Deutsch Soldat?" Ik begreep hem en antwoordde: "Nee, niks soldat". Achteraf gezien was dat erg lichtvaardig, want overal in de buurt waren de Duitsers geweest en het zou heus niet onmogelijk zijn, dat er een paar een schuilplaats bij ons gezocht hadden of zich verdekt hadden opgesteld om straks tot een aanval over te gaan. Maar nu moest ik mee naar boven om alle kamers te openen en er in te kijken. Zodra ik een deur had opengedaan, voor zo ver ze niet openstonden, en binnen gestapt was, loste hij over zijn hoofd een paar schoten de kamer in en kwam dan zelf binnen kijken. 28 kamers telde het huis en toen ik weer beneden kwam stond weer het water in mijn schoenen... De stoottroep ging weer verder, maar direct daarna kwamen weer andere binnen, weer was het "doe, deutsch soldat?" Maar heel was rustiger antwoordde ik nu "niks soldat, hollanski" Maar deze stoottroepen hadden wat meer tijd en nu klonk het "oer, oer!" En hiermee kon ik mijn horloge offeren. Ik had voor mijn opgespaard geld een paar horloges gekocht want het Duitse geld was met het eindigen van de oorlog toch niets meer waard. We waren bevrijd door de Russen. Drie dagen en nachten moesten we in de kelder blijven wonen. Ik had bewegingsvrijheid en kon me rustig buiten vertonen. Wel werd me ieder ogenblik gevraagd of ik Duitser was, maar het was al voldoende als ik zei "niks deutsch, Hollanski" Naar papieren is me nooit gevraagd. En natuurlijk brandt nu de vraag op uw lippen "hoe waren nu die Russen?" Ik kan u nu mijn eigen ervaringen vertellen en weergeven, hetgeen zich bij ons in de kelder heeft afgespeeld en hoe vaak en onder welke omstandigheden er een revolver op me gericht was. Ik kan een keus maken uit datgene wat ik later vernomen heb van anderen, maar ik doe het niet. Ik kan u alleen dit zeggen, soldaten zijn over het algemeen niet zulke heilige boontjes, maar wanneer een leger, bestaande uit verschillende volksstammen, die in ontwikkeling zeden en gewoonten hemelsbreed verschillen met West-Europa, een leger dat bijna uitsluitend "spirit" (96% alcohol) drinkt en liefst met halve liters tegelijk, als zo'n leger eindelijk eens zijn triomf kan botvieren op de vrouwen van de zo gehate vijand, dan gebeuren er dingen die geen enkele West-Europeaan kan goedkeuren, ook al is hij nog zo anti-Duitser. Het ligt niet op mijn weg om verstrekkende gevolgen daarvan te voorspellen en ik wil allerminst beweren dat de Russen beestmensen zijn. Dat zijn de Nederlanders ook niet, maar als we gaan vragen hoe de Nederlanders in vroeger jaren in Nederlands Indië te keer zijn gegaan, dan staan we waarschijnlijk ook gek te kijken. Dit kan ik zeggen, wij als buitenlandse dwangarbeiders hebben een goede behandeling gehad en alle mogelijke medewerking. Alleen waren er maar weinig onder ons, die hun horloge hebben kunnen houden. Ik heb Hamed, Achmed en hun vrienden niet meer gezien, gelukkig maar. Ze hebben het me vaak verteld wat er zou gebeuren als het rode leger Berlijn binnen zou trekken. Ik had ze niet graag ontmoet als eindelijk bevrijde gevangenen. Ze hadden het me al vaak beloofd: "Roeski kom, doe auch roeski soldat! Doe niet! Viel snaps drinken, viel maatke (vrouwen)!!!" Maar ik heb altijd gedacht het zal wel loslopen, maar nu weet ik beter.

Zaterdagavond, 28 april 1945 in Saarmund

En nu zitten we dan in Saarmund, ongeveer 25 km buiten Berlijn. Vanmorgen kregen we bevel om binnen een half uur te vertrekken, want de Hindenburgdamm zou afgebrand worden. Er waren te veel "weerwolven" in onze buurt. Naderhand vernam ik, dat het niet doorgegaan is. Ik ben in het gezelschap van mijn huisgenoten en nog 5 Hollanders. We waren reeds 12 dagen onderweg, steeds in een andere richting, maar iedere keer moesten we weer terug omdat er nog gevochten werd. Maar nu hebben we tamelijk officiële berichten dat we door kunnen gaan naar Wittenberg.


wo jan 12, 2005 11:11 pm
Harro
Bericht 
Op weg naar huis
(Het kamp Jozef Stalin)

We wilden vanmorgen in de richting van Beelitz gaan, maar nauwelijks onderweg of daar kwam een karavaan Fransen terug, gezien het gebied tussen Saarmund en Beelitz nog niet vrij van vijanden is. Na enig overleg besloten we dan maar om via Luckenwalde naar Wittenberg te gaan. Het was vrij koud, doch daardoor goed weer om te lopen. We hielden een rustpoos even buiten bij een weide van een dorp, waar vrij veel koeien en paarden liepen. Een Russische soldaat kwam voorbij en vroeg ons waarom we geen paard en wagen namen. Ja, daar voelden we wel wat voor. Het antwoord was: "wat je nodig hebt dat neem je!" Helaas was er geen wagen en tuig in de buurt, maar er was weer wat anders. Een paar Italianen hadden een kalf geslacht en er bleef nog genoeg vlees over voor onze ploeg, dus wij aan het snijden! De reis verliep zonder ongelukken, behalve dan dat er een wiel brak van mijn wagen, een fiets-aanhanger. Maar dat was niet zo erg, een soldaat verschafte me een fiets, waar de wielen nog goed van waren en in tijd van een kwartier was het zaakje weer gezond. Dan hadden we hier in Trebbin weer geluk. Frau Simon ontmoette hier een oude kennis en zie, twee woningen waren te onzer beschikking. Dat was een geduchte concurrentie tegen onze zo spreekwoordelijke Hollandse gastvrijheid. En weer werd ons programma veranderd. Mijn Duitse kennissen besloten om hier te blijven en dus trek ik morgen met mijn Hollandse kameraden verder. En als ik terugdenk aan die dagen, die achter ons liggen, aan onze overhaaste vlucht zonder behoorlijke wagen voor onze bagage en aan die tocht door het pas veroverde Lichterfelde en Teltow, langs rokende puinhopen, stukgeschoten materiaal, verpletterde fietsen, motorfietsen en auto's, opengereten straten, langs paardenkadavers en soldatenlijken, als ik denk aan die verwrongen uitdrukkingsloze vrouwengezichten, in één nacht tijds tien jaar ouder geworden, dan vraag ik mij af, kan het Christendom de verantwoording dragen van deze consequenties? Duizenden vluchtten er met ons, honderden meisjes heb ik gezien, kinderen nog, die met verwilderde angstogen keken naar alles wat man was. Mijn hart draait me om, zó was de vergelding niet bedoeld... .

Maandag 30 april 1945

Zo zijn we dan vanmorgen vertrokken met voorlopige bestemming Luckenwalde. Onderweg zaten we nog in een gedeelte, dat frontgebied was. Er werd aardig geschoten en plotseling kwamen uit het bos een paar Russische soldaten met een stuk of wat krijgsgevangenen. Het bos aan de linkerkant van de weg was pas gezuiverd en nu waren er nog enkele verstrooide groepen in het rechtergedeelte van het bos. Na een paar dagen van rust deed het schieten, dat we weer van dichtbij hoorden, weer onaangenaam aan, en ik was blij, dat we weer in de bewoonde wereld waren. Het was half drie, toen we Luckenwalde bereikten. Hier was alweer een beetje ordening geschapen en was het plunderen verboden. Nu moest gelegenheid gezocht worden om wat eten te koken. Al spoedig werd een vrouw bereid gevonden, die haar keuken aan ons afstond en ook nog een grote pot koffie voor ons zette. We besloten om naar Jüterborg te gaan, 13 km. Verderop gelegen, Maar we werden gewaarschuwd, dat we hoogstens 5 km verder kwamen. We lieten ons echter niet zo gauw uit het veld slaan en besloten om maar eens te kijken wat er aan de hand was. Nauwelijks waren we op weg of een Russische soldaat kwam ons achterop met paard en wagen en hij hield net zo lang aan, totdat we onze wagens achter de zijne gebonden hadden en op zijn wagen plaats genomen hadden. Dat was weer het type Rus, dat ik altijd onder de krijgsgevangenen zo bewonderd heb! Altijd tot helpen bereid! Zo bereikten we al spoedig een punt, waar weer een Russische wachtpost stond, die ons rechtsaf stuurde. Verder gaan was verboden en we moesten of terug, of ons in het Lager melden, dat hier was. We stonden wel een beetje huiverig tegenover het Lager, maar er bleef ons toch niets anders over. We zijn niet erg voor Lagers! Ook hier was de Russische leiding merkbaar, d.w.z. "help uzelf"! Zoek een kamer in een barak, zoek een bed en welterusten! Eten? Was nog niet aanwezig! Er werd verteld, dat er morgen koks en de nodige fourage zou komen, maar.....afwachten! In ieder geval was het een grote geruststelling, dat hier ook Amerikanen en Engelsen aanwezig waren. Voormalige krijgsgevangenen, waar we ons een beetje mee konden onderhouden. Zij vertelden ons, dat dit een soort doorgangslager was en dat we weldra op transport gesteld zouden worden naar Holland.... En het was op het moment, dat ik in de rij stond bij de enige waterkraan, die nog liep in het kamp, dat ik genoot van een sinds lange tijden ontbeerde Engelse sigaret....

Luckenwalde, 1 mei 1945

Ook deze dag is voorbij gegaan zonder dat er iets bijzonders gebeurde. Alleen morgen..... Ja, morgen zal er weer van allerhand komen! Maar we kunnen het niet zo lang uithouden! We hebben nog één keer te eten en dan is onze voorraad op. We zullen dus morgen, indien er niets georganiseerd is, zelf wat moeten organiseren of moeten vertrekken. Waarheen? Waar God ons brengt! Zo langzaam aan wordt het kamp vol en iedereen stelt de zelfde vraag: waar kunnen we eten krijgen?? Wanneer ze het er op aansturen, dat we zelf voor ons eten moeten zorgen, ziet het er voor de Duitse bevolking droevig uit! Dan wordt het roven en plunderen op grote schaal. Vandaag werd er verteld, dat er met het aanwezige rijdend materiaal de nog overgebleven voorraden bij de boeren zouden worden opgehaald, ten behoeve van het kamp. Het kamp is een voormalig kazerne-terrein, dat midden in een bos gelegen is. Het zou een prachtig "Erholungskamp" zijn, wanneer er voor voldoende eten gezorgd was.... Hier heb ik een nieuw soort oorlogspudding leren kennen. Koffiedik met suiker.... Een product van jarenlange lagervoeding en ondervinding.... Maar dat staat vast, we zijn nog niet in Holland....


wo jan 12, 2005 11:13 pm
Harro
Bericht 
Organiseer! Woensdag 2 mei 1945

Zo hadden we dan gisteravond besloten om voorlopig te blijven en er vandaag op uit te trekken om eten te organiseren. Een mogelijkheid om naar Wittenberg te vertrekken was er nog niet, omdat, zoals ons verteld werd, er overal nog weerstand geboden werd. Zo trokken we er dan tegen acht uur op uit, weldra gevolgd door tientallen anderen, allen met het zelfde doel, organiseren! Het eerste huis, dat we tegen kwamen, werd aan een onderzoek onderworpen en laat nu de kelder vol met aardappelen zitten! Dat was een feest! Vier zakken vol hebben we meegenomen en bij een paar Polen kon ik voor een paar sigaren en sigaretten nog een stuk spek ruilen van een pond of zeven! o waren we binnen 2 uur terug en u kunt zich voorstellen, wat voor een gezicht de achtergeblevenen trokken! Maar het was nog niet genoeg! Van enkel aardappelen kan een mens niet leven. Vet en vlees moesten we hebben. En dus trokken we er in de namiddag weer op uit. Ons doel was nu een dorpje, dat iets ter zijde van de hoofdweg lag. De meesten trokken de hoofdweg langs, maar ik wilde natuurlijk weer iets aparts. En onderweg kwamen we 3 Belgen tegen, die teruggestuurd waren, omdat er achter het dorp nog Duitsers zaten. Maar eigenwijs, zo als ik vaak ben, dacht ik niet aan terugkeren en wilde minstens ook zo ver totdat ook wij teruggestuurd werden. Weldra waren we bij de eerste huizen aangekomen of daar kwam al een Russische soldaat, die ons vroeg waar we heen wilden. We konden hem niet aan zijn verstand brengen, wat het doel van onze reis was, maar gelukkig was er een oude Poolse vrouw, die Duits sprak en als tolk dienst kon doen. Ja, nu begreep hij het. Als je 3 dagen in een Lager zit zonder eten, dat gaat niet. Nadat ze samen overlegd hadden, moesten we meekomen naar een geitenstal, waar die soldaat in een hoek ging graven. En wat kwam er uit de grond vandaan? Een Keulse pot met 9 "Dauerwürste", 2 hammetjes en 2 stukken gerookt spek! Dat gaf een rondedans. We klopten die soldaten op hun schouders en zeiden: "ha, Ruski, kameraad, prima, prima! Het was weer de Russische mentaliteit, zoals ik die heb leren kennen onder de kameraden van Achmed, mijn vrienden uit Lichterfelde-Ost. En weer konden we de terugtocht vol glorie aanvaarden. Maar ook anderen hadden georganiseerd en hadden maar liefst een hele koe geslacht. Nu wisten ze met hun vlees geen raad en ieder die lust had kon een stuk weghalen. Al gauw had ik een voorpoot te pakken en stond ik die uit te benen. Behalve een paar mooie stukken braadvlees zat er ook nog een aardig beetje vet aan, waar ik altijd een zwak voor heb. Dan viel er ook nog een mooi beetje soepvlees af, dus werden de benen doorgehakt en met het vlees in een grote pan water op het vuur gezet, Dan waren er nog grutten, erwten en aardappelen, ook dat verdween in de pan. En dat werd een soepie, meneertje... Daarbij stond de ouderwetse snert werkelijk in de schaduw... We hebben dan ook niet gegeten, maar gevreten en er bleef nog een een flink deel over. Tot slot van de dag hebben we een paar flensjes gebakken met stroop en het scheelde niet veel of we ploften.... En zo is deze dag ook weer voorbij en voor morgen staat als no. 1 organiseren op het program. Op die manier wordt het toch een "Erholungskamp"...

Donderdag 3 mei 1945

Ook vandaag zijn we er dan weer op uit getrokken om wat te organiseren, maar deze dag was niet zo gelukkig als gisteren. Ons hoofddoel was meel, erwten en vooral vet. Helaas liet zich geen soldaat zien, die ons de weg wees, dus moesten we eenvoudig de woningen binnen gaan en vragen of er voor ons arme Ausländer nog wat over was. U kunt begrijpen, dat we op die manier met een lege wagen weer naar huis konden gaan. Men moet in die situatie zich eerst "inwerken" voordat men zonder schroom een huis binnen gaat en dan zonder wat te vragen of te zeggen de kasten en kelders nasnuffelt. Het is zuiver plunderen wat men doet maar het is oorlog en nood breekt wetten. Het eerste wat de mensen zeggen als men binnen komt: "och, hier hoeft u niet meer te zoeken, hier is alles al weg gehaald" Maar ik zoek verder en ja, daar vind ik in de kelder een zak met ongeveer 50 kilo bloem. En als ze dan zien, dat ik die gevonden heb, beginnen ze te huilen en te jammeren van het laatste beetje meel, dat ze nog in voorraad hebben, maar zo heb ik de boeren wel leren kennen, dat ik er van overtuigd ben, dat ze altijd nog wel een voorraad ergens verstopt hebben, zodat ik zonder gewetensbezwaren een flink deel voor ons meenemen kan. Maar één is er bij ons, die geen jammerende vrouwen verdragen kan en dan ook niet hebben wil, dat ik wat meeneem. Als ik dan toch ongeveer 5 kilo meegenomen heb en ik ben een boerderij verder, wordt het zakje terug gebracht.... Op die manier heeft het geen zin om te organiseren en we besluiten dan ook mijn kamergenoot en ik om alleen verder te gaan en voor onze kamer alleen te organiseren. We vinden dan nog 20 kilo ongemalen tarwe en 10 kilo rogge. Op zoek naar zout worden we naar het enige café gestuurd, dat het dorp rijk is en uiterst vriendelijk ontvangt de waard ons en geeft vol ijver het gevraagde en hij geeft ons zelfs nog 3 pakken lucifers mee. Ja, ook 3 pakjes poeder voor stuk gelopen voeten is ons deel. Die voorkomendheid komt me een beetje al te verdacht voor en ik ben dan ook er van overtuigd dat er nog allerhand in huis was, maar ik heb geen lust meer om de boel hier ook overhoop te halen, te meer daar we geen wagen bij ons hebben. Ik heb al rond gekeken naar een goede wagen, maar die waren in het dorp niet meer te vinden. Onderweg haalde ik nog een koffiemolen uit een keuken om de tarwe en rogge te malen. Zo waren we toch niet voor niets weg geweest en hadden we de mogelijkheid geopend om dan toch ons dagelijks brood te bekomen. Op dit moment staat dan ons eerste brood in de oven en zijn we alle vier in spanning hoe onze eerstgeborene er uit zal zien. Intussen deed de erwtensoep van vandaag die van gisteren weer geduchte concurrentie aan en moeten we er werkelijk voor oppassen dat onze magen niet al te veel te verwerken krijgen, want zieken kunnen we hier niet gebruiken. En dan hebben we in deze dagen het terrein eens rondgesnuffeld en het is niet te geloven, hoeveel materiaal hier vernietigd is geworden. Grote loodsen met allerlei materiaal zoals filmapparaten, telexapparaten, vliegtuig-radio-apparaten, gereedschap van allerlei aard liggen hier in honderden kisten opgeborgen en vallen nu ten offer aan de plunderwoede van ons, Ausländer.... De Russen hebben er blijkbaar geen interesse bij. Honderdduizenden gele potloden liggen verstrooid door de loodsen, geen mens kijkt er naar om. Vandaag overkwam ons nog een droevig voorval. We waren er vanavond nog even op uit getrokken naar een grote leegstaande boerderij. Iets moest er volgens mij nog te vinden zijn. We waren zo'n beetje aan het snuffelen tegelijk met een troep Belgen, toen één van hen een schreeuw gaf vanaf de zolder. Zijn kameraden vlogen naar boven en wij er achteraan, maar het was al te laat. Dat wil zeggen voor ons. Vijf grote zijden spek, ieder van minstens 35 pond, was de oogst van de Belgen! Holland had een verliespunt te boeken....
Vandaag werd er verteld, dat de Duitse troepen in Italië en Oostenrijk de strijd gestaakt zouden hebben, terwijl de Amerikanen in Holland per dag ongeveer duizend ton levensmiddelen naar beneden gooiden.... Of het waar is? We hebben al zo veel verhalen gehoord.

Vrijdagavond 4 mei 1945

Er is weer een dag voorbij. Een dag, die zich kenmerkte door bedorven magen, zodat van organiseren niet veel terecht kwam. Maar er was toch een lichtpunt. Vanmorgen om 8 uur meldde zich een verbindingsman, die het aantal Hollanders kwam tellen die in het kamp aanwezig waren. Er zou brood, worst en warm eten verstrekt worden. Tevens was het verboden om zonder noodzaak het kamp uit te gaan, terwijl ook het slachten verboden werd. En werkelijk, vanmiddag om een uur of 4 werden we uitgenodigd om per persoon 150 gram te komen halen. Dat zal ons dagelijks worstrantsoen zijn. Brood was helaas niet aangekomen. maar warm eten kon om half 8 gehaald worden, dus een begin van ordening was er. Er was ergens op het kamp, dat geweldig groot is, en tientallen barakken omvat, een grote centrale keuken en die was enkele dagen geleden door de Fransen in gebruik genomen. De regeling liet nog wel wat te wensen over, maar in ieder geval is er nu echt een begin van regeling.


Zaterdag 5 mei 1945

En nadat we ons gisteravond rustig in onze krib hadden laten vallen met het behaaglijk gevoel, dat er voor ons gezorgd werd, sliepen we toch tamelijk onrustig, ten eerste omdat onze magen nog niet in orde waren en ten tweede werd er tamelijk geschoten in het bos. En dan werden we vanmorgen onaangenaam gewekt met de mededeling, dat we om 12 uur het kamp geruimd moesten hebben. Alles inpakken en wachten op het marsbevel. We moesten weer terug naar Luckenwalde. Hier zouden Russische soldaten ingekwartierd worden. Ja, daar stonden we met ons goede gedrag, ons hele hebben en houden opgepakt af te wachten wanneer het vertreksein gegeven zou worden. Het was half 1 en daar kwam de mededeling dat we.... alles weer mochten uitpakken want we mochten niet weg. Later op de dag hoorde ik, dat er toch nog een mogelijkheid geweest was om in de richting Wittenberg (het zo zeer begeerde doel, want dat is door de Amerikanen bezet) te trekken. Zo wordt er ook verteld, dat Noord-Holland door de Amerikanen bezet is en de Duitsers zich enkel nog ophouden in Zuid-Holland en een deel van Zeeland. Maar alles wat verteld wordt zijn geruchten en zo leven we dan volkomen geïsoleerd van de buitenwereld en blijft ons enkel over.... afwachten! Intussen hebben we de middag doorgebracht met slapen en het enige wat we gegeten hebben waren een paar sneetjes brood met een plakje worst. Ook onze maag had rust nodig.


Zondag 6 mei 1945

Laat nu gisteravond mijn zwager me komen opzoeken! Hij had een wederzijdse kennis gesproken, die hem vertelde, dat ik ook hier onderdak gevonden had. En dan kwam er gisteravond één naar het heette officieel bericht, dat de oorlog in Holland beslist was, evenals in Denemarken. Ook sprak ik nog een Hollander, die voor ongeveer 3 weken terug de zender "Radio Oranje" gehoord had en ons verteld, dat den Dolaard gesproken had over een luizen-epidemie, die in Amsterdam uitgebroken zou zijn. Dan zouden ze in Amsterdam al weken zonder water zitten, terwijl de lijken bij honderden in kerken opgestapeld lagen wegens gebrek aan begrafenis-mogelijkheid. Ook vielen de mensen eenvoudig dood op straat van de honger, dus erg hoopvol waren die berichten nu niet! Dan vertelt één, dat er om de grote steden zoals Amsterdam, Rotterdam en den Haag gevochten is, terwijl de ander weet te vertellen, dat die steden vrij gegeven zijn. Maar ik weet het niet, mijn gevoel zegt me dat ik mijn familie in ieder geval levend terugzie. Dat mijn voorgevoel mij niet bedriege... Maar nu verder weer eens iets nieuws van ons Lager. De voedselvoorziening functioneert nog niet zo als het wezen moet. Vandaag, b.v. was er enkel wat soep. Brood en worst waren nog niet aangekomen. Maar een ander lichtpunt is, dat er 2 dokters zijn aangekomen met een behoorlijke voorraad medicamenten. Ook wordt er morgenavond een cabaretavond georganiseerd, zodat men niet meer zo erg de indruk heeft, dat men in een toevlucht voor onbehuisden zit.


wo jan 12, 2005 11:14 pm
Harro
Bericht 
Maandag 7 mei 1945

Dit zal dan de dag zijn, waar de wereld sinds jaren al naar uitgekeken heeft. Officieel werd hier bekend gemaakt, dat Duitsland vanmiddag om 14.21 uur gecapituleerd heeft!! Het werd hier op onze cabaretavond van het toneel af bekend gemaakt, gevolgd door het Wilhelmus, wat door ieder natuurlijk uit volle borst meegezongen werd. Nu vallen alle dagelijkse voorvallen in het niet en is er alleen de vraag "hoe komen we zo snel mogelijk naar Holland!" Velen spreken er al over om morgen de wagens in orde te maken. Brood te bakken en nog wat andere levensmiddelen op te doen en overmorgen te vertrekken in de richting Wittenberg, waar, volgens de algemene opinie, de Amerikanen voor een snelle terugtocht zorgen naar het vaderland... Overigens is van een dolle uitgelaten stemming niet veel merkbaar. Komt het doordat we al zo lang van officiele berichten verstoken zijn of door het feit, dat we reeds enigszins in een vredestoestand leven? Of zijn we nu zo beïnvloed door alles wat we meegemaakt hebben, dat we onverschillig geworden zijn?


Dinsdag 8 mei 1945

Alweer een dag voorbij evenals de "Wittenbergstemming" van gisteravond, temeer daar onze barak voor vandaag aangewezen was om appies te schillen. Het leven gaat hier gewoon verder alsof er nooit geen oorlog bestaan heeft, of, misschien beter uitgedrukt, nooit geen vrede bestaan heeft. Men krijgt op het laatst zo'n idee van een uitgestotene als men in zo'n kamp zit, waar geen radio of krant is, zodat men van alle kanten van nieuws verstoken is. Ik ben dan ook vanmiddag weer eens naar het naburige dorp geweest, eerstens om te zien of er nog wat te organiseren was en ten tweede om weer eens met een paar mensen te praten. Te halen was er niet veel meer, een halve zak aardappelen en een kilo of 6 a 7 rogge. Spek en vet was ons doel, maar daar is zeer slecht aan te komen, temeer daar voor ons slachten verboden is. Ons eerste doel was het enigste café van het dorp, waar we de vorige keer zo gastvrij onthaald werden door de waard. Ik vroeg nu of hij wat voor ons te drinken had. Alles uitverkocht, maar een kop koffie kon hij nog wel voor ons zetten. Ook hier hoorden we dan, dat de oorlog sinds gisteren afgelopen was, maar meer wist hij ons ook niet te vertellen, b.v. of Hitler nog leefde of één van die andere kopstukkken, maar ook hier was niets naders bekend. Maar laten we bij onze Lagerbelevenissen blijven. Gisteren hebben we weer eens een paar broden gebakken van gemalen tarwe. Nu kan men over het algemeen niet zeggen dat een brood van zuiver tarwe, zonder gist of iets dergelijks gebakken, veel op kerstcake lijkt, het is n.l. nogal vrij zwaar, maar voor ons product van gisteren hebben we o.a. een zaag genomen om het klein te krijgen. Maar na 2 jaar Berlijnse ondervinding kan men een stootje verdragen. In ieder geval over de smaak viel niet te twisten, die was uitstekend. Intussen hebben we formulieren gekregen, die we invullen moeten. Naar het heet zijn die voor een Russische instantie, die binnenkort onze passen komt controleren. Zo schijnt er dan toch met onze aanwezigheid rekening gehouden te worden. Alhoewel er van daag wel soep was, maar geen brood en worst.


Donderdag, 10 mei 1945

Weer is er vandaag een bevel gekomen, dat de Hollanders en de Belgen het kamp moeten verlaten en een ander moeten betrekken in Luckenwalde. Er begint nu juist een beetje ordening te komen, b.v. er hing vandaag een officiele bekendmaking op het aanplakbord van de onvoorwaardelijke capitulatie van Duitsland met enkele bijzonderheden er bij. En dan hing er ook een lijstje, waarachtig met onze toewijzing voor vandaag. En dat bedroeg: 80 gram kaas, 200 gram brood, 100 gram worst, 20 gram suiker en werkelijk 10, zegge tien gram tabak. Ook koffie werd genoemd, maar het is nog niet uitgemaakt hoeveel en of het bonenkoffie is of surrogaat. Dan is er bekend gemaakt, dat er binnen een dag of tien Hollandse officieren, evenals voor andere nationaliteiten, zouden komen om ons vertrek naar Holland te regelen. Dit is dan een officieel bericht uit het hoofdkwartier van Eisenhower. Maar ook deze dag is dan bijna ook weer ten einde en wachten we maar af wat de dag van morgen ons brengen zal...


Vrijdag, 11 mei 1945

En daar staan we nu weer! Vertrekken of niet vertrekken! De situatie is eigenlijk als volgt. De Fransen, die ver in de meerderheid zijn, willen het gehele kamp voor zich opeisen. Ze hebben, door de aanwezigheid van krijgsgevangenen een semi-officiële commissie, die nu voor de tweede maal gecommandeerd heeft, dat de Hollanders en de Belgen het kamp moeten verlaten, maar de Hollandse en Belgische commissie, die zich hier uit eigen initiatief gevormd hebben, zijn niet zo gemakkelijk te overrompelen en beroepen zich op de proclamatie van Eisenhower, waarin gezegd werd, dat iedere nationaliteit groepen moet vormen en in de kampen moeten blijven waar ze zijn. Het aantal Hollanders, dat hier nu intussen bijeen is bedraagt ongeveer 500. En, zegt de commissie, onze groep is groot genoeg om zich te handhaven. Nu zijn ze naar de Russische commandant gegaan en die zal de zaak onderzoeken. Wanneer die nu zegt, dat we blijven kunnen, dan blijven we. In ieder geval kunnen we overal weer aan merken, dat we gelukkig van de dictatuur verlost zijn. Nu heeft tenminste iedereen wat te zeggen.. Maar onze bagage staat weer ingepakt en gereed om op onze karretjes te laden. Het is prachtig zomerweer en heerlijk warm om in de middaguren een kilometer of 8 terug te lopen naar de stad Luckenwalde...


Nog steeds Vrijdag 11 mei 1945

En nog steeds zitten we in het kamp "Jozef Stalin". Nog steeds, maar de Belgen hebben het veld moeten ruimen en het aantal Fransen is weer met een paar honderd vermeerderd. Nu is er weer sprake van dat we morgenvroeg om 9 uur moeten vertrekken. Maar onze verbindingsman blijft op het standpunt staan, dat de Russische commandant ons er eerst uit moet smijten alvorens we het veld ruimen. Inmiddels trachten we hier de tijd zo gezellig (ahum) mogelijk door te brengen. We hebben in een zaaltje van onze barak een piano staan en nu is er iedere avond dansen. Het aantal dames is wel niet groot, maar er is onder dat kleine groepje veel animo. Ze hebben ook zo'n lange tijd geen gelegenheid gehad om met mannen om te gaan... Maar, om bij meer nuchtere zaken te blijven, onze rantsoenen, die ons gisteren beloofd zijn, hebben wij nog niet gekregen. Enkel hebben we per hoofd ongeveer 10 zegge tien ongebrande koffiebonen gekregen! Maar onze tabak, suiker en kaas, heb ik nog niet gezien. De Fransen... die hebben hun rantsoen al op...


Zaterdag 12 mei 1945

En nog steeds in het "Jozef Stalin"lager. Morgenvroeg om 8 uur gaan we officieel weg... In ieder geval hebben we vandaag onze kaas gekregen. In poedervorm. Een beetje water er bij, doorroeren en de heerlijkste smeerkaas is daar... Maar sombere berichten bereikten ons vandaag. In Amsterdam zouden 16.000 personen de hongerdood gestorven zijn. In den Haag 11.000. Wat kunnen wij er voor commentaar op geven. En nu kennen we nog niet eens de ellende in volle omvang. Misschien is het maar beter ook. Anders zou hier misschien nog een revolutie onder de buitenlanders uitbreken en werd het bloedbad nog groter. Ik ben er van overtuigd, dat de Gerechtigheid recht zal doen...
Weer hebben we wat nieuws gehoord. Het Nederlandse volk ligt ziek in bed. De voornaamste voeding mag op het ogenblik alleen bestaan uit gedroogde aardappelen, puddingpoeder en suiker. Duizenden kinderen zijn reeds naar Ierland vervoerd om daar weer aan te sterken. De stemming wordt hier steeds ondraaglijker en steeds sterker wordt de roep naar huis! En wie zullen ons begroeten als we thuis komen?

Het "Stalag"lager. Maandag14 mei 1945

En dan zijn we verhuisd, maar laat ik het daar straks over hebben. Zaterdag was het dan officieel, dat we zondagmorgen om 5 uur zouden vertrekken. Onze bagage moest zo veel mogelijk zaterdagavond gepakt worden en op de wagens geladen opdat we zonder vertraging meteen om 6 uur vertrekken konden. En om een uur of 7 was de colonne samengesteld en kwam er beweging in de stoet. Maar die beweging duurde niet lang. Aan het hek gekomen, dat bewaakt werd door een Russische soldaat, weigerde deze om ons door te laten... Hij had er geen orders voor. Daar stonden we nu. Er werd één van het Franse comité uit zijn bed getrommeld, maar ook hij was niet in staat om het hek te openen. Dan naar de Russische commandant en hier bleek overduidelijk, dat die hele grap van de Fransen uitging. Enfin, deze kon wel begrijpen, dat de Fransen, allen krijgsgevangenen, en verreweg in de meerderheid, het gehele lager voor zich benutten wilden, maar hij moest toch eerst zekerheid hebben dat wij, ons aantal was inmiddels aangegroeid tot 800, onderdak vonden in dat andere lager, dus moest er eerst een mannetje weg om een bewijsje te halen. Een Franse officier ging daarop naar Luckenwalde om het door hen begeerde papiertje te bemachtigen. In het kort, het was 2 uur toen we de tocht naar ons nieuwe heim konden aanvangen. Het was intussen heerlijk wam geworden en na 10 minuten was er niet één meer, die een droge draad aan zijn lijf had. Na een tocht van ongeveer 2 uur bereikten we dan het officiële "doorgangslager" Maar nu... Nadat we alles stuk voor stuk op onze pas gecontroleerd waren, hetgeen door Hollanders gedaan werd, die officier geweest waren bij de Royal Airforce en als zodanig ook in Duitse krijgsgevangenschap geraakt waren, werd ons een 2-tal barakken aangewezen, die zo juist door Engelse gevangenen verlaten waren. Onbeschrijflijk was de rotzooi, die ze achtergelaten hadden. De meesten van ons zijn heel wat gewend op lagergebied, maar dit ging alle ervaringen te boven. Al het vuil tezamen uit 1 barak had 4 of 5 auto's kunnen vullen. Het vuil, bestaande uit oude afgedankte uniformstukken, resten van Engelse Rode Kruispakketten, oude strozakken en stof en nog eens stof. Met een 30 man hebben we eerst het ergste vuil er uit gegooid en de bedden opgesteld. Het zijn grote barakken, waar in het midden een wasgelegenheid biedt en waar in de beide helften plaats is voor 200 man, d.w.z. in bedstellingen van 3 verdiepingen, 2 breed en 2 lang vinden 12 man een slaapplaats, Ze zijn uit enkele ruw houten planken opgetrokken en als er 2 of 3 van de bovenste verdieping tegelijk naar bed willen gaan dan zwaait het hele zootje als een populier in de storm. Het zijn de voormalige krijgsgevangenenlagers, waar we nu in verzeild geraakt zijn. Enige duizenden mensen vinden hier onderdak. Of de hygiëne hier nu strikt in acht genomen wordt, dat zal nog moeten blijken, maar ik vrees, dat we zonder bagage en een paar maal ontluisd naar huis toe gaan. Het is nu maandagmiddag en het is een drukte van belang hier in de barak. Gisteravond hebben we ons dan maar provisorisch geïnstalleerd, maar nu worden er ten eerste nog een stel bedden bijgezet, want er wordt een grote toeloop verwacht en verder is iedereen bezig om zijn bagage een plaats te geven, wat al een kunst op zich zelf is. En in een hoekje gedrongen tussen mijn bedstelling en de muur zit ik op een gammel krukje gedrongen met mijn schrijfmachine op mijn schoot deze gebeurtenissen voor het nageslacht te vereeuwigen...


wo jan 12, 2005 11:16 pm
Harro
Bericht 
Woensdag 16 mei 1945

En daar is uw kroniekschrijver weer, maar nu onder heel andere omstandigheden. Neen, niet dat we reeds op weg naar huis zijn, neen, zo ver zijn we nog niet. Dat kan nog wel een paar dagen duren. Maar ik schreef reeds, hoe we met ruim 800 man in en paar kampen ondergebracht werden, die in een werkelijk chaotische toestand verkeerden en, daar onze voornaamste bezigheid afwachten is, besloot ik om me aan te bieden, om naar vermogen mee te werken aan de organisatie. En daar zit ik nu in mijn functie van assistent-barakleider en heb de verantwoordelijkheid voor de verdeling van het eten van bijna 200 man! En daarnaast tik ik me de hele dag een rotje aan meterslange lijsten van onze Nederlandse bevolking in dit lager. Niet dat het werk zo veel is, maar voor mijn arme ongeoefende vingertjes is het een hele prestatie. In ieder geval is de voedselvoorziening al aardig op gang gebracht, per persoon is 1 liter eten per dag beschikbaar plus ongeveer 375 gram brood, dan is er al 50 gram kaas in poedervorm uitgegeven en 25 gram suiker. De worst is niet zo rijkelijk als in het Jozef Stalinlager, hier hebben we ze tenminste nog niet gezien, maar alles kunnen we niet tegelijk verwachten. Maar nu zal ik eerst even een overzicht geven van onze barakkenindeling. Iedere barak is in tweeën gesplitst doordat de wasruimte zich in het midden bevindt en biedt plaats aan 400 man. Die 2 delen zijn genoemd "Noord" en "Zuid" en die elk dus 200 man bevatten. Over beide delen is een barakkenleider aangesteld en onder die barakkenleider staat een assistent-barakkenleider, die in hoofdzaak belast is met het verdelen van het eten en de overige toedelingen. Zij verdelen dat weer aan z.g. voormannen, die weer aangesteld zijn over 20 man. Dan zijn er ook nog andere bezigheden te verrichten, zoals het schoon houden van de barak, de waslokalen en het toilet. Daar wordt dan een voorman met zijn ploeg voor aangewezen, die dan die karweitjes opknappen moet. In ieder geval is het leven voor mij nu aangenamer geworden, daar ik wat te doen heb en ten tweede is het leven hier aangenamer gezien er electrisch licht aanwezig is, zodat we weer over radio en daardoor over nieuwsberichten beschikken. En de wasgelegenheid is hier beter. En met trots kunnen we zeggen dat die in een paar dagen, dat we hier zijn, onze barakken de beste aanblik geven van binnen en van buiten. Maar laat ik nu eens een overzicht geven van mijn hoofdzakelijke bezigheden. Zoals ik al schreef tik ik me de gehele dag een rotje aan een paar lijstjes, hetgeen voor een geroutineerde typiste misschien anderhalf uur werk is. Dan komt er tussendoor het eten uitdelen.... Toevallig was het vandaag nogal gecompliceerd, doordat alles op de avond tegelijk kwam. Om 5 uur trok ik dan met mijn colonne voormannen naar de keuken om het eten af te halen en met een gewichtig gezicht van "wie doet me wat" teken ik dan het ontvangstbewijs af. Daarna komt het werk van voorman, dat ik er ook bij heb, om het eten onder 20 man te verdelen, waarbij ieder nauwkeurig toe blijft kijken of er nog naslag is. Daarop volgde het brood uitdelen. Eerst onder de 9 voormannen, dat is vrij eenvoudig, alhoewel juist vandaag door vervoersmoeilijkheden ons rantsoen gehalveerd is, zodat 8 man 1 brood moeten delen en ik heb ploegen van 17, 18, 20 en 23 man. Na het brood uitdelen aan de voormannen komt dan weer het uitdelen aan de mensen van mijn eigen ploeg en deel nu maar eens een brood in 8 gelijke delen. Na het brood kwam de kaas in poedervorm. Eerst aan mijn voormannen en dan aan mijn ploeg. 50 gram per persoon. En weer met argusogen werd er toegezien, of de ene eetlepel niet voller was dan de andere... Laat ik niet spreken over gisteren. Toen heb ik tabak verdeeld. 5 gram per persoon.... Gelooft u, dat er voor mij slechts vier en een halve gram overbleef?...

Donderdag 17 mei 1945

Vandaag was het leven wat regelmatiger in onze barak, tenminste voor ons arme menagemeesters. Gisteravond werd ik gestoord in het schrijven van deze onvergetelijke ervaringen, omdat er suiker was aangekomen. Maar de suiker heb ik deze middag gelijk met het brood en de kaas (al weer kaas) uitgedeeld. Met mijn lijsten ben ik zo ver klaar plus diverse andere briefjes, in hoofdzaak mededelingen, en nu heb ik dan een uurtje tijd om deze annalen te vervolgen. Deze middag hadden we inspectie van een Engelse "hoge ome" die moest inspecteren.... Er zou ook een Russische dito bij zijn, maar die had zeker andere gewichtige inspecties te doen, in ieder geval hij kwam in zijn eentje, geëscorteerd door een paar Hollandse vlieger-offficieren. Mij was opgedragen om naar die delegatie uit te kijken en, bij het binnentreden was het gehele geval de hele barak tot de orde te roepen. Gelukkig had ik een uitvlucht gezien, mijn overstelpende bureauwerkzaamheden, zodat een ander dat baantje over kon nemen, die natuurlijk op het juiste moment niet aanwezig was. Maar gelukkig kon onze barakleider het hele geval opvangen, midden in de barak en de grootste belangstelling van die generaal (bij mij is iedereen met wat sterren en strepen generaal!) ging uit naar Hillegom en de bloembollenteelt aldaar. Zijn huis in Engeland had hij "de Hillegom" genoemd, maar in ieder geval was hij tevreden en hij moest bekennen, dat er in de Engelse barakken niet zo veel orde heerste als bij ons. En dan hebben we nu een paar maal per dag nieuwsberichten in de Nederlandse taal. Maar of wij daar nu blij mee kunnen zijn.... In ieder geval proberen we ons het leven zo aangenaam mogelijk te maken. Er staat weer een cabaretavond op het programma en de voorbereidingen gezien, belooft het heel wat. En verder wachten we maar af. Wanneer gaan we naar Holland......??

Vrijdag 18 mei 1945

Het is niet zo eenvoudig als u wel denkt om zo'n gewichtige positie te bekleden als wij hebben. De hele dag loop ik te piekeren, hoe verdeel ik die 171/2 gram suiker of poederkaas, heb ik nog naslag of krijg ik een doodslag, wat geeft de doorslag... de hele dag zorg en nog eens zorg. Maar toch zijn er nog andere zorgen. Gisteravond heb ik een gesprek met iemand uit onze barak en toen bleek, dat hij een souveniertje uit Berlijn had meegenomen, een aandenken van zijn liefdesbetrekkingen. Onnodig te zeggen dat het geval door mij direct aan de verbindingsman werd doorgegeven met het gevolg, dat morgen een begin gemaakt wordt met de keuring van alle aanwezige Hollanders. Maar overigens marcheert alles vrij vlot. Het eten is voldoende en goed van kwaliteit. Vandaag was het even als gisteren snert! Ik geloof dat er voor morgen erwtensoep op het menu staat.. O ja, laat ik niet vergeten te vermelden, dat die Russische generaal van gisteren vandaag een mannetje gestuurd had, ook een met een paar sterretjes, die ons bureau op kwam, de aanwezige heren een hand gaf en verder zaten we allen met de mond vol tanden. De Russisch sprekende Hollander moest eerst gehaald worden! Enfin, nadat die gekomen was hoorden we dan, dat de generaal om 4 uur zou komen inspecteren. Inmiddels was het kwart voor vier, alarm werd geblazen om de rommel wat op te ruimen en nu is het kwart voor negen, maar de generaal heeft onze barak nog niet kunnen vinden...


Eerste Pinksterdag, 20 mei 1945 's morgens half negen

Laat ik me nu voorgenomen hebben om vandaag ten eerste een mooi verslagje in elkaar te draaien van onze revueavond van gisteren en om daarna een beetje te gaan babbelen in deze schone kroniek. En laat nu gisteravond kort na de revue de "5 minuten sirene" gaan, dat een teken bleek te zijn voor de Engelsen, dat ze gaan vertrekken. En nog wel vandaag, evenals de Amerikanen en de Hollandse officieren, die bij de Engelse luchtmacht gediend hebben. Maar dat is nog niet eens het belangrijkste. Laat me nu de Russische staf in overleg met de Engelse en Amerikaanse staf besloten hebben om de gehele leiding van het kamp aan dat handjevol Hollanders op te dragen. En als u weet, dat hier een paar duizend Italianen zitten, waaronder een paar generaals, die eenvoudig voorbij gelopen zijn, terwijl ze nu dat handjevol Hollandse burgers de verantwoording geven over een kamp, dat ruim 13.000 oftewel dertienduizend inwoners bevat van 28 verschillende nationaliteiten. En dan wordt er nog een grote toeloop verwacht.... En dus werd er gisteravond nog een vergadering belegd, die duurde tot 2 uur in de nacht. Ook uw arme kroniekschrijver moest zijn nachtrust opofferen. Op deze vergadering werd onze verbindingsman ingelicht over zijn verantwoordelijke taak en verder werd een schema opgesteld van de te volgen werkwijze. Er moeten dan mensen gezocht worden, die de verschillende takken van dienst op zich nemen kunnen, zoals een technische dienst, een dienst van timmerlieden, metselaars, kantoorpersoneel, transportstaf, enz.


Eerste Pinksterdag 20 mei 1945 's avonds half negen.

Het is de mooiste dag van mijn leven. Laat ik nu een compleet transportbedrijf in tijd van een paar uur rijk zijn geworden. 35 paarden, 2 automobielen en een stuk of wat platte karren en een staf van personeel waar je van om valt. Stalmeester, onderstalmeester, stalknechts, 2 man kantoorpersoneel en nog een flink aantal reservepersoneel. Nog nooit heb ik me zo groots gevoeld als vandaag. Conferenties met Italiaanse generaals, Servische officieren, en weet ik veel wat voor andere nationaliteiten. Mijn officiële naam is "transportofficier". En ook andere diensten waren uit de grond gestampt. Technische dienst, distributiedienst, politiedienst, een grote staf van timmerlieden, metselaars, enfin, om kort te gaan, alle mogelijke ambachten waren in een dienst ondergebracht en het zaakje klonk als een klok. Al meteen was voor de heren officieren een speciale keuken ingericht in een speciale barak met speciaal eten van speciale koks, enfin, het was alles te mooi om waar te zijn. Ik had een speciaal bureau, speciaal voor mij was er een radiotoestel gebracht, enfin, het was vandaag alles speciaal. Maar de vreugde duurde slechts kort, want de zelfde grap als de vorige zondag was nu ook weer uitgehaald. De Russische staf had een voorstel van de Amerikanen om ons de leiding van het kamp te geven, nog niet ondertekend. Neen, ze hadden zelfs wat anders gedaan. Er was een officier, die het nodig vond om de Serviërs heer en meester van het kamp te maken en dus kwamen in de namiddag de Serviërs te voorschijn (elk gewapend met een geweer) en gooiden onze zo juist georganiseerde diensten eenvoudig uit de barakken. Ja, daar stonden we nu. Ik had het geluk of de pech, wie zal het zeggen, dat ik mijn dienst nog handhaven moest totdat vanavond weer een conferentie belegd is met de commandant, waarin nu uitgemaakt moet worden wie nu de leiding van het kamp zal krijgen. Intussen zit ik hier nu en moet zorgen dat mijn paarden te eten krijgen en de dagelijkse expeditie van levensmiddelen doorgang vindt. En voor vandaag eindig ik hier mee. Nog vele conferenties wachten me vanavond en uw arme kroniekschrijver is moe.


wo jan 12, 2005 11:18 pm
Harro
Bericht 
Wittenberg, dinsdag 22 mei 1945

Wat zegt u? Wittenberg? Ja, maar laat ik u verhalen vanaf zondagavond. Ik heb altijd gehoord, dat Amerika het land der onbegrensde mogelijkheden is, maar ik heb anders ervaren. Ik schreef al, dat mijn bedrijf doorgang vond. Werk had ik ook al direct. Melk moest er voor het kamp gehaald worden, hout en kolen voor de keuken en paardevoer. Melk en hout kon er zonder meer gehaald worden, voor kolen moest ik nieuwe adressen krijgen. Maar in ieder geval had ik een bedrijf en niet alleen op papier, maar zo als u ziet werkte het ook. Het was 10 uur zondagavond en had ik juist mijn stalwacht gecontroleerd en dacht er aan om eens lekker vroeg naar bed te gaan, toen onze verbindingsman, de heer van der Wüsten, de barak in kwam met de mededeling, dat .... we morgen vertrekken zouden. Met Russische auto's zouden we naar een punt gebracht worden, waar Amerikanen zouden staan met een aantal ex-Russische krijgsgevangenen, waartegen wij uitgeleverd zouden worden. Dat was een feest!!! Maar voor de staf (ahum) was er nog veel te doen. Transportlijsten moesten er samengesteld worden. 25 man per auto en om 8 uur moest iedereen gereed staan om in te stappen. En nu stond onze kok voor de vraag, wat of er met zijn intussen gehamsterde voorraden moest gebeuren. Het enige was het personeel op te trommelen en nog wat koken voor 900 man. En weldra lagen er een paar mud erwten en bonen in de ketels en om half vijf in de ochtend was het eten afhalen. Maar ook dit moest weer op speciale manier gaan gezien de soep niets met soep te maken had. Het was snert geworden, die men werkelijk snijden moest en die melkemmers, die wij voor het eten halen gebruiken, zijn te smal van tuit om daar soep in te gieten. En zo stond uw veel geplaagde kroniekschrijver voor de aangename taak om 900 man achter elkaar in ploegen van 20 man eten te laten halen. Gelukkig waren er enkele ploegen bij met een grote emmer, zodat het hele programma in 3 kwartier gebeurd was. Ik behoef er niet bij te zeggen, dat er van slapen die nacht niet veel is gekomen. Nadat de werkzaamheden achter de rug waren was het koffers pakken. 25 kilo bagage mochten wij meenemen, maar "ik" zou "ik" niet zijn, als ik minstens niet zou proberen om het rampzalig overschot van mijn losbandig leven mee te nemen. En tot nog toe heb ik op een paar kleinigheden na alles bij me. Maar ik sta er nog niet mee in Mokum op het station. In ieder geval stond iedereen om 8 uur gepakt en gezakt. Tegen half negen kwamen er een paar Russische meisjes, die aan de hand van de door hun samengestelde lijst moesten controleren, of iedereen aanwezig was. De tolk moest de namen afroepen en als je naam afgeroepen werd "ja" zeggen. En dan kreeg je een kruisje achter je naam. Ik heb 4 of 5 keer "ja" gezegd en tegen dat er 500 namen afgeroepen waren stonden er nog hoogstens 100 man om het tafeltje heen en gingen de barakleiders naar binnen om nog een paar honderd man op te trommelen als figuranten. Intussen bleek, dat ook de Belgen en Noren vandaag weg gingen, zodat er een drukte van belang was in het lager. Al met al was het half twee geworden voordat de laatste wagen vertrok. Het was echt Russisch. Van een beetje orde of regel was geen sprake en als er een paar wagens geladen waren reden ze maar vast weg. De route was hun blijkbaar ook niet bekend en zo kon het gebeuren, dat wij die in de laatste wagen zaten en alleen weg reden een paar keer verdwaalden en toch nog als eerste een half uur eerder op het afgesproken punt aankwamen. 15 km voorbij Wittenberg, dat ondanks alle beweringen toch door de Russen bezet bleek te zin, over de Elbe, de rivier die voor velen zo langzamerhand een hallucinatie was geworden, er over waren we nog niet. Alles wat over die pontonbrug kwam, geen Amerikaanse auto's met Russen. Later werd verteld, dat ze in de voormiddag al een paar uur op ons gewacht hadden en daar we niet kwamen opdagen weer weggegaan waren. Kunt u zich voorstellen hoe onze stemming was toen de transportleider besloot om met het hele zootje weer terug te gaan. Weer in Wittenberg aangekomen waren we ook nog een goed uur kwijt voordat er een kwartier voor ons gevonden was, en daar zitten we nu.... Hoe we er uitzagen laat zich nauwelijks beschrijven. De hele dag had er een straffe wind gestaan. Aan stuiven geen gebrek en zo langzamerhand wisten we ook weer, wat vermoeidheid betekent. Maar in ieder geval zijn we weer een stukje dichter bij het begeerde doel. Weer rest ons alleen... afwachten.... Geduld is zulk een schone zaak...

Woensdag 23 mei 1945

Het was vandaag een heerlijke dag! Nog nooit heb ik zo'n gezellige janboel meegemaakt als vandaag. Ik wil u er van vertellen, maar dan moet ik eerst nog even ons organisatiesysteem uiteenzetten. We hadden dan als laatste distributieschakel onze voormannen, die elk een ploeg hadden van 20 man. Dan hadden we barakken van 200 man, waarover een menagemeester was aangesteld. Nu waren de moeilijkheden al begonnen in Luckenwalde, omdat we nu z.g. transportgroepen moesten aanstellen van 25 man. Nu hadden we dus al de prettige taak om in de nacht van zondag op maandag dat karweitje op te knappen en op papier klopte dat dan ook prachtig, maar de praktijk was anders. Wel werden de groepen volgens de lijst opgesteld maar we zouden geen echte Hollanders zijn als we niet toch onze eigen zin deden en onze vriendjes opzochten om bij hen op de auto te kruipen. Dan kwamen we in de nacht in dit kazerne-complex aan, waar we de beschikking kregen over een hele kazerne en waar ieder een slaapplaats zocht zonder zich er om te bekommeren of hij bij zijn ploeg lag of niet. Dat alles was niet zo erg, maar de moeilijkheden begonnen al bij de eerste brooduitdeling. Van de 6 menagemeesters waren er 5 die het brood uitdeelden volgens de nieuwe groepen-indeling. We stonden op het standpunt, dat ieder zich aan de eenmaal verstrekte gegevens moest houden. Maar de zesde menagemeester was zo gochem om nog aan het oude barakkensysteem vast te houden. Maar nu lag het hele geval in het honderd en het gevolg was, dat verschillende mensen geen brood kregen en anderen hadden weer te veel gehad. Niet dat ze daar geen weg mee wisten, daarvan niet, maar het was hier niet zo als in Luckenwalde, waar we over een tamelijk grote reserve beschikten. Nog was dat niet zo heel erg, want per slot van zake zijn we niet ondervoed. Nu zouden we vanmorgen appél houden, waarbij ieder nog eens zien kon in welke groep hij ingedeeld was en in de toekomst zijn eten kon bekomen. Maar het kwam anders. Toen een Russische officier zag, dat er zo vroeg in de morgen zo'n stelletje flinke jonge Hollanders in de ochtendkou stonden te verkleumen, was zijn eerste werk om een dikke 100 man het terrein op te sturen om de kazernes te laten schoonmaken en de rest naar binnen te zenden om de kamers te laten reinigen. Daar stonden we nu met ons appél. Zo scharrelden we een beetje door totdat er opeens bericht kwam uit de keuken: eten halen! Ieder moest zich met een schaaltje melden aan de keuken. Na kort overleg besloten we om volgens het oude baraksysteem te laten aantreden en zo groepsgewijze naar de keuken te gaan. Een kleine honderd man had ik al bij elkaar getrommeld en ging ik nog even het gebouw in om de rest bij elkaar te trommelen. Teruggekomen had de kok het nodig gevonden om mijn mensen maar vast mee te nemen en daar stond ik nu. Voor mij bleef er niets anders over om ook maar een pannetje op te zoeken en eten te gaan halen. Dan was er ook nog af gekomen (ik zou het belangrijkste haast vergeten) dat we ons allen bij de dokter moesten laten onderzoeken op luizen en geslachtsziekten, zodat geregeld ongeveer 50 man in behandeling waren, die dus weer niet op tijd hun eten konden afhalen. Dan was er nog de aangename mededeling, dat we in plaats van 500 gram brood slechts 200 gram kregen en een halve liter soep. In de avonduren konden we gelukkig nog een halve liter halen en werd ons ook nog een portie brood toegewezen. Inmiddels waren er weer nieuwe groepslijsten samengesteld en deze zijn nu uitgereikt en aan de hand daarvan wordt er nu het brood en andere lekkernijen uitgedeeld. En nu moet ieder maar uitzoeken waar hij thuis hoort. Maar toch is de stemming niet zo erg slecht als u wel zou vermoeden, want het doktersonderzoek wijst er eigenlijk op, dat we hier niet te lang meer blijven. In ieder geval, we zullen het hopen....

Ddonderdag 24 mei 1945

Het is nog vroeg, even 10 uur. Veel bijzonders is er vandaag nog niet voorgevallen, maar nu heb ik even tijd om de gebeurtenissen van de laatste tijd nog eens na te gaan. En als eerste wil ik dan nog even babbelen over onze cabaretavond in Luckenwalde. Het was werkelijk verrassend wat er gebracht werd. Verschillende amateurs bevonden zich onder ons en zij hadden een heel aardig programma samengesteld in de vorm van een "non-stop revue" Zo was er een zangduo met gitaarbegeleiding, een trio van dat soort mondharmonika-virtuozen, een Amsterdamse humorist en een zangkoortje was er in elkaar gezet door een beroepszanger. Ook hadden we de medewerking van een paar beroepsmusici, waarover ik natuurlijk geen kritiek mag uitoefenen. Kritiek is eigenlijk helemaal niet op zijn plaats, want ieder heeft zijn best gedaan en niet in de laatste plaats het publiek, dat in een tropische hitte de voorstelling bij moest wonen. En het stemde ons tot voldoening dat de uitgenodigde gasten, officieren van Amerikaanse, Engelse, Noorse en andere nationaliteit, en niet vergeten de Hollandse officieren in Engelse dienst, allen zeer tevreden waren en er paf van stonden, dat we dat in die paar dagen, dat we in het kamp waren, tot stand gebracht hadden. Vooral die Hollandse officieren hebben zich kostelijk geamuseerd. En dan moeten we blij zijn, dat we ons direct in een lager hebben laten stoppen, want nu blijkt dat we bij één van de eersten zullen zijn die onze nachtmerrie, "de Elbe", zullen oversteken. En niet in de laatste plaats aan dit apparaat waarmee ik deze historische verhalen opteken. Hier werd ons ook direct gevraagd naar een lijst van het aantal personen en de nieuwe transportlijsten moesten opgesteld worden. Gelukkig voor mij waren er genoeg schrijfmachine-artisten aanwezig, anders waren we hier nog niet vandaan, als al dat werk op mijn tere schouders terecht gekomen was. Even een kleine onderbreking: zo even is er omgeroepen, dat het gebouw en het terrein er om heen schoon gemaakt moet worden voor de aanstaande nieuwe bewoners.... De mogelijkheid bestaat, dat we vanmiddag of morgen vroeg weer vertrekken... Het resultaat van onze organisatie! En we hebben ze gezien op onze tocht van Luckenwalde naar Wittenberg, Belgen, Fransen, Hollanders en andere nationaliteiten, voort sjokkende achter of voor hun wagens, waar ze hun bagage opgepakt hadden net zo als wij van Berlijn vertrokken waren. Maar ze moeten toch begrijpen, dat die transporten toch van overheidswege geregeld moeten worden. Hier zijn gisteren ook 1500 Fransen aangekomen, die geheel op eigen houtje een colonne gevormd hadden en op deze wijze naar huis probeerden te komen. Maar dat gaat niet! Ze moeten weer terug en ik meen, naar Luckenwalde waar ze eerst door de Russische overheid geregistreerd moeten worden. En dan de moeilijkheid van voedselvoorziening. Het is niet meer zo als vlak na de bezetting, dat het "organiseren" nog op eigen houtje gebeurde. Nu wordt alles gedistribueerd, zodat, al hebben we het niet slecht van eten. het spek en dergelijke lekkernijen ontbreken. En hier voor mij, op het grote exercitieterrein stellen ze hun colonne weer op en dan maar weer verder. Wij rekenen er in ieder geval op, dat we per auto verder gaan.... Eerstens komen ze 's morgens om 7 uur iedereen uit zijn bed trommelen en dan zijn ze erg op reinheid gesteld en worden we geregeld opgeroepen om de terreinen schoon te maken en dan hebben we gezien, dat ze b.v. er erg achter heen zitten, dat iedereen door de dokter onderzocht wordt. Wel gebeurt dat ook met Franse slag maar zij die werkelijk ziek waren werden direct naar het hospitaal gebracht. Ook komen ze de kamer inspecteren en er werd order gegeven dat iedereen morgen de kamer met een emmer water aan moet dweilen. Maar discipline is iets waar ze zich ogenschijnlijk niet mee ophouden. Salueren voor een hogere heb ik nog niet gezien en als het gebeurde had het meer weg van een vluchtige groet. Ik heb het gezien onderweg, in een dorp, alwaar een grote boerderij ingericht was als kazerne. Maar de schildwacht stond niet voor de poort maar lag in het gras! Een personenwagen kwam aangereden en wilde de boerderij oprijden. Hij richtte zich half op en toen hij zag dat er Russen in zaten bleef hij maar liggen.... Maar met hun wapens springen ze mij een beetje te gemakkelijk om. Dat malle pistool gebruiken ze net als een stukje speelgoed. Op onze tocht van Luckenwalde naar Wittenberg hadden we onderweg wat oponthoud en in die tijd vermaakten de heren chauffeurs zich met scherpschieten op een hoopje zand. Een ander ging met zijn geweer een haas achterna in het veld. En dan fietsen! De meesten zijn de kunst niet machtig en oefenen zich ieder ogenblik dat ze vrij hebben. En zij die de kunst onder de knie hebben racen als een gek over een terrein steeds maar in de rondte...

Wittenberg 25 mei 1945

De stemming dreigt beneden het nulpunt te komen. Het enige nieuws dat ons vandaag bereikte kwam uit de keuken. Het was de laatste maal dat er voor ons gekookt was. Vandaag zouden we vertrekken. Maar het is inmiddels3 uur maar een officiële mededeling is er niet. Afwachten is de boodschap. Laat ik intussen weer eens een beetje over me zelf babbelen. Ik was sinds een paar dagen van mijn ambten ontslagen door de nieuwe gang van zaken. Het eten wordt hier door de Russische keuken verzorgd en het brood wordt direct door het keukenpersoneel, die de voorraad beheren, aan de voormannen uitgegeven, zodat ik nu me zelf voel als "minister zonder portefeuille"! Wel ben ik benoemd tot "wagenleider" van de twee laatste wagens, zijnde de "stafwagen" en de wagen, waar het z.g. overschot op komt, maar zo lang er geen wagens zijn, heb ik ook niets te "leiden". Ik hou me bezig met het tikken van verschillende orders, door de Russen uitgevaardigd en het voornaamste nieuws dat we per radio opvangen. En dan schrijf ik af en toe een "bemoedigingspil", want steeds daalt de stemming. Gister vond was er weer een dansavond gerganiseerd, die echter in de war gestuurd werd door de Fransen, die langzaam maar zeker een slechte naam krijgen bij ons. En voor de rest is het maar afwachten. Alle formaliteiten zijn vervuld en het wachten is op het sein "instappen".

Zondag, 27 mei 1945

Zo langzamerhand dreigt mijn dagboek ongezellig te worden, zelfs voor die moedige lieden, die de lust hebben gehad en het uithoudingsvermogen om tot hier toe te komen. We zitten nog steeds in Wittenbberg en de hoofdzakelijkste bezigheid is: eten halen! Gisteravond hadden we weer een dansavond georganiseerd, die bijna in een vechtpartij uitliep. Weer waren het de Fransen, die probeerden toegang te krijgen in het toch al overvolle zaaltje. Het liep gelukkig met een sisser af, maar de stemming was weg. En weer is ons gezegd, dat we morgen misschien weggaan.

Dinsdag, 29 mei 1945

Gisteren was het zo ongezellig hier, dat ik geen lust had om de sfeer weer te geven in deze annalen, maar vandaag hebben we weer iets nieuws. Nee, we zijn nog niet weg. Het gerucht gaat, dat de Amerikanen nog niet klaar zijn om ons te ontvangen. Onze verwachtingen zijn hoog gespannen nu we weten, dat er zo veel drukte gemaakt wordt om ons te ontvangen. Zijn ze bezig om guirlandes op te hangen en erepoorten op te richten? Wat mij betreft kunnen we ook wel zonder die feestartikelen naar huis. Maar nu het nieuwigheidje hier in het kamp. Ik had al eerder het plan geopperd voor een soort krantje. Interesse was er ook wel maar de middelen ontbraken. Laat er nu vandaag een stuk stencilmachine gevonden worden! Direct werd ik van die vondst op de hoogte gesteld en meteen toog ik, nee niet aan het werk maar op zoek naar medewerkers, die in de eerste plaats verstand hadden van zo'n stencilmachine. En ik vond een betrouwbare kracht in mijn zwager. Direct werden er een paar mannetjes bij elkaar getrommeld, die de kelder, waar dat ding uitgekomen was, door gingen snuffelen om de ontbrekende delen op te zoeken. Dat was niet zo eenvoudig, want door de hele kelder lag een laag oud papier van minstens een meter hoogte. Maar buiten verwachting zijn ze er toch in geslaagd om de voornaamste delen op te scharrelen, zodat het apparaat draaien kon. Het enige wat nu nog mankeert is inkt. Gelukkig was het ding nog zo vet, dat we een drukproef konden maken, die geslaagd mag heten. Nu moet ik morgen zien, dat ik vergunning krijg om het kamp uit te gaan en dan in Wittenberg op zoek te gaan naar stencilinkt. En als ik dat gevonden heb, dan heb ik weer "kapsies" en zit ik achter mijn schrijfbureau, terwijl er op de deur van mijn kantoor, dat ik intussen al weer ingericht heb, een schild prijkt: Redactie van het dagblad "Op weg naar huis". Of die grap ook zo afloopt als mijn transportonderneming in Luckenwalde? Afwachten....


wo jan 12, 2005 11:19 pm
Harro
Bericht 
Woensdag, 30 mei 1945

Mensenlief, ik heb wat op mijn hals gehaald. Wie ben ik? Hoofdredacteur van het dagblad "Op weg naar huis" Nadat ik vanmorgen eerst gelopen heb van het kastje naar de muur om de zo zeer begeerde stencilinkt op de kop te tikken (5), ben ik aan het werk getogen om de eerste krant nog vanavond te laten verschijnen. Wat voor hoofdbrekens dat nog kost om 2 velletjes papier aan 1 kant vol te drukken kan een leek op geen stukken na begrijpen. Stof is er genoeg, daar niet van, maar de technische moeilijkheden. Eerst moest er een proef genomen worden met de tekening van de kop van het blad. Zo iets kost natuurlijk tijd. Gelukkig hebben we materiaal genoeg, zodat we niet op een stenciltje of een blaadje papier hoeven te kijken. Gelukkig hebben we ook krachten genoeg, die hun sporen op dat gebied reeds verdiend hebben, maar ja, na een paar jaar werken in Duitsland raak je de routine op dat gebied een beetje kwijt en worden er natuurlijk fouten gemaakt. In ieder geval, de krant verscheen vanavond op tijd en de plannen voor morgen zijn 4 pagina's!....

31 mei 1945

Vier pagina's groot was vandaag mijn krant. En ingezonden stukken, meneertje, voor een hoofdredacteur van mijn formaat om van te watertanden. En een gewichtig persoontje dat ik geworden ben! Niet te geloven. Alles komt naar de redactie. Kunt u niet een artikeltje schrijven dat de jongens niet zo vloeken? Het eten is vandaag zo zout en aangebrand. Krijgen we geen tabak? Waarom geen zeep?

Zaterdag, 2 juni 1945

Wat men al niet meemaken kan in deze tijd! Niet alleen dat ik me gewichtig voel, nee, ik ben ook een gewichtig persoon! Vandaag is het 4e nummer van mijn krant uitgekomen, maar de eerste 3 uitgaven hebben me al zo veel werk bezorgd, dat ik nauwelijks tijd had om te eten. Natuurlijk is het allemaal een nieuwigheidje. De behoefte aan een p....paaltje bleek wel degelijk te bestaan. Naast veel zouteloos geklets kwamen er veel brieven, waarvan de inhoud werkelijk niet gek was en enkele grieven heb ik dan ook uit de wereld kunnen helpen. Er was werkelijk gebrek aan een soort klachten en inlichtingenbureau. Niet dat onze positie direct zo veel verbeterd is, maar op vele vragen krijgen de mensen nu eindelijk een definitief antwoord, het zij positief of negatief. Maar er is wat afwisseling, waarin ik geholpen wordt door een voetbalwedstrijd, die juist aan de gang is. Er is wel meer gevoetbald, maar nu is er een soort officiële Holland-België wedstrijd aan de gang. De spelers hadden zich eerst in mijn bureau verzameld, waar ze toegesproken werden door onze sportleider. Dan marcheerden ze achter elkaar het veld op en de beide volksliederen werden gespeeld, lauwerkransen overhandigd enz. Onnodig te zeggen, dat de redactie van "Op weg naar huis" hedenmorgen uitkwam met een exemplaar, getiteld "extra editie", waarin in de Franse en de Hollandse taal de voetbalwedstrijd aangekondigd werd. Dat de Hollandse kolonie hiermee een goede beurt maakte, mag ik u wel verraden. Uw arme kroniekschrijvertje kon een pluimpje in zijn zak steken en werd uitgenodigd om op de eretribune plaats te nemen. Helaas moest ik bedanken wegens overdrukke werkzaamheden... De wedstrijd wordt gespeeld vlak voor mijn raam, maar deze regelen zijn voor mij belangrijker. Het is een gefluit en gejoel af en toe waar je naar van wordt, enfin, u kent dat. Laat ik niet vergeten te vermelden, dat ik gisteren al genoodzaakt was om mijn bureau te verplaatsen wegens plaatsgebrek. Ik heb nu een grote kamer aan de voorkant van het gebouw en troon ik nu achter een groot bureau, dat ik in de hoek gezet heb, zodat ik als een echte directeur in de hoek van de kamer prijk.

Ruski

Inmiddels is Meyerink er in geslaagd om weer een cabaretprogramma in elkaar te draaien. We zijn gewoon ingeburgerd en het lijkt wel of we hier voorlopig niet vandaan willen. Cabaretprogramma's, en dagbladen zijn tenminste geen verschijnselen in kampen, waar men hoogstens een paar dagen denkt te verblijven. Een gezellig avondje wordt gauw genoeg in elkaar gedraaid, maar hier gingen 4 dagen repetitie aan vooraf, een officieel programma en toegangsbewijzen. Heel officieel was de Russische commandant uitgenodigd en enkele officieren van de Franse en de verbindingsmannen van de Belgen. De Russische commandant, en velen van u brandt de vraag reeds op de lippen, wat was dat nu voor iemand? Ik heb een paar maal met hem te maken gehad en hij maakte op mij geen slechte indruk. Ik denk, dat hij van boeren afkomst is, ongeveer 50 jaar oud, zodat hij ook de tsarentijd gekend heeft. Hij is op en top een Rus en tegen ons niet onvriendelijk, maar hij kent weinig plichtplegingen en omgangsvormen. Wanneer ik hem 's middags bezocht dan hing hij meestal heerlijk lui achterover op zijn stoel en zijn belaarsde voeten op zijn bureau uitgestrekt. Dat was het enige, dat er op zijn schrijfbureau te zien was. De onderwerpen, waarover ik spreken wou, daarvoor moest ik altijd maar weer eens terugkomen. Maar laat ik nu mijn impressie aan u voorleggen, zo als deze was na de feestavond. Hij was groot, dik en breed, zijn hoofd was kaal, maar dat is de gewoonte in het grote Russische leger. Hij was glad geschoren en dat was, omdat het geen gewoonte meer was baard en knevel te laten groeien. Maar dat misstond hem. Hij was nog van de oude stempel, maar ingezet in het grote moderne leger, waar baard en knevel geen opgeld meer doen. En hij had zich aangepast. Hij had het gebracht tot kapitein en als zodanig was hem de leiding toevertrouwd van het kamp, waarin wij ons transport naar huis moesten afwachten. Ja, hij was officier, maar hij had er altijd voor gezorgd, dat hij een lauw baantje had. Hij voelde niets meer voor het rumoer aan het front. Daarvan had hij al genoeg beleefd in de vorige wereldoorlog en was met zijn baantje als officier in het bezette gebied best tevreden. En helemaal in het kamp, waar buitenlandse arbeiders waren. Voor orde en rust zorgen die lui zelf en de hoofdzaak is, dat zijn collega's in de nabije stad er voor zorgen dat hij voldoende voedsel heeft voor die mensen. En voor de rest heeft hij zijn personeel. Hij heeft een secretaresse, die goed Duits spreekt, en dus zijn rechterhand is. Verder heeft hij nog en paar onderofficieren, die de wacht verzorgen. En zo heeft hij zich dus nergens mee te bemoeien dan alleen met het welzijn van de hem toevertrouwde repatriërenden. En dat brengt nog wel eens moeilijkheden mee. Die hebben nu altijd wat anders. En altijd klagen over het eten. Nu ja, het kon beter, dat is zo. Maar over een paar weken zijn ze toch thuis en dan hebben ze toch weer volop. Dus moeten ze zich maar weer met wat minder getroosten.

En nu hebben we weer wat anders! Waartoe die lui al niet in staat zijn. Hebben ze waarachtig een complete revue in elkaar gedraaid. En het ergste is, dat ze me uitgenodigd hebben om de voorstelling bij te wonen. Wat moet ik daar doen bij die poppenkasterij. Maar ja, wat heeft Stalin ook weer gezegd? O, ja, vrede bewaren en zorgen, dat al die Westeuropeanen een goede indruk van ons krijgen. Nu, een goede indruk hebben ze van ons wel gekregen. Hebben we ze niet het zelfde plunderrecht gegeven als wij genomen hebben. Hebben we ze niet laten zien hoe je met dat gehate Duitse gebroed om moet gaan?, En wat ik toch voor ze kan doen doe ik toch? Nu ja, die vervelende kwestie van die radiotoestellen kwam toch niet van mij af. Dat was Nicolai, die gehoord had, dat we hun radiotoestellen mochten afnemen! Ik had al een toestel, dus van mij konden ze het houden. Maar Nicolai is altijd zo, die wil al dat soort dingen hebben. Ik ben benieuwd of hij veel fototoestellen te pakken krijgt! Schrijfmachines mogen ze ook niet hebben volgens de bepalingen. Maar waarom zou ik die dingen in beslag nemen. Ik heb er maar oppassen aan en kan die dingen toch niet gebruiken. Maar over die radio's laten ze me niet met rust. Och, eentje kunnen ze eigenlijk wel terug krijgen, dan kunnen ze ook eens wat nieuws uit hun vaderland horen. Ik zal Nicolai zeggen, dat hij er eentje terug moet geven, aangenomen, dat Nicolai ze niet reeds versjaggerd heeft. Maar nu moet ik vanavond naar die voorstelling. En natuurlijk verwachten ze ook dat ik ze toespreek. In plaats van nu vanmiddag rustig te kunnen slapen moet ik bedenken wat ik zeggen moet. En natuurlijk moet ik mijn beste uniform aantrekken. Wat kunnen die lui toch een last veroorzaken, maar Stalin heeft gezegd: maak een goede indruk, dus...
En zo verscheen hij op het toneel. Pontificaal uitgedost en zijn hoofd en baard waren nog eens extra geschoren. Hij heette ons welkom, twee tolken stonden naast hem. Zin voor zin werd vertaald, eerst in het Hollands en dan in het Frans voor de Franse gasten. Hij was de enig juiste vertolking van de Russische macht. In zijn volle breedte met opgeheven hoofd beende hij tijdens zijn rede over het toneel en vertelde ons, dat het de Rode Armee geweest was, die Europa bevrijd had van de Nat.Soc. knoet. Dat het de Rode Armee zou zijn, die met samenwerking van Engeland en Amerika weer welvaart zou brengen in Europa. Dat de Rode Armee er voor zou zorgen, dat de nog levende volgelingen van Hitler hun gerechte straf nziet zouden mislopen, dat de Rode Armee het sterkste leger ter wereld was en dat de wereld het aan de Rode Armee te danken had, dat zij zo gauw verlost was van Hitler en zijn bende en dat de Rode Armee zou waken voor de vrede in Europa. En verder wenste hij ons ook een gezellige avond. En in de overtuiging dat hij er volledig in geslaagd was ons tot enthousiaste propagandisten van Rusland gemaakt te hebben verliet hij het toneel.

De avond verliep gezellig en na afloop was er nog bal na. Staande tussen de toeschouwers deed ik weer een nieuwe indruk op. Het was stampvol in de danszaal. Met moeite konden de paren zich bewegen onder de tonen van de muziek, die aangevoerd werd door een schorre trompet en rond de draaiende paren verdrongen zich de toeschouwers.

En dicht bij de muziek had hij een plaatsje gevonden, het soldaatje. Hoe oud was hij? Ik denk hoogstens 16 jaar. Het was een tenger kereltje en zijn slordige uniform deed een beetje komisch aan. Aan zijn riem hing, veel te groot voor zijn postuur, een bajonet. Wat ging er om in dat kinderhoofdje? Ik weet het niet. Waar haalde hij eigenlijk de moed vandaan om zich zo maar onder die vreemde mensen te begeven? Ze draaiden zo gek rond met een vrouw op die voor hem onbegrijpelijke, onsamenhangende muziek! Maar hij behoefde zich niet verlegen te voelen. Hij was toch soldaat, een onderdeel van die grote Russische armee. Ook zijn grote broers, waarschijnlijk uit de grote steden van het grote Russische rijk, waren hier en draaiden net zo rond als die andere vreemde mensen uit die vreemde wereld waarin hij terecht gekomen was door de overwinning van zijn armee. Hij had het recht om hier te zijn en in zijn verlegenheid zocht hij steun bij het bewijs van zijn autoriteit en speelde zo'n beetje met zijn bajonet, een trofee, op de vijand veroverd. Maar zo heel vreemd was muziek nu ook weer niet voor hem, want in een rust tussen 2 dansen door riep hij met een hoog stemmetje: "MUSIKA, MUSIKA, ein Walz! Maar musika hoorde hem niet en had al weer een andere opdracht en met een weemoedige blik in zijn kinderlijke ogen staarde hij in voor mij onbegrijpelijke verten. Waarvan droomde hij! Over de tijd dat hij nog bij zijn vader en moeder was, ergens diep in het achterland van het onmetelijk grote rijk, waarvan hij nu ook een steunpilaar was? Of aan de tijd, dat hij ook groot en flink zou zijn zo als zijn grote broers? Of liet hij zijn gedachten gaan over die voor zijn begrip schaamteloze vrouwen en meisjes met hun korte rokken en dunne kousen en blote armen? Wellustige gedachten? Och nee, daarvoor was hij nog te veel kind. Het dansen werd gestaakt en een zanger zong, heen en weer lopend op de dansvloer en met ogen vol ontzag volgde hij die voordracht. Dat iemand zo iets kon! Oh ja, radio en grammofoon had hij vaak genoeg gehoord, maar om nu iemand zo in levende lijve te horen zingen was hem nog niet overkomen. Hij begreep niet wat die man zong, maar in ieder geval, die man zong en bij het einde klapte hij enthousiast in zijn handjes. En even later was het een dame, die op een viool speelde en die muziek scheen hij beter te begrijpen. Het was in ieder geval iets poezta-achtigs en met grote schitterogen wiegde hij mee op een maat, die ik zelf niet ontdekken kon. En het scheen wel of hij daardoor meer moed gekregen had, want even later bij een dans had hij ook een meisje genomen en hoste daarmee rond. Genomen had hij haar! Dat kon hij doen. Hij was toch een soldaat van die grote armee en hij wist toch, zijn grote broers hadden al zo vaak een vreemde vrouw genomen...

Naar Dessau: Wittenberg, 7 juni 1945

Nu zitten we alweer twee en een halve week hier in Wittenberg. En als we uit het raam kijken dan zien we regelmatig over een weg die schuin voor de kazerne ligt, hele colonnes vrachtwagens gaan. Ik ben zo bevoorrecht dat ik in de ochtenduren naar de stad ga, zodat ik er nog eens uit kom. En dan heb ik volop werk met mijn krant. Gelukkig ben ik in het bezit van een medewerker die al heel wat gepresteerd heeft op dat gebied, zodat ik het technische gedeelte geheel aan hem over kan laten. (6) Maar ondanks dat blijft er nog genoeg werk over. Eerst moet ik zorgen dat ik alle dagen een artikeltje in elkaar draaien kan dat waard is om op de voorpagina te plaatsen. Dan moet ik de binnen gekomen brieven lezen, eventueel beantwoorden. Gelukkig is de brievenstroom een beetje verminderd, maar dan zijn er weer de artikelen van de medewerkers, die ik censureren moet. Dan de werkzaamheden indelen, zodat we op tijd de krant klaar hebben. En dat wil nog wel eens spannen. Dan verbruik ik per dag ongeveer 800 vellen papier en ik heb hoogstens nog voor een dag of vijf, dus moet ik weer "organiseren". Och, als we straks weer verder gaan, dan is de krant vergeten. Belangrijker problemen vragen dan weer de aandacht. En de "hoogachting" die sommigen nu voor mij hebben is dan weer gauw verdwenen. Nu ben ik een stem, die invloed heeft op de openbare mening. Mijn oordeel wordt gevraagd en bij een dispuut over een onderwerp, dat ik toevallig al eens behandeld heb hoor ik dan: "maar zo heeft het in de krant gestaan!"


wo jan 12, 2005 11:21 pm
Geef de vorige berichten weer:  Sorteer op  
Forum gesloten Dit onderwerp is gesloten, je kunt geen berichten wijzigen of nieuwe antwoorden plaatsen  [ 50 berichten ]  Ga naar pagina Vorige  1, 2, 3, 4  Volgende


Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 19 gasten


Je mag geen nieuwe onderwerpen in dit forum plaatsen
Je mag niet antwoorden op een onderwerp in dit forum
Je mag je berichten in dit forum niet wijzigen
Je mag je berichten niet uit dit forum verwijderen

Zoek naar:
Ga naar:  
Alle rechten voorbehouden © STIWOT 2000-2012. Privacyverklaring, cookies en disclaimer.

Powered by phpBB © phpBB Group