Het is nu do maart 28, 2024 11:23 pm




Forum gesloten Dit onderwerp is gesloten, je kunt geen berichten wijzigen of nieuwe antwoorden plaatsen  [ 3 berichten ] 
Cap Arcona 
Auteur Bericht
Eisbein
Bericht Cap Arcona
EN DE KAÏNS SCHOTEN DE ABELS DOOD!

CAP ARCONA *** NEUSTÄDTER BUCHT 3 MEI 1945 *** THIELBEK
ATHENE *** *** DEUTSCHLAND

Voorwoord.

Deze scheepsnamen, die datum en de plaats des onheil, liggen na ruim 50 jaar nog altijd bij zeer velen vers in het geheugen. Het meest frustrerend is het feit dat dit kon gebeuren zo kort voor het einde van de oorlog en ook nog door 'eigen mensen'.
Weliswaar niet met opzet en doordacht, maar als doelwit overkomt het je toch.
Het onderwerp op zich, hoe verschrikkelijk en bizar ook, is menselijk gezien maar een van de voorvallen in het weinig bekende, maar onvoorstelbare, inferno dat zich voltrok op en bij de Oostzee.
De teneur van deze samenstelling is, dat vooral burgers, zowel uw vrienden als uw vijanden, doorgaans altijd onschuldig en onvoorbereid het slachtoffer worden van de neutrale 'Man met de Zeis'.
De gebeurtenissen en de specifieke oorlogsontwikkelingen die enige maanden voor deze fatale datum hadden plaatsgevonden waren een toevallige aanleiding voor het ontstaan van een 'drijvend concentratiekamp'.
Omdat in de loop der jaren feiten en oorzaken door falend geheugen en interpretatie, vertekend worden weergegeven en de historische toedracht geweld wordt aangedaan, deze samenstelling.
Sommige uitdrukkingen zijn niet vertaald in een redelijk Nederlands equivalent omdat deze bij u reeds lang bekend zijn, andere niet vaak gebezigde uitdrukkingen en begrippen wel.

Inleiding.

In de grauwe morgenstond van 13 januari 1945 begint het Sovjet-Russische leger over een frontbreedte van 600 km aan de Operatie Weichsel-Oder.
De Duitse legerleiding had reeds in de zomer van 1944 met deze strategische mogelijkheid rekening gehouden en tussen de rivieren Weichsel en Oder zeven stellingsystemen laten aanleggen met een diepte van 500 km.
Bijzondere aandacht was besteedt aan de Nibelungen-stelling die bij Oderhaff begon en via de rivieren Oder en Neiße over de rand van de Karpaten tot aan de Oostelijke Alpen liep.
De steden Stettin, Schwedt, Küstrin en Frankfurt/Oder worden tot vestingen verklaard en dus ook versterkt.
Deze Nibelungen-stelling is daarom zo belangrijk, omdat het de laatste verdedigingslinie is voor de hoofdstad Berlijn en dus ook voor de rest van Duitsland.
De kracht en verbetenheid van de Russische aanval is zodanig dat een gemiddelde opmars-snelheid van 30 - 35 km/dag wordt gehaald.
Reeds op 30 januari bereikt een verkenningseenheid van het 5e Leger het plaatsje Kienitz aan de Oder en dringt 's nachts door over de dichtgevroren Oder naar de westelijke oever.
Hiermee is de Nibelungen-stelling doorbroken en een bruggehoofd gevormd op 80 km vanaf de hoofdstad Berlijn.
Russische legereenheden krijgen nu de opdracht om noordelijk van Berlijn in de richting oost--west op te rukken, daardoor de Duitse troepen af te snijden en tegen de Oostzee kust te drukken.
Het resultaat van deze tactiek is een opeenhoping langs de kust van Duitse militaire eenheden met hun oorlogsmateriaal, zieken en gewonden uit de ziekenhuizen en hospitalen en zeer veel vluchtende en dwangmatig geëvacueerde burgers.
De Duitse autoriteiten onderkennen terdege het grote militaire en economische belang van vooral het weerbare mannelijk deel bij de verdere verdediging van het nog overgebleven deel van het zo dierbare 'Vaterland' tegen de sterk opdringende Russen. Ook na de capitulatie zal elke gezonde man en vrouw dringend nodig zijn voor de opbouw van Duitsland. Op dat tijdstip van de oorlog weet het Duitse opperbevel van de geallieerde afspraken over de verdeling van Duitsland en door wie die bezet zullen worden.
Bij het nemen van beslissingen is bovenal de heilige wil aanwezig om geen enkele 'Reichs- of Volksdeutsche' in de handen van de Russen te laten vallen. Het schrikbeeld van Siberië is nog versterkt door de ophitsende Russische radio propaganda waarin gezegd wordt dat elke Duitse man gedood moet worden en elke Duitse vrouw oorlogsbuit is voor de Russische soldaat.
Zeer essentiële zaken kunnen nog vanaf de nog niet bezette vliegvelden worden uitgevlogen, maar om het grote potentiaal aan mensen uit Russische handen te houden is de enige mogelijkheid een transport over zee.
En hiermee begint voor de Duitse 'Kriegsmarine' een intense en met grote wilskracht uitgevoerde taak die zij naderhand 'de meest eervolle' zullen noemen.

Zee transport.

Reeds in de herfst van 1944 is in tactische coördinatie en samenwerking met de 'Kriegsmarine' een vloot van handelsschepen voor evacuatie doeleinden ingezet.

Het betrof toen de vanaf Leningrad (nu St. Petersburg) tot de Letlandse Oostzeekust terug gedrongen 'Heeresgruppe Nord' (Legergroep Noord). Zonder verbinding met de meer oostelijk opererende 'Heeresgruppe Mitte' waren zij van het achterland afgesneden (Egelstellung) en konden alleen nog via de nu zeer belangrijk geworden Oostzee havens Libau en Windau (beiden in Letland) van het noodzakelijke worden voorzien.
De 'Kriegsmarine' had hierbij de taak om deze havens vrij te houden en te verdedigen.
Voor de evacuatie van burgers uit het achterland en de stad Memel werden door de 9de Sicherungs Division schepen ter beschikking gesteld. Voordat op 28 januari 1945 Memel door het Rode Leger werd bezet, waren door de schepen Angelburg, Heinz Horn, Wolta, Vega, Goya, Nordland, Lech, Messina en de Weilheim minstens 56.000 mensen in veiligheid gebracht.
De evacuaties over zee worden in de eerste maanden van 1945 meer intens nu de burgerbevolking massaal op de vlucht is uit angst voor de goddeloze en meedogenloze 'Russische Beer'.
Met Russische onderzeeboten op de loer, die nagenoeg vrij kunnen opereren tegen de onvoldoend beschermde schepen, wordt de westelijke Oostzee een niet voor te stellen hel.
Bekend is de torpedering door de Russische onderzeeboot S-13, onder commando van kapitein 3e klasse Marinesko, van het grote passagiersschip Wilhelm Gustloff.
Met 6.600 mensen aan boord werd zij op 30 januari 1945 om 21.15 uur door drie torpedo's naar de bodem van de zee gejaagd en verloren circa 5.400 mensen het leven.
Ook het passagiersschip Steuben onderging op 9 februari 1945 een zelfde lot. Met 2.500 gewonden en 2.000 vluchtelingen aan boord werd zij eveneens door de, nog steeds bij de Stolpe-Bank actieve, Russische onderzeeboot S-13 noordelijk van Stolpmünde getorpedeerd.
Hiervan konden slechts circa 300 mensen worden gered.
Op 16 april 1945, om 23.45 uur, werd het motorschip Goya (5230 BRT) met 6.385 gewonden en vluchtelingen aan boord door de Russische onderzeeboot L-3 onder commando van kapitein 2 klasse Konovalow met twee torpedo's naar de bodem op 78 meter diepte gejaagd.
Met een water temperatuur van 5 graden Celsius konden slechts 177 mensen worden gered.
Zeer weinig is bekend over het zee transport van de gevangenen uit het KZ Stutthof.
De laatste gevangenen, uit dit ver in het oosten liggende concentratiekamp, werden op 25 april 1945 geëvacueerd.
Op 29 april werden 4.500 gevangenen ingescheept en in eerste instantie naar de haven Hela op het schiereiland Hela in de Danziger Bucht gebracht.
Van hieruit wordt het transport in drie open aken (de Vaterland, de Wolfgang en de Annemarie) en een schuit (naam onbekend) in westelijke richting gesleept door de sleepboten Bussard en de Adler.
Voor de kust van het eiland Rügen gaan de aak Annemarie en de onbekende schuit verloren.
De rest van de sleep bereikt uiteindelijk op 2 mei 1945 de Neustädter Bucht met nog maar circa 1.000 gevangenen.
De toestand wordt nog ernstiger wanneer de 21ste Britse Legergroep vanuit het zuiden oprukkend in de richting van Lübeck, Wismar en Schwerin en daarmee het noorden van Duitsland met de steden Hamburg, Bremen, Cuxhaven, Kiel en het eveneens door de Duitsers bezette Denemarken van de rest dreigt af te snijden.

Evacuatie besluit voor KZ Neuengamme.

Uit de militaire situatie op 19 april 1945 van dit deel van het front is te concluderen dat de verovering van Duitslands belangrijkste havenstad Hamburg binnen niet al te lange tijd te verwachten is.
Gauleiter (districtsleider) Karl Kaufmann, een man met veel belangrijke functies wilde daarom de stad Hamburg zonder strijd overgeven aan de naderende Britse legereenheden.
Hij begrijpt ten volle dat een ongeschonden en nog functionele haven voor het voortbestaan van Duitsland van het allergrootste belang is.
Karl Kaufmann is nl. ook 'Reichsstatthalter' (rijksstadhouder) van Hamburg, 'Reichsverteidigungskommissar' en ook 'Reichskommissar für die Seeschiffahrt', normaal afgekort als 'ReikoSee'.
Misschien begrijpt hij ook dat bij een eerdere bevrijding van een nog intact zijnde KZ Neuengamme de verontwaardiging en woede hierover, weleens repercussies kan hebben voor de bevolking en bestuurders van de Hanzestad Hamburg.
Op grond van deze voornemens wordt besloten om KZ Neuengamme, dat zuidoostelijk van Hamburg lag, te evacueren. Dit kamp heeft begin april 1945 nog 12.536 mannelijke gevangenen.
In deze laatste fase van de oorlog is de verantwoording over de concentratiekampen direct ondergebracht bij de plaatselijke 'Höheren SS-und Polizeiführern'.
Dit besluit is genomen door Kaltenbrunner de 'Chef des Reichssicherheitshauptamts' in samenspraak met Heinrich Himmler de Reichsführer-SS.
Daarmee droeg Kaltenbrunner dus de verantwoording voor evacuatie en opheffing van deze kampen aan hen over. Zie daarvoor het Nürnberger proces. Kaltenbrunner werd ter dood veroordeeld en opgehangen, terwijl Himmler zijn veroordeling ontliep door zelfmoord.
Het desbetreffende bevel voor KZ Neuengamme wordt gericht aan Graf Bassewitz-Behr, de Höhere SS- und Polizeiführer van Hamburg.
Tijdens een werkbespreking op 19 april op het bureau van de 'ReikoSee' over de noodzakelijkheid van het evacueren en hoe dit te organiseren, weet men niet waarheen men de gevangenen kan brengen.

Vanwege de vele niet vaargerede schepen in de nabije Neustädter Bucht en Lübecker Industriehaven wordt het idee geopperd, en ook aangenomen, om de gevangenen voorlopig op schepen onder te brengen.

KZ Neuengamme.

Ongeveer 20 km zuidoostelijk van de Hamburgse binnenstad begint in 1938 dit kamp als Außenlager (buitenlager) van KZ Sachsenhausen aan zijn gruwelijke geschiedenis. De plannen daartoe waren al in 1935 gemaakt waarbij men een leegstaande 'Ziegelei' (dat is een fabriek voor dakpannen, tegels en stenen) staande aan de Hausdeich nr. 60 te Hamburg-Neuengamme op het oog had.
Deze oude steenfabriek wordt weer in gebruik genomen voor o.a. de uitbouw van dit Außenlager en dient tot 1940 ook als onderkomen voor de gevangenen en bewakers.
In de uitbreiding van het lager wilde de SS een groot 'Klinkerwerk' (dat is een straatstenenfabriek, dus klinkers) beginnen waarvan de productie gebruikt zou worden voor een door Hitler persoonlijk voorgenomen plan om de Elbe-oever van Hamburg opnieuw in te richten. De stad Hamburg nam deel aan de financiering van de nieuwe fabriek met een lening van één miljoen Reichsmark, in die tijd een aanzienlijke som geld.
In tegenstelling tot de moderne fabriek wordt het benodigde materiaal, de klei ook wel pijpaarde genaamd, nog met de hand uit de 'Tongrube', de kleigroeve, gehaald. Dit uitermate zware en slopende werk is, in samenhang met de slechte voeding en de mishandelingen, de oorzaak dat spoedig de eerste slachtoffers vallen. Vooral bij de zwaarste 'Arbeitskommandos', het bevaarbaar maken van de Dove-Elbe en de aanleg van een zijkanaal met haven bij de klinkerfabriek, eist zeer veel levens.
Ook worden in de uitbreiding onderkomens voor nog meer gevangenen gebouwd en voor de nieuw opgerichte eigen SS organisatie, de Deutschen Ausrüstungswerke (DAW), diverse werkplaatsen.
Zoals in de meeste Duitse kampen is in het begin de bezetting een mengeling van politieke tegenstanders (rode driehoek) en beroepsmisdadigers (groene driehoek), waarbij de laatste in de meerderheid zijn. Dit heeft tot gevolg dat de beste baantjes door hen worden bezet en zij ook meedoen met de SS terreur.
Bij het vorderen van de oorlog komen daar nog bij, de asociale (zwarte driehoek), homoseksuelen (roze driehoek), Jehova's getuigen (lila driehoek), zigeuners (bruine driehoek) en Joden (gele driehoek).
De Joodse gevangenen moeten het natuurlijk extra ontgelden.
Toen in het voorjaar van 1940 dit buitenlager sterk werd uitgebreid, veranderde de status van Außenlager in een zelfstandig Stammlager met als KZ-Kommandant de SS-Hauptsturmführer (kapitein) Martin Weiß.
Op dat moment zijn circa 1000 gevangenen in het kamp aanwezig. Constant worden nieuwe gevangenen aangevoerd om de door sterfte open gevallen plaatsen op te vullen.
Vanaf 1942 tot aan het bittere eind in 1945 is SS-Hauptsturmführer Max Pauly met de leiding belast. Door het zelfstandig worden valt het lager nu in directe lijn onder de 'Inspektion der Konzentrationslager'.

Aan het eind van 1943 is de kampbezetting gegroeid tot circa 8.000 gevangenen.
Vanaf 1942/43 verandert het soort werk en de behandeling voor sommige gevangenen ten gunste.
Dit vanwege de vraag naar goede arbeidskrachten voor de stijgende productie in de oorlogsindustrie.
De gevangenen, vooral de vaklieden, zijn nu meer waard en dit is voor de SS financieel veel gunstiger.
Vanaf het begin van deze ontwikkeling vindt de vervaardiging van uitrustingsstukken in het kamp plaats. Bekende bedrijven zoals Messap (Deutsche Meßapparatebau GmbH/Junghans-Konzern), Jastram-Motorenwerke en de zeer bekende firma Walther-Werke (de huidige leverancier van de probleem gevende politie pistolen) waren tot het eind aanwezig. Voor een betere aan- en afvoer van de goederen wordt in 1943 in het lager door de gevangenen een spoorwegaansluiting aangelegd inclusief een station ter hoogte van de DAW werkplaatsen. Naarmate de oorlog in Rusland, tegen de Duitse verwachting in, slechter verloopt wordt het inzetgebied voor dwangarbeid aanzienlijk groter. Door de onverwacht grote verliezen aan mensen wordt de regering gedwongen om meer vakbekwame Duitse krachten voor dienstplicht op te roepen.
Dit wordt gedeeltelijk opgevangen met buitenlandse dwangarbeiders (Arbeitseinsatz) maar ook met gevangenen die nu in de fabrieken zelf moeten werken, waardoor meerdere buitenlagers ontstaan.
Aan het SS-Wirtschafts-Verwaltungshauptamt (hoofdkantoor v.h. SS-Economische bestuur) moet per dag voor een vakman 6 Reichsmark en voor een hulparbeider 4 Reichsmark worden betaald en de plicht ook voor een onderkomen en medische hulp zorg te dragen. Wat daarvan terecht kwam en inhield is u genoegzaam bekend.
Zo groeide het aantal buitenlagers vanaf 1942 tot 1945 tot over de 80 stuks, hoofdzakelijk gelegen in Noord-Duitsland. Het begrip Außenlager (buitenlager/nevenlager) is trouwens verwarrend. Deze lagers vielen weliswaar onder het administratief en financieel beheer van het Stammlager maar waren doorgaans niet altijd in de directe omgeving van het hoofdlager gesitueerd.
Zo lag bijvoorbeeld het buitenlager Alderney in het Engelse Kanaal. Het was een door Duitse troepen bezet Brits eiland waar circa 1000 gevangenen in de 1ste SS-Baubrigade vestingwerken moesten aanleggen.
Ook het werken in de 2de SS-Baubrigade te Osnabrück was niet naast de poort van het kamp.
Het is niet zinvol om alle mij bekende buitenlagers van KZ Neuengamme te noemen en de zeer vele bekende Duitse firma's die daar hun producten lieten maken.
Het aantal gevangenen dat begin 1945 in KZ Neuengamme aanwezig is bedraagt circa 14.000, met de buitenlagers erbij, dus inclusief de 13.500 vrouwelijke gevangenen, is dat 54.000.

De bewakers van KZ Neuengamme behoren tot de SS-organisatie en tot 1942 is de behandeling zeer bruut en beestachtig waarbij het optreden van Schutzhaftlagerführer Anton Thumann het ergste is. In de buitenlagers is de bewaking soms in handen van de Kriegsmarine, de Luftwaffe of politie-eenheden.
In het verloop van de oorlog worden uit alle bezette landen tienduizenden gevangenen in KZ Neuengamme opgesloten. Van de circa 106.000 gevangenen, die van 1938 tot 1945 daar zitten, zijn circa 55.000 door de gewelddadigheden, de slechte leef- en arbeidsomstandigheden, tijdens het evacueren en het inferno omgekomen. Stierven volgens het 'Doden register' in 1943 circa 332 gevangenen per maand, dit aantal was in december 1944 al tot 2.594 gestegen.
In het begin worden deze in het crematorium te Hamburg-Ohlsdorf verbrandt, later in het eigen crematorium.
De doden in de buitenlagers worden op plaatselijke kerkhoven begraven, deels ook in massagraven weggestopt. Ziek kan men worden en dat was meestal de eerste stap op weg naar je schepper.
De vlektyfus epidemie in de winter van 1941/1942 bijvoorbeeld eist circa 1.600 doden.
Men werd ook wel ziek gemaakt. Bekend zijn de TBC-proeven door de longspecialist Dr. Kurt Heißmeyer die 25 volwassenen en 20 Joodse kinderen met TBC-bacillen infecteerde.
Om deze schanddaad uit te wissen worden deze kinderen met hun verzorgers op 20 april 1945 naar Hamburg-Rothenburgsort gebracht en in de school op de Bullenhuser Damm vermoordt.
Zieken, gewonden en diegene totaal aan het eind van hun krachten, zijn volgens het systeem 'eters zonder nut', dus moesten maar verdwijnen. In 1942 en 1943 worden vooral de TBC-gevallen in grote aantallen door SS-artsen en verplegers middels injecties de dood ingestuurd.
Naderhand stelt men deze 'nutteloze' op transport naar vernietigingskampen als Majdanek en Auschwitz.
Niet alleen voor dwangarbeid word KZ Neuengamme benut, ook voor het executeren van tegenstanders gebruikt de Gestapo het kamp. Zonder een gerechtelijk vonnis worden tot 1945 circa 2.000 executies uitgevoerd. Einde 1942 worden in de arrestantenbunker in twee groepen 448 Russische krijgsgevangenen vergast. Talrijk zijn ook de leden van de Duitse Wehrmacht en Russische officieren die op de SS-schietbaan zijn gefusilleerd.
Vaak worden in de bunker op aanwijzing van het Reichssicherheitshauptamtes gevangenen opgehangen. Dit vind o.a. plaats op 9 augustus 1944 met 35 Russische en Poolse gevangenen en in maart 1945 met 58 Nederlanders.

In Hamburg was nog een ander minder bekend concentratiekamp met de naam Konzentrationslager Fuhlsbüttel, afgekort 'Kolafu', dat een speciale positie innam. In dit gebouwen complex werden de opgelegde straffen uitgezeten. De bezetting bedroeg in 1933/34 tussen de 400 en 800 gevangenen. Toen na de machtsovername in 1933 de SS en SA de bewaking overnam, begon de dagelijkse routine van slaan en kwellen. Mensen werden tot zelfmoord gedreven of op de zgn. vlucht neergeschoten. Doordat dit niet te verheimelijken was, heeft men de leiding in handen gelegd van de Hamburger Staatspolitie, vanaf 1936 ingekaderd bij de Gestapo. Het kreeg in 1936 de naam 'Polizeigefängnis Fuhlsbütel en bleef tot 1945 in volle functie.
KoLaFu was een buitenlager van KZ Neuengamme.

Diverse leden van de 'Lagerführung' van KZ Neuengamme zijn in de jaren 1945-1948 door Britse militaire rechtbanken veroordeeld tot verschillende straffen.
Drie van de ergste onmensen uit het KZ Neuengamme, 'Lagerkommandant' Max Pauly, 'Schutzhaftlagerführer' Anton Thumann en SS-Standortarzt Dr. Alfred Trzebinski, zijn voor hun verschrikkelijke daden ter dood veroordeeld. Aansluitend is het vonnis in het tuchthuis van Hameln voltrokken.

Evacuatie en inscheping.

De beslissing op 19 april 1945, om de gevangenen op schepen onder te brengen, dus een drijvend concentratiekamp, berustte op zeer logische gronden.
Vanaf een schip is het nl. moeilijk vluchten en kan dus met weinig bewaking worden volstaan, de schepen waren niet vaargereed, de scheepsruimte was en bleef onbenut, de gevangenen waren geen hindernis bij de troepenverplaatsingen en bleven onder controle.
Men dacht het probleem hiermee 'Elegant' opgelost te hebben.

In de Lübecker Industriehaven lagen de vrachtschepen Thielbek, de Athen, de Elmenhorst en de Ottersberg voor anker te wachten op reparatie.
De Thielbek, onder commando van kapitein John Jacobsen had een lengte van 98 meter, een breedte van 14,6 meter, een diepgang van 5,7 meter en een tonnage van 2.815 BRT. Zij was niet vaargereed en lag bij de werf voor verdere reparatie aan bomschade.
De Athen, onder commando van kapitein Nobmann had een lengte van 122,5 meter, een breedte van 17 meter, een diepgang van 7 meter en een tonnage van 4.450 BRT. Zij lag bij de werf te wachten op verdere reparatie die echter op 20 april werd afgebroken.
In de Neustädter Bucht lagen de grote passagiersschepen Cap Arcona en de Deutschland.
Beiden waren niet langer vaargereed en dus niet inzetbaar als vluchtelingen transportschepen.

De Deutschland, onder commando van kapitein Carl Steinke had een lengte van 206,3 meter, een breedte van 24 meter, een diepgang van 12,8 meter en een tonnage van 21.046 BRT. Het had een defecte machinekamer installatie en was bestemd om te worden omgebouwd tot een stationair hospitaalschip.
De Cap Arcona, onder commando van kapitein Heinrich Bertram had een lengte van 205,9 meter, een breedte van 25,78 meter, een diepgang van 8,67 meter en een tonnage van 27.561 BRT. Dit luxe stoomschip was het trotse vlaggenschip van rederij Hamburg-Süd met als thuishaven Hamburg. De laatste zeer gewilde en ook volgeboekte zomercruise naar Zuid Amerika eindigde op 7 augustus 1939 in Buenos Aires. De volgende dag vertrok het schip al weer op weg naar Hamburg waar zij volgens het vaarplan op 25 augustus aanlegde. Er was net genoeg tijd geweest om voor het begin van de Tweede Wereldoorlog naar huis te stomen.
Duitsland valt op 1 september 1939 om 04.45 uur Polen binnen, de 2de Wereldoorlog is een feit.
De rederij legt nu het schip op in de hoop dat de oorlog snel voorbij zal zijn.
Met een kleine bezetting wachtslieden aan boord gaat zo een jaar voorbij.
Dan vordert de Kriegsmarine het schip en wordt zij verlegd, via het Nord-Ostsee-Kanal, naar Gotenhafen (Gdynia) om daar op 29 november 1940 dienst te gaan doen als woonschip voor de marine. Met 2.000 marinemensen aan boord waarvan de meeste worden opgeleid voor de U-Boten (onderzeeboten) en met elke 3 maanden opnieuw 300 'Marinehelferinnen' (Marva's) aan boord die een cursus volgen, was het schip weer spoedig één en al leven.
Enige uitschieters in de dagelijkse routine zijn een explosie gevolgd door brand in de hulp diesel-ruimte welke pas na acht dagen is geblust.
En in maart 1942 moet kapitein Niejahr wegens ernstige hartklachten zijn commando opgeven.
Een geheel afwijkende gebeurtenis in 1942 zijn de filmopnamen die door de toen bekende 'TOBIS-film Gmbh' aan dek worden gemaakt. Het betreft de dramatische dek scènes voor een film over de Titanic ramp. De film wordt een succes maar in 1944 om politieke reden door Dr. Goebbels (Propaganda minister) uit de roulatie genomen. Tijdens een opname-pauze maakt de regisseur Herbert Selpin, in het bijzijn van enige marineofficieren, een geringschattende opmerking over het Ritterkreuz (een hoge Duitse militaire onderscheiding). Regisseur Selpin wordt door de Gestapo gearresteerd en pleegt in zijn cel zelfmoord.
De trucopnamen van de ondergang zijn dusdanig indrukwekkend dat de Britse producent van de nieuwe Titanic-film 'A Night to Remember', deze opnamen in 1958 opnieuw voor zijn film gebruikt.
Toen de vluchtelingen transporten over zee een aanvang namen moest ook de Cap Arcona vaargereed worden gemaakt. Sinds 1940 had het schip geen zeemijl meer gevaren en kapitein Gerdts, sinds 1943 de commandant, had de grootste moeite om met de vaste bemanningsleden het schip weer vaarklaar te krijgen.
Op 31 januari 1945 verlaat de Cap Arcona met 10.000 mensen aan boord Gotenhafen (Gdynia) en laat na vier dagen voor Neustadt het anker vallen. Alhoewel een nieuwe tocht gemaakt moet worden, maakt de slechte toestand van de machinekamer dat onmogelijk. Kapitein Gerdts doet al het mogelijke, maar het lukt niet.
Op 20 februari 1945 verschijnt een Ingenieur van de Kriegsmarine om de toestand op te nemen. Op het moment dat kapitein Gerdts even alleen in de kapiteinshut is maakt hij met zijn pistool een eind aan zijn leven.
Zijn opvolger wordt de reeds genoemde kapitein Bertram, die voor de oorlog al als eerste stuurman op de Cap Arcona heeft gevaren. De marine stuurt nu vaklui aan boord om het meest noodzakelijke te herstellen.
Op 29 maart 1945 ligt het schip op de rede van de haven Hela waar zij vluchtelingen aan boord neemt.
Op 5 april vertrekt zij naar Kopenhagen met meer dan 10.000 vluchtelingen aan boord.
Na het ontschepen van deze menselijke vracht kan er van een derde tocht geen sprake meer zijn.
Er zijn problemen in de machinekamer, de brandstofbunkers zijn bijna leeg en er is niets voorhanden. Kapitein Bertram krijgt op 13 april 1945 de opdracht om naar de Neustädter Bucht te gaan waar hij op 14 april het anker laat vallen. Tot nu toe heeft de Cap Arcona in alle opzichten een eervolle rol gespeeld.
Nog op diezelfde donderdag 19 april 1945 dat de evacuatie beslissing werd genomen, ontving Hauptsturmführer Max Pauly, Lagerkommandant van KZ Neuengamme, het bevel tot evacuatie.
Dit resulteerde in een onmiddellijk treintransport waardoor de eerste gevangenen nog op 19 april bij de Lübecker Industriehaven werden afgeleverd. De treintransporten, maar ook de moordende marsen te voet zouden doorgaan tot 26 april 1945.
Zonder toestemming en zonder de 'Seekriegsleitung' (Skl) te hebben ingelicht drijft de SS de gevangenen op de Thielbek en de Athen waarbij de laatste als pendelschip (tender) dienst doet naar de op de Neustädter rede liggende Cap Arcona.
Al bij de eerste poging gevangenen over te zetten op de Cap Arcona weigert kapitein Heinrich Bertram de overname, hetgeen een grote vertraging veroorzaakt bij de inscheping van de constant in Lübeck aankomende gevangenen.
Pas na tussenkomst van 'ReikoSee' volgt op 23 april de officiële overname van de Cap Arcona , de Deutschland, de Thielbek en de Athen van de scheepvaartafdeling aan de dienst van de 'ReikoSee'.
De scheepvaartafdeling van Skl, de rederij Hamburg-Süd en de kapitein kunnen geen goede gronden naar voren brengen voor een afwijzing. Het argument dat men nog onder commando van de Kriegsmarine staat, was door het niet vaargereed zijn en brandstofgebrek niet houdbaar. Tot aan 26 april weet de rederij en kapitein Bertram steeds opnieuw met andere argumenten het inschepen tegen te houden. Dan is het geduld van de SS ten einde en dreigt men kapitein Bertram neer te schieten.

En hiermee is het aantal schepen voor de gevangenenvloot vastgelegd. Als commandant over deze vloot wordt de voormalige lagercommandant van KZ Stutthof, Obersturmführer Hoppe, aangesteld.
Het inschepen en onder dek brengen volgt nu in ras tempo. Op 29 april zijn al 7.500 gevangenen aan boord, met 70 bemanningsleden en circa 500 man bewakers en ander SS-personeel wordt de toestand al gauw kritisch. Vooral voor de onderdeks samengeperste gevangenen is het zelfs naar KZ-maatstaven een grotere hel dan in KZ Neuengamme. De hygiënische omstandigheden, gevoegd bij het gebrek aan voedsel, water, en medicamenten zijn schrikbarend. Een acuut gevaar voor een epidemie is dan ook niet denkbeeldig.
Zelfs de SS-leiding onderkent dit en treft maatregelen. Op 30 april mogen 2.000 hoofdzakelijk Franse krijgsgevangenen de Cap Arcona verlaten en worden met de Athen naar Neustadt vervoerd. Gevangenen met een andere nationaliteit worden overgebracht op de Thielbek.
Met het verstrijken van de dagen groeit de hoop en vooral de overal en altijd aanwezige geruchten wekken verwachtingen. De wapenstilstandonderhandelingen tussen de regering Dönitz en de Britse troepen zijn al begonnen.

De toestand elders.

Door de onstuitbare opmars van de legereenheden, het 1e en 2e Belorussische Front, worden uit de meer naar het oosten liggende concentratiekampen gevangenen in de richting Lübeck geëvacueerd.

24 April 1945. De colonnes met gevangenen uit het KZ Sachsenhausen en KZ Ravensbrück komen tezamen noordelijk van Wittstock in de bossen van Below. De mars wordt op 29 april weer voortgezet. Vlakbij Schwerin in het plaatsje Raben-Steinfeld worden zij op 2 mei door Russische eenheden bevrijdt.

25 April 1945. De laatste gevangenen van KZ Stutthof worden geëvacueerd. (Zie boven)

27 April 1945. Evacuatie van de vrouwen uit het buitenlager Neubrandenburg en uit KZ Ravensbrück.
De kop van deze colonne wordt op 3 mei in de plaats Siggelkow door de Russische troepen bevrijdt.
De havenstad Bremen wordt door Britse eenheden bevrijdt.

29 April 1945. Om 18.25 uur een gesprek in de Legerstaf tussen Generaal Dethleffsen en Generaal von Trotha. Notulen notitie 3: De arbeiders uit de oostelijke gebieden (de zgn. Ostarbeiter) moeten in hun kampementen blijven. Britse, Amerikaanse en Franse gevangenen moeten onder alle omstandigheden worden meegenomen en indien mogelijk op het eiland Bornholm worden samengebracht.
Over het lot van de KZ-gevangenen zal nog worden beslist.

30 April 1945. Het KZ Barth, een buitenlager van KZ Ravensbrück wordt geëvacueerd richting westen.
Ook bevindt Heinrich Himmler zich op deze dag in Barth.
Het krijgsgevangenkamp 'Stalag Luft 1' (afkorting voor: Stammlager voor luchtmacht (Luft) militairen) dat ook in de buurt van Barth is gelegen wordt niet geëvacueerd.
In dit kamp bevinden zich 7.500 Amerikaanse en 1.500 Britse soldaten en officieren.

1 Mei 1945. De 11de Britse Pantserdivisie bereikt de stadsgrens van Lübeck.
De Thielbek wordt, ondanks het protest van de kapitein, op aanwijzing van de Lübecker Polizeipräsident met circa 2.800 gevangenen aan boord naar de Neustädter Bucht gesleept.
De Zweedse hospitaalschepen Magdalene en Lilli Matthissen nemen 800 gevangenen (hoofdzakelijk Fransen) aan boord en zetten koers naar Malmö in Zweden.

2 Mei 1945. Britse en Russische eenheden maken oostelijk van Wismar contact waardoor het noordelijk gebied van de rest van Duitsland is afgesneden.
De stad Lübeck wordt zonder strijd overgegeven aan de Britse troepen. !!!!!!!
De strijd om Berlijn is ten einde.

3 Mei 1945. Britse legereenheden staan voor Neustadt. !!!!!
Omstreeks 12.00 uur ontvangt de kapitein van het pendelschip Athen, van de Wehrmachtskommandant van Neustadt, via de radio het bevel om de haven binnen te lopen om gevangenen op te nemen. Dit bevel kan niet meer worden uitgevoerd door machineschade en de kort daarop volgende luchtaanvallen.
Het betrof hier de op 2 mei per zeesleep aangekomen gevangenen uit het KZ Stutthof. (Zie boven)

Vliegtuigen van de RAF doen in verhevigde mate verkenningsvluchten boven de Neustädter Bucht, de Lübecker Bucht en de Mecklenburger Bucht ter voorbereiding van het laatste offensief.
De met meer dan 11.000 gevangenen, bemanningsleden, bewakers en burgers afgeladen schepen in de Neustädter Bucht zijn duidelijk zichtbaar.

Operations Record Books.


Van het hoofdkwartier van de 2nd Tactical Air Force te Süchteln komt de opdracht aan de 83th Wing met 14 Squadrons, aan de 84th Wing met 6 Squadrons, aan eenheden van de Coastal Command en aan de 9th Air Fleet te starten met Operation Record Books.
Deze houdt in, een definitieve vernietiging van alle zich op zee bevindende Duitse schepen binnen het bereik van deze luchtmachteenheden, dus het westelijke deel van de Oostzee.
Uit de rapportage van de verkenningsvluchten is de situatie ruimschoots bekend geworden. Om 12.00 uur begint de aanval vanaf diverse vliegvelden en aan het einde van deze dag kan dan ook in het 'Record Book' worden bijgeschreven dat, 23 schepen zijn gezonken en 115 licht tot zwaar beschadigd.
Het totaal aantal omgekomen mensen, dus militairen, burger vluchtelingen en KZ-gevangenen uit 24 landen is, zelfs bij benadering, moeilijk te schatten.
Dit artikel wil zich beperken tot de schepen Cap Arcona, Thielbek en Athen, vol geladen met concentratiekamp gevangenen.
Het is overigens bijzonder ironisch en triest dat dit alles nog plaats vond 44 uur voordat de Duitse troepen in dit noordelijke deel van Duitsland tegenover de Britse eenheden capituleerden.

De vliegtuigen die de aanval op de schepen met gevangenen uitvoeren zijn jachtbommenwerpers van het merk Hawker Typhoon type 1B ingedeeld bij de 84th Wing.
Elk vliegtuig is bewapend met vier stuks Hispano 20 mm kanonnen, elk in staat om met 11 patronen per seconde dood en verderf te zaaien, en met acht stuks zeer gevreesde raketten.
Elke raket had een explosieve kop met pantser-doordringend vermogen en woog 32,5 Kg.

De vliegbases vanwaar zij starten waren:

Basis Doel afstand Squadron Leider Captain: Aanvalstijd Doel
Hastede 200 km. 184 D.L. Stevenson 12.05 uur Deutschland

Ahlborn 210 km. 263 M.T.S. Rumbold 12.12 ,, Geen resultaat

Plattlüne 300 km. 198 I.R. Baidwin 14.30 ,, CapArcona,
Thielbek, Athen.
Ahlborn 210 km. 263 M.T.S. Rumbold 15.55 ,, Deutschland

Celle 170 km. 197 K.J. Harding 16.00 ,, Deutschland

De aanval.

Totaal onverwacht en verrassend, breekt om 12.05 uur de hel los in en bij Neustadt.
In vier aanvalsgolven worden de schepen in duikvlucht bestookt met de dood en verderf zaaiende boordkanonnen en de als bommen inslaande raketten.
In één van de aanvalsgolven met negen Typhoons grijpen vijf van hen de Cap Arcona aan.
De zeer effectieve raketten zetten het schip over de volle lengte in brand.
Onbeschrijfelijk moet de angst en paniek geweest zijn bij de benedendeks dicht opeen gepakte gevangenen. Met de nog steeds aanwezige wil tot overleven probeert ieder zich te redden.
Langzaam helt het schip over bakboordzijde en kapseist tenslotte.
Een derde deel van de schipsbreedte blijft als een eiland boven water uitsteken.

De mensen op de andere volgepakte schepen en de reeds in het water liggende drenkelingen ontkomen ook niet aan de dodelijke stroom van projectielen.
Ook op het strand, de haven en in de straten van Neustadt vallen slachtoffers.

In een rapport d.d. 12 mei 1945, opgesteld door de 2de stuurman van het stoomschip Thielbek, lezen we (vrij vertaald) o.a. het volgende.
"De Thielbek lag op circa 1,5 zeemijl afstand van de dichtstbijzijnde landtong waarop de Pelzerhaken vuurtoren. Waterdiepte 18 meter. Om 14.30 uur werd het schip door 9 jachtbommenwerpers aangevallen met bommen en boordwapens. Het schip kreeg meerdere treffers o.a. ook onder de waterlijn waardoor het schip meteen over bakboord slagzij maakte. De opbouw midscheeps aan bakboordzijde was zeer erg door de projectielen beschadigd, de beide reddingsboten en het grootste deel van de reddingsvlotten onbruikbaar geworden. Het is aan te nemen dat een groot deel van de bemanning die zich in de gangen aan bakboord bevond, gedood of gewond zijn. 15 Minuten na het begin van de aanval kapseisde het schip en zonk. Enzovoort." (Het rapport gaat verder met het noemen van geredde bemanningsleden. De 2e stuurman onderging de raketten als bommen. opm. sam.st.)

Meteen na de laatste aanval, start om 16.30 uur een Britse pantsereenheid onder commando van Captain Pratt vanuit hun positie zuidelijk van Neustadt en bereikt de Markt om 17.00 uur.
Zonder strijd heeft de stad zich overgegeven.
De omvang van de tragedie dringt nu pas ten volle door bij de gevangenen, de bevolking van Neustadt en de Britse troepen.

Het eens zo trotse schip Deutschland met een indrukwekkende staat van dienst, die geen gevangenen of vluchtelingen aan boord had, is uitgebrand en gekapseisd.
De als pendelschip dienstdoende Athen met nog altijd de circa 2000 Franse gevangenen aan boord heeft aan de voorzijde schade maar blijft behouden.
Anders is het gesteld met de Cap Arcona, belegd met 4.717 gevangenen, die uitbrand en verloren is.
350 Gevangenen zijn uit deze nachtmerrie gered.
Een zelfde triest lot onderging de Thielbek met circa 2.800 gevangenen aan boord die brandend kapseist.
50 Gevangenen konden worden gered.
Van de in Neustadt aanwezige en op het laatste moment niet door de Athen (Zie boven) opgenomen Stutthof gevangenen overleefden 700 de ramp.
Uitgaande van het zeer reële feit dat zich op de vier hier genoemde schepen circa 11.000 mensen (gevangenen, bemanningsleden en bewakers) bevonden, blijkt dat daarvan circa 8.000 mensen een gruwelijke dood vonden.

Dagenlang drijven lijken in de Neustädter Bucht en spoelen aan op het Timmendorfer Strand, het strand van Bliesendorf bij Pelzerhaken en van Barendorf tot aan het verder naar het oosten liggende eiland Poel. Tot begin 1950 waren al 3.484 slachtoffers begraven. Zelfs in de jaren zeventig werden nog regelmatig menselijke resten gevonden.
Voordat men de Thielbek begint te bergen, worden in februari 1951 nog 13 geheel in vettige was overgegane lijken geborgen evenals 175 schedels.
Uit de Cap Arcona, die het niet meer waard is om te worden geborgen, wordt, voordat men het op de plek waar het ligt gaat verschrotten, eerst uitrustingsstukken, zilverbestek en porselein geborgen.
Ook werd vanaf een provisorisch duikschip, de LU 38, een deel der lijken opgedoken, aan land gebracht en in Neustadt begraven.
Ter herinnering aan deze tragedie zijn Erebegraafplaatsen ingericht in de plaatsen Pelzerhaken, Haffkrug, Timmendorfer Strand, in Grevesmühlen met de Cap Arcona gedenksteen op de Tannenberg, en op het eiland Poel bij Kirchdorf (Schwarzer Busch).

Afsluiting.

Uit het bovenstaande en andere geschriften blijkt dat het onderbrengen op schepen een gevolg was van het toevallig aanwezig zijn van niet vaargerede schepen.
Zouden er voor evacuatie geen schepen nodig zijn geweest, dan was de mogelijkheid om gevangenen op schepen onder te brengen niet hebben bestaan.
Ook was het niet de bedoeling, zoals vaak gehoord, om een ruilmiddel achter de hand te hebben. Op dit tijdstip van de oorlog en met een voor de geallieerden duidelijk overzicht van de toestand, kwam dat niet meer ter sprake.
Evenmin wilde men de gevangenen naar een ander land transporteren, welk land kon dat dan zijn?
De bewering dat de schepen klaar lagen om belangrijke Nazi's het land uit te brengen is ook niet te verdedigen.
Bij al deze, naderhand door de Britten naar voren gebrachte 'oorzaken', ging men voorbij aan de totale luchtoverheersing van de geallieerden.
Elk vluchtend schip kon binnen zeer korte tijd worden achterhaald en aangevallen.
De nog wel gehoorde hypothese dat de Nazi's de schepen wilde laten zinken is onlogisch.
In al deze theorieën moest men beschikken over vaargerede schepen.
Alle bruikbare schepen werden echter, zelfs tot na de capitulatie tegenover de Russen op 9 mei 1945, ten volle gebruikt om vluchtelingen, gewonden en militairen uit de nog open zijnde havens in veiligheid te brengen.

Opmerkelijk is het volgende.

Als je als jachtvlieger aan een dergelijke actie deelneemt en vanuit je cockpit een duidelijk zicht hebt op wat je doet, dan stel je jezelf naderhand toch vragen.
Ruim 45 jaar na deze catastrofe hoort een van de deelnemende piloten over deze gebeurtenis.
Nooit eerder tevoren had hij er iets over vernomen. Vreemd, uitermate vreemd. Voor mij althans. Waarom?
Het hierboven omschreven 'drijvende concentratiekamp' was een door de omstandigheden geschapen uitzondering. Geen uitzondering waren de, voor de Duitsers zeer nuttige 'rijdende concentratiekampen'.
Zo'n rijdend kamp was ontstaan naar aanleiding van de door bombardementen vernietigde spoorbanen. Voor de oorlogsindustrie was treinvervoer uitermate belangrijk en had de hoogste prioriteit bij het herstellen.
Niet voor niets was de propagandaleus; 'Räder müssen rollen für den Sieg' ontstaan. Dat het spottende deel van het volk daaraan toevoegde; 'Und Kinderwagen für die nächste Krieg' was een onverwacht stuk ironische Duitse humor. Voor een goed, snel en efficiënt herstel zijn speciale gereedschappen nodig en natuurlijk nieuwe rails. Dit was allemaal samengebracht in een speciaal treinstel, zoals heden nog gebruikelijk.
Het benodigde personeel werd, bij gebrek aan ander, samengesteld uit KZ-gevangenen.

Goed afsluitbare treinwagons waren hun onderkomens en op elke poging tot vluchten stond onherroepelijk de galg te wachten. Natuurlijk was het dagelijks leven ook voor hen zeer zwaar.
De bewaking lag in handen van de SS, die een aparte treinwagon als onderkomen hadden.
Bovendien was nog een treinwagon, inclusief een geschilderd groot rood kruis op het dak, aangekoppeld met daarin medische apparatuur, medicamenten en dergelijke en een keukenwagon.

De gevangenen was het echter opgevallen dat bij aanvallen van geallieerde vliegtuigen, deze de aanval afbraken bij het zien van het rode kruis en de gestreepte kleding van de gevangenen. Bij aanvallen ging men dan ook geen beschutting zoeken, maar liet men zich opvallend zien. Doordat dit bij herhaling voorkwam kreeg iedereen, dus ook de bewaking, alle vertrouwen in een veilige toekomst.

Vraag!! Zouden de vliegers op 3 mei 1945 dan totaal niets hebben opgemerkt?

Zou het niet meer logisch zijn geweest om 1 of 2 dagen te wachten, dan had men die schepen als krijgsbuit in handen gekregen. Maar wat is logisch in een oorlog?

*************************
Behalve bovenwaterschepen werden bij deze aanval ook vele onderzeeboten tot zinken gebracht.
Het gehele gebied was tot ver na de oorlog een waar schepenkerkhof.

Wilt u voorafgaande of verdere gebeurtenissen in dit Oostzee gebied volgen of meer lezen over de zee transporten in de Oostzee, hierbij enige titels.

Chronik des Seekrieges 1939-1945. Door J. Rohwer en G. Hümmelchen.

Ostsee. Deutsches Schicksal 1944-1945. Door Cajus Bekker.

Entstehung und Räumung der Ostseebrückenköpfe 1945. Door Ingrid Bidlingmaier.

Unternehmen Rettung. Door Fritz Brustat-Naval.

Sie kamen übers Meer. Die grösste Rettungsaktion der Geschichte. Door Ernst Fredmann.

Goya. Rettung über See. Die grösste Schiffskatastrophe der Welt. Door Kurt Gerdau.

Die Cap Arcona Katastrophe. Ein Dokumentation nach Augenzeugen-Berichten. Door Heinz Schön.

Die Cap-Schnelldampfer der Hamburg-Süd. Door Arnold Kludas. 1996.

Cap Arcona. Report über den Untergang der Häftlingsflotte in der Lübecker Bucht am 3 Mai 1945.
Door Rudi Goguel.

Gesunken und Verscholen. Menschen- und Schiffsschicksalen Ostsee 1945.
Door Wolfgang Müller en Reinhard Kramer.

Konzentrationslager Neuengamme 1938--1945. Door Ludwig Eiber. 1990.

Museum für Hamburgische Geschichte.
"Kola-Fu"-Konzentrationslager und Gestapogefängnis Hamburg-Fuhlsbüttel.
Door Ludwig Eiber. Heft 16.

Museum für Hambürgische Geschichte.
KZ Neuengamme. Berichte, Erinnerungen, Dokumente.
Door Fritz Bringmann. 1981 Heft 18.

Neuengamme. Verdrängt--Vergessen--Bewältigt? Door Fritz Bringmann en Hartmut Roder. 1987

Als letzte starb die Hoffnung. Berichte von Überlebenden aus dem KZ Neuengamme.
Door Christoph Ernst en Ulrike Jensen. 1989.

Cap Arcona. Das tragische Ende der KZ-Häftlings-Flotte am 3 mai 1945. Door Wilhelm Lange. 1988.

Der SS-Arzt und die Kinder vom Bullenhuser Damm. Door Günther Schwarberg. 1988

Club Route in Europa. The story of 30 Corps in the European Campaign.
Door R. Gill en J. Graves. 1945.

De dag van de Typhoon. Door John Golley. 1987.

Es begann an der Weichsel. Door Jürgen Thorwald.

Das Ende an der Elbe. Door Jürgen Thorwald.

DVD: De ondergang van de Cap Arcona mei 1945.

De samensteller. Eisbein


vr dec 13, 2013 10:52 pm
Staf
Fedor

Geregistreerd:
do feb 21, 2008 6:20 pm
Berichten: 1642
Bericht Re: Cap Arcona
Zeer uitgebreid artikel. Het lezen kost even tijd maar is zeker de moeite waard.

_________________
Avatar: Lt. Friedrich Lengfeld - No man hath greater love than he who layeth down his life for his enemy.


za dec 14, 2013 2:38 pm
Profiel
Leo
Bericht Re: Cap Arcona
Ik heb beide boeken van Jürgen Thorwald, aangehaald door Eisbein, gelezen (ook Ivan's war, van C. Merridale). Een afschuwelijke periode voor de Duitse burgerbevolking tijdens de laatste offensieven van de Sovjets. Een periode waarbij (i.m.o.) de terreurbombardementen op Duitse steden en hun bevolking in het niet verzinken. En ook dit werdt door de westerse geallieerden op een schouderophalen onthaalt. Van ijzige kilte gesproken met het oog op de latere betrekkingen tussen Oost en West.

Met dank aan Eisbein.


zo dec 15, 2013 4:25 pm
Geef de vorige berichten weer:  Sorteer op  
Forum gesloten Dit onderwerp is gesloten, je kunt geen berichten wijzigen of nieuwe antwoorden plaatsen  [ 3 berichten ] 


Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 17 gasten


Je mag geen nieuwe onderwerpen in dit forum plaatsen
Je mag niet antwoorden op een onderwerp in dit forum
Je mag je berichten in dit forum niet wijzigen
Je mag je berichten niet uit dit forum verwijderen

Zoek naar:
Ga naar:  
cron
Alle rechten voorbehouden © STIWOT 2000-2012. Privacyverklaring, cookies en disclaimer.

Powered by phpBB © phpBB Group